Noord-Hollandpad: Dwars door de provincie
Het is misschien niet het bekendste pad van de provincie, maar het brengt je wel op de mooiste plekjes in het binnenland. Impressie van ‘drie dagen binnenland’ op het Noord-Hollandpad, tussen Driehuizen en Ouderkerk aan de Amstel.
Tekst Paul van Bodengraven Foto’s Marco Barten
Ze aarzelt, al vijf minuten. Zal ik wel, of toch maar niet? Voetje voor voetje is ‘Bertha 3’ dichterbij gekomen; haar nieuwsgierigheid wint het van haar angst. Wat moet die lange tweevoeter aan de andere kant van het hek van me? En opeens krijg ik een natte neus tegen mijn hand geduwd. We hebben contact! Dit soort ontmoetingen heb je vrijwel ieder uur als je wandelt door de binnenlanden van Noord-Holland. Een reiger die onverstoorbaar staat toe te kijken, schapen die niet van plan zijn opzij te gaan, een paard dat dolgraag geaaid wil worden. En dan hebben we het nog niet eens over de mensen gehad …
Eilandspolder
Onze driedaagse wandeltocht begint in Driehuizen, zo’n typisch Noord-Hollands dorp, met fraaie ‘Zaanse’ huisjes, omringd door water en in dit geval ook nog eens voorzien van een café waar je met koffie en taart een stevige basis kunt leggen voor de komende 22 kilometer. Driehuizen ligt op de rand van De Schermer en de Eilandspolder, twee totaal verschillende polders. De Schermer, met zijn kaarsrechte wegen, keurig verkavelde velden en strakke vaarten steekt haast zakelijk af tegen de grillige weides en slootjes van de Eilandspolder. Ooit leefde men hier van kleinschalige landbouw en visvangst, toen de omgeving nog niet was ingepolderd. De Schermer werd in de zeventiende eeuw drooggelegd, maar de Eilandspolder bleef nat. Nu is het waterrijke gebied in gebruik als beschermd grasen hooiland en is in trek bij water- en weidevogels. We zien een paar langbenige grutto’s, die behendig wegrennen zodra ze ons in het oog krijgen. Dat wordt even geen ontmoeting.
Meren
Bij de rand van Akersloot bereiken we de oever van het Alkmaardermeer, dat samen met het Uitgeestermeer een waterplas van formaat vormt. Hier krijg je een aardige indruk van hoe Noord-Holland eruit moet hebben gezien voordat een groot deel werd ingepolderd. De watervlakte weerkaatst een flauw zonnetje dat door de wolken probeert heen te prikken. De Oude Knecht en de Dorregeester – beide graanmolens – leveren een oer-Hollands plaatje op. Tussen Akersloot en Uitgeest ligt een netwerk van wandelpaden, waar we ongestoord kunnen genieten van het Noord-Hollandgevoel. Dat delen we met een paar andere wandelaars, sommige met rugzak en stevige schoeisel, andere met een hondje en een paar zondagse stappers; ook de inwoners van Akersloot weten het wandelpad te waarderen.
Stelling van Amsterdam
Na Uitgeest is het nog zo’n 7,5 kilometer wandelen, deels langs de Crommenije, om ons eindpunt voor vandaag te bereiken, het NS-station Krommenie-Assendelft. Daar worden we de volgende dag ontvangen met een stralend zonnetje dat de bomen voor het station laat glinsteren. Al snel lopen we langs een paar van de 42 forten en kruitkamers van de Stelling van Amsterdam het boerenland weer in. Die forten hebben inmiddels bijna allemaal een nieuwe bestemming gekregen, van oorlogs- en luchtvaartmuseumpje tot poppodium. We volgen de lange en stille Noorder IJ- en Zeedijk, ooit gelegen aan het water, tot we uitkomen bij het pontje bij Buitenhuizen dat ons over het Noordzeekanaal zet.
Vette hap
In één klap zijn we terug in de bewoonde wereld. Na uren stilte en rust varen we samen met fietsers, auto’s en een motorrijder naar de overkant, waar een snackbarplus op ons ligt te wachten. De frituurgeur lokt en we bezondigen ons aan een broodje kroket. Een mevrouw met ‘haar op zolder’ zit met man en hondje binnen en becommentarieert elke bestelling, terwijl ze ondertussen haar perfect gelakte nagels inspecteert. Welkom aan de Amsterdamse kant van het Noordzeekanaal! Na de vette hap stappen we recreatiegebied Spaarnwoude in. Dat is vooral bekend van zijn parkachtige landschap, waar regelmatig activiteiten en concerten worden georganiseerd. Maar Spaarnwoude is meer: de oostkant bestaat grotendeels uit polderlandschap, waar we binnen de kortste keren tussen manshoge rietkragen door lopen, opnieuw een ideale plek om weide- en watervogels te spotten. Tussen de schapen lopen we met uitzicht op de uitgestrekte polders. De eerste tekenen van de bewoonde wereld dienen zich aan, in de vorm van een golfbaan en volkstuintjes. Tevreden bereiken we – met vandaag 25 kilometer in de benen! – het station van Halfweg.
Vroeg
De volgende dag lopen we door Halfweg, waar op zondagochtend bar weinig te beleven valt. We zijn zelfs te vroeg voor een kop koffie in de lokale dorpskroeg en al snel lopen we langs de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder het dorp uit, richting de rand van Osdorp en Badhoevedorp. We slingeren een stukje door het Lutkemeerpark, waar een paar hondjes tegen de instructies in los rondrennen, terwijl hun slaperig ogende baasje druk in de weer is op zijn telefoonscherm. Zonde om hier niet om je heen te kijken, want dit is een van de mooiste stukjes van wat wel de Tuinen van West wordt genoemd, het landelijk gebied rond de westelijke woonwijken van Amsterdam.
Stadse drukte
De stad begint te ontwaken en naarmate we vorderen, komt er steeds meer volk op de been. Bij Sloten nemen we een kijkje bij de Rembrandtmolen, waar ook het kuiperijmuseum gevestigd is. Ondanks het glimmende standbeeld buiten, blijft het gissen naar de relatie tussen de beroemde schilder en deze molen. Maar vooruit, Rembrandt was een molenaarszoon en zijn naam is waarschijnlijk een goed middel om meer toeristen hier naartoe te trekken. Dan trekken we richting de Nieuwe Meer.
Dat was ooit een smal meertje en onderdeel van het stelsel van waterwegen aan de zuidwestkant van de stad. Door verdere afgraving voor zand is het een grote, open plas geworden waar gezwommen, gezeild en gesurft wordt. Met horeca, een jachthaventje en in de zomer een voetgangers- en fietspontje naar de overkant is het een recreatieterrein van formaat. Wij volgen het pad langs de oevers en krijgen zicht op de kantoren van de Amsterdamse Zuidas. De drukte van de stad is hier niet ver weg en toch fluiten de vogels aan alle kanten en groeit en bloeit er nog van alles in de parkachtige omgeving. Hippe joggers, jonge gezinnen met kinderen in een bakfiets en katterige studenten, dit is Amsterdam in optima forma.
De rust in
We laten de drukte van het Amsterdamse Bos weer achter ons en lopen door het voormalige Arboretum van de Vrije Universiteit door Amstelveen. Ooit werden hier allerlei exotische bomen en struiken aangeplant ter bestudering. Toen dat niet langer nodig was, is het terrein overgedragen aan de gemeente Amstelveen, dat het nu als park beheert. Het is een groene long in de stad, waarlangs je zo het weidegebied van groengebied Amstelland in loopt. Daar zijn we blij mee, want hoe leuk al die stadse drukte ook kan zijn, in ons hart gaan we toch voor de rust en stilte. Wandelend kom je die op de meest onverwachte plekken tegen, ook in de polder tussen Amstelveen en Ouderkerk aan de Amstel. Schaapjes knabbelen gras in de weide, een groep witte ganzen dribbelt van het hek weg als we dichterbij komen. Langs de Amstel liggen bootjes, de meeste met een beschermend zeil afgedekt. Een blauwe reiger staat onverstoorbaar op één poot boven op een boot en verblikt of verbloost niet als we hem op de foto willen zetten.
Eindbestemming Ouderkerk
Het zonnetje staat inmiddels laag als we langs een paar knappe buitenhuizen aan de rivier het dorp Ouderkerk aan de Amstel binnen lopen. Dat is niet alleen een mooi, oud dorp, het heeft ook een rijke geschiedenis. Een van de bekendste bezienswaardigheden is de Joodse begraafplaats Beth Haim. De Portugees-Joodse gemeenschap speelde een belangrijke rol in de Gouden Eeuw. In 1614 kregen zij van de gemeente Amsterdam toestemming om een stuk grond te kopen in Ouderkerk voor een eigen begraafplaats. Nu is er nog een aantal monumentale gebeeldhouwde grafstenen te bewonderen. De stenen van de meeste ‘gewone’ graven zijn inmiddels weggezakt in de veenachtige ondergrond, waardoor het lastig is om te bepalen hoeveel graven er precies zijn. Naar schatting zijn hier zo’n tienduizend mensen begraven. Na dit laatste culturele uitstapje gaan we op zoek naar een plek om de vermoeide benen te laten rusten en de innerlijke mens te versterken. Horeca genoeg hier, gelegen in het historische hart, met zicht op de Amstel. Morgen de volgende etappe?
Praktische informatie
Voor dit artikel liepen wij drie etappes van het Noord-Hollandpad, dat in totaal 270 kilometer langs is.
• Etappe 8: Driehuizen – Krommenie, 22 km
• Etappe 9: Krommenie – Halfweg, 25 km
• Etappe 10: Halfweg – Ouderkerk aan de Amstel, 22 km
De etappes zijn beschreven in de bekroonde gids Noord-Hollandpad – Van Texel naar Het Gooi, Vladimir Mars, Uitgeverij Open Kaart, 2e druk ISBN 9789075437461. Deze is voor € 13,95 te bestellen in de boekhandel, via www.noordhollandpad.nl en uitgeverij@openkaart.nl
Openbaar vervoer
Start- en eindpunten van de etappes zijn per openbaar vervoer bereikbaar; alleen Driehuizen heeft geen bushalte. Alternatief is om in Schermerhorn te beginnen, waarmee de eerste etappe circa 5 km langer wordt. Of te starten in Akersloot (6 km korter). Wij lieten ons afzetten in Driehuizen.
Horeca
Langs de drie beschreven etappes vind je verschillende gelegenheden om iets te eten of drinken. Houd er wel rekening mee dat die tussen oktober en april niet altijd geopend zijn.