Opleving van absint distilleerderijen op toeristische routes
Steeds meer nieuwe kleine distilleerderijen vestigen zich in de Franse regio Bourgogne-Franche Comté en in het aangrenzende Zwitserland. Ze zijn te vinden langs de toeristische route van de Absint.
“Bourgeois, La Semilla, Marguet,… het aantal kleine distilleerderijen op de toeristische route van de Absint neemt voortdurend toe” zegt Elisabeth Contejean, directrice van het toeristenkantoor van de Franse stad Pontarlier, tevreden. Ze vestigen zich naast marktleiders Guy en Pernot en illustreren de wederom stijgende populariteit van absint.
Toeristen zijn welkom in deze Frans-Zwitserse grensregio. Zij kunnen distilleerketels bewonderen, absint proeven en kopen en veel leren over de geschiedenis van dit mythische elixer. Daarbij worden soms ook geheimen zoals het bestaan van ‘koude bronnen’ verhandeld. Dat zijn typische bronnen van het Juragebergte, die het hele jaar door een temperatuur van 4°C hebben en door vrijwilligers op bijzondere wijze benut worden. Op een ‘geheime’ plaats vinden ‘ingewijde’ wandelaars absint, glazen, absintlepels en een fooienpotje. Die druppelen een wolkje van de ‘groene fee’ in het koele bronwater, alvorens zij hun weg door het Middelgebergte vervolgen. Als tegenprestatie laten ze een kleine fooi achter en melden ze telefonisch als de fles bijna leeg is.
Geschiedenis van absint
Absint werd eind 18e eeuw uitgevonden in het Zwitserse dal van de Val-de-Travers. Het is gemaakt door maceratie en distillatie van: alsem, anijs, venkel, citroenmelisse en hyssop. Zwitserland hief een hoge uitvoerbelasting. Daardoor besloten enkele Zwitserse distilleerderijen zich in het aangrenzende, op 837 m hoogte gelegen, Franse Pontarlier te vestigen.
De absint consumptie kwam pas echt op gang vanaf 1830, toen de koloniale Franse strijdkrachten absint gebruikten om hun water te zuiveren. Toen ze na hun overwinning terugkeerden in Frankrijk hebben ze dit gebruik voortgezet. Ze lieten zich in Parijse cafés en de bistro’s van de garnizoenssteden absint serveren. En de bevolking nam deze gewoonte van hun succesvolle helden over.
In de 19e eeuw ontwikkelde absint zich tot een aperitiefdrank bij uitstek. Het beleefde zijn hoogconjunctuur rond het jaar 1900 toen er in Pontarlier 25 distilleerderijen, 111 bistro’s, cafés en kroegen waren en 15 miljoen liter absint werd geproduceerd, waarvan alleen al 7 miljoen liter in de distilleerderij van Pernod. Het ‘groene absint uur’ was vooral populair bij kunstenaars en schrijvers zoals Rimbaud,
Abrupt einde aan de absint
Verlaine, Toulouse Lautrec en Van Gogh. Zij hoopten met een glas absint nieuwe inspiratie te vinden voor hun werk. Het was de bloeiperiode van het cabaret, de Moulin Rouge, Chat Noir, de gouden tijd van de Franse Cancan. Maar met de toenemende overmatige consumptie van absint kwam er een abrupt einde aan de absint. Op 17 maart 1915 werd door het Franse parlement unaniem de wet goedgekeurd die de productie en consumptie van absint verbood. Het Zwitserse volk had zich al op 7 oktober 1910 uitgesproken voor een verbod op absint.
Het einde van de absint consumptie betekende het begin van de mythe van het verboden drankje en de illegale handel. Absint werd jarenlang naar de achterkamers van de bistro’s verbannen. Een dessert met absint voor president Mitterrand ten tijde van het verbod veroorzaakte een schandaal.
Sinds mei 2011 mogen gedistilleerde dranken weer onder de legendarische naam ‘absint’ verkocht worden. Sindsdien heeft de drank een comeback gemaakt en is het in 2009 uitgezette toeristische parcours ‘de route van de Absint’ steeds populairder geworden.
Informatie over de route van de absint: www.routedelabsinthe.com/en
Photos : CRT Bourgogne-Franche-Comté, Guillaume PERRET / Route de l’Absinthe