40 jaar samen aan de wandel, hoe houden de Oranginas het vol?
“Het moet geen traditie worden”, dat zeiden zes heren veertig jaar geleden tegen elkaar.
In 1979 besloten ze voor de eerste keer als groep een week te gaan wandelen in het Teutoburgerwoud. Rond de Paasdagen, want die periode kent een aantal vrije dagen. En dat scheelde in het opnemen van vakantiedagen. Maar vooral omdat ze na een winter “binnen” wel graag weer een keer naar “buiten” wilden. Inmiddels zijn we al bijna bij het 40-jarig jubileum van wandelgroep Oranginas belandt.
Waarom zijn jullie met elkaar blijven wandelen?
Jan, die al regelmatig wandelde met Aart, kwam met het idee. Hij vroeg Cor of die mee wilde, Cor vroeg Cees, die op zijn beurt Sietse erbij haalde, waarna Hans aansloot op vraag van Jan. En dan heb je er zes. Mannen die elkaar wel afzonderlijk, maar niet als groep kenden. Met nogal uiteenlopende achtergronden, opvattingen, karakters, werkzaamheden en woonplaatsen.
Het was een experiment, een experiment van een groepje mensen met een gemeenschappelijke passie: meerdaags wandelen. Eigenlijk twee passies: wandelen èn een weekje echt weg, naar het buitenland. Het Friese Woudenpad, hoewel prachtig, is het met deze groep nooit geworden!
Na een week zonder noemenswaardige problemen gelopen te hebben in het Teutoburgerwoud, werd al snel duidelijk: experiment geslaagd. “Dat doen we nog een keer”. Mits het geen traditie wordt natuurlijk. En dat herhaalde zich jaarlijks, 39 jaar lang. In de afgelopen maanden verschenen twintig artikelen over deze meerdaagse wandeltochten in Europa op Wandelmagazine.nu.
Waarom de naam Oranginas?
In 1987 liepen we in de Vogezen, van Moosch naar Sewen. Het was een snikhete dag en nog niet halverwege de route was het water op. We hadden veel te weinig meegenomen, gewoon stom! Na nog een uur van dorstig lopen zagen we in de verte iets dat op een “hut” leek, wat een café bleek te zijn. Alwaar de cafébaas in een mum van tijd door z’n voorraad Oranginas heen was. “Eerst schudden!”. Dat bolle flesje. Sinas, zeg maar. Zelden eerder gedronken. Daarna ook bijna niet meer.
In de jaren daarna werd het woord Oranginas een begrip, een statement, een sfeer, een quote……en tenslotte de naam van deze groep. Inmiddels opgenomen in de naam van onze fameuze website: www.oranginas.nl, alwaar je op dit moment verslagen van zestig meerdaagse wandeltochten door Europa kunt vinden.
Hoe bereiden jullie je voor op een lange tocht?
In de eerste 20 – 25 jaar van ons bestaan als wandelgroep waren de voorbereidingen minimaal. Voor het vaststellen van de bestemming kwamen we één keer bij elkaar en er was enig schriftelijk overleg over wat er in de rugzak moest. Voor alle weersomstandigheden wat: van gamaschen tot korte broek, een kompas, een stuk kaas, crackers, Snelle Jelles, een blik bami voor het geval dat, een blikopener, een fluitje. Je had al gauw vijftien kilo op de rug.
We reden naar een samen vastgesteld globaal doel, een streek in een bepaald land. Ter plekke werd een geschikt startpunt gekozen waar we de wandelkaarten kochten en een route uitstippelden voor 4 à 5 dagen. Een rondwandeling als het even kon, anders was de aanwezigheid van een treinverbinding terug wel handig, en dat was het dan. Hoe minder je van tevoren regelt of uitzoekt, hoe minder er mis kan gaan! Alles wat je regelt, schept verwachtingen. En die kunnen tegenvallen dan wel compleet niet bewaarheid worden. De gedachte “plaatjes” kloppen vaak niet. Je loopt dan al controlerend of het klopt wat je thuis al hebt gehoord, gezien, gelezen of ontdekt. De realiteit valt vaak tegen vergeleken bij – bijvoorbeeld – de veelal gefotoshopte en misvormde plaatjes in folders, tijdschriften, op internet of Instagram.
Waarom wandelen jullie?
De keuze voor wat we maar even “het avontuur” noemen, doet een groot beroep op de flexibiliteit en de onderliggende en onderlinge solidariteit van de groepsleden. Zo kan het gebeuren dat een verwachte slaapplek er niet is, maar wel eentje zes kilometer verderop. Terwijl je al zowat aan het eind van je kunnen bent. Of er is in de plaats van aankomst maar één slaapgelegenheid: een hotel, ook nog eens flink aan de prijs. Of de slaapplek is “nogal sober”, zachtjes gezegd… In dat geval is het: “naar binnen!”, dit hoort immers bij de keuze voor avontuur.
En die keuze levert fantastische ervaringen op. Onderweg zijn er overal vriendelijke mensen te vinden. Zo hebben we geslapen op de al jaren niet meer gebruikte zolder van de postbode uit Videm (Slovenië). Een andere keer bleven we, naar aanleiding van plotseling optredende sneeuwval, in plaats van een dag, een week in een pension in Liptovske Osada (Slowakije), waar de uitbater en dochter van de hut ons onvergetelijke ervaringen bezorgden.
Een andere gelegenheid die ons bijblijft was een, zeg maar, B&B in Brloh, Tsjechië. Hier presenteerde een ouder echtpaar ons de mooiste beschilderde eieren ooit gezien bij het ontbijt op Eerste Paasdag. In de pronkkamer van een honderden jaren oude boerderij, waar alle roerige gebeurtenissen van de laatste jaren op geen enkele wijze invloed leken te hebben gehad op hun wijze van leven en het omgaan met elkaar en met de andere bewoners van het dorp. Deze ervaring is uit onze eerste Tsjechië-tocht in 1992. Achteraf bezien één van de mooiste tochten die we als wandelploeg ooit gelopen hebben. Dit soort ervaringen zijn niet te boeken vanachter je pc. De mooiste emotie tijdens een wandeltocht is en blijft de verwondering! De verbazing! De verrassing!
Naarmate de groepsleden ouder worden nemen de voorbereidingen wel toe. De risico’s van slecht weer, van veel sneeuw in de bergen, gecombineerd met een wat minder wordende conditie vergoot de behoefte aan voorbereiding, aan reserveringen, aan bagagevervoer, aan vliegen en daarmee ook de beperkingen die horen bij de welhaast ongekende reismogelijkheden toenemen. De etappeplaatsen liggen vast, zodat je kunt weten waar je aan het eind van de middag arriveert. Dat stelt gerust, maar vermindert tegelijk het avontuur.
Welke tip(s) zouden jullie aan beginnende wandelgroepen geven?
Voor ons dekt de naam “wandelgroep” precies de lading, de groep bestaat immers uit wandelaars, uit mensen die van wandelen houden en elkaar daarin vinden. Ons advies aan beginnende of nog te beginnen wandelgroepen is dan ook: hou het daar ook bij! De Oranginas komen bijvoorbeeld zelden of nooit als groep op elkaars verjaardag. Een wandelgroep is – in ons geval – een groep van liefhebbers, niet zozeer van vrienden. Persoonlijk lief en leed kan aan de orde komen tijdens het wandelen, maar beperkt. Dat is geen afspraak, dat is zo gegroeid. De humor, de luim, de grap, het voetbal en het geouwehoer spelen de boventoon, heerlijk! Het oplossen van de wereldproblemen doe je maar elders, niet tijdens het wandelen.
Geldzaken worden bij één persoon belegd: de penningmeester: de beheerder van de gezamenlijke pot, de ‘uit-gever’. Er zijn nogal wat wandelgroepen die, vanwege het beheer van zo’n pot, in de problemen komen en zichzelf opheffen. Als je je zelf erop betrapt dat je op gaat letten of de ander niet te veel uit de pot consumeert is ons advies: stop er mee! Sta je plek af aan een ander. Het toppunt in dit kader is de groep die iedere dag een Excel-sheet uitdraaide om de individuele uitgaven uit de pot in kaart te brengen. Echt gebeurd!
Ook niet doen: je mobiel gebruiken “om op de hoogte te blijven van het laatste sociale nieuws”. Wel doen: het laatste nieuws uit de natuur waar je doorheen loopt tot je nemen, het tot je door laten dringen en opslaan. Voor altijd.
Halen jullie de 50 jaar?
We gaan d’r voor! Wie weet eindigt het met het Friese Woudenpad. Toch nog.