De Drie Provinciën (6-12-18km), Bakkeveen Frl
Wandelroute ‘De Drie Provinciën’ voert u door Friesland, Groningen en Drenthe. Het traject bestaat uit twee lussen (6 en 12 km) die u ook afzonderlijk kunt lopen. Vanuit het Friese Bakkeveen wandelt u urenlang door een bijzonder gevarieerd landschap van bos, heide, stuifduinen en een beekdal op de grens van de provinces.
Langs oude lanen en door de ‘Bakkeveenster Duinen’ wandelt u naar het gehucht met de legende ‘Allardsoog’, de vroegere volkshogeschool (nu trainingscentrum) met dezelfde naam, en het met grenspalen gemarkeerde drie-provinciën-punt. Door o.a. het ‘Mandeveld’ langs een verzetsmonument teruggekeerd op het startpunt begint u wel of niet aan de volgende lus: Met Natuurmonumenten door het flora- en faunarijke landgoed de ‘Slotplaats’ naar onder andere het stroomdal van het ‘Koningsdiep’ en eeuwenoude beuken.
Start-/eindpunt ‘de Slotplaats’ (nu Theehuis de Slotplaats van Natuurmonumenten) te Bakkeveen is ook per OV bereikbaar.
Start- en eindpuntTheehuis de Slotplaats / VVV Bakkeveen
Foarwurkerwei 3
9243 JZ Bakkeveen
N53° 04.989′ E6° 15.125′
OV: bus vanuit Drachten of vanaf NS-station Assen tot halte ‘Wâldsang’, Bakkeveen
Zet uw auto op de parkeerplaats van de Slotplaats en VVV
Tips voor onderweg
- Negeer zijwegen en paden, tenzij anders vermeld
- Draag stevige waterdichte (wandel)schoenen
- Onderweg komt u horeca tegen
- Neem voldoende proviand, uw camera en verrekijker mee
- Honden zijn aangelijnd welkom
- Respecteer natuur en landschap
- Geniet en haast u niet
Routebeschrijving
1 Lus 1
Vanaf de voorkant van de Slotplaats koerst u over het bruggetje rechtdoor de voormalige laan (nu vooral fietspad) ‘Slotleane’ in. Blijf hem volgen.
U kruist hierbij de jammer genoeg op vele plaatsen afgedamde oude Compagnonsvaart die ooit werd gegraven om enorme veengebieden te ontwateren, turf af te voeren en later ook Drenthe met de Friese wateren te verbinden.
Onderweg ontdekt u links in het weiland een schapenhok met de sleutels uit het wapen van Leiden.
Even voordat u naar rechts de ‘Skeane reed’ op gaat, attendeert een aardig pensionnetje u op hun ‘bêd en brochje’.
Koers op de kruising met smalle verkeersweg rechtdoor het bospad op.
2 Op de T-splitsing slaat u linksaf en volgt het pad met de bocht mee naar rechts en meteen daarna op de Y-splitsing naar links.
Blijf het bospad volgen, hou ook op de eerstvolgende Y-splitsing links aan en betreed via het klaphek het begrazingsgebied.
De groene paaltjes wijzen u verder de weg naar ‘Allardsoog’.
Het fraaie natuurgebied tussen de oude turfvaart en Allardsoog heeft een totale lengte van ongeveer 5 km. De Bakkeveenster schooljeugd liep rond 1930 deze afstand elke vrije woensdagmiddag naar hun lessen handvaardigheid, sport en spel.
In de Bakkeveenster Duinen zorgen schapen en Schotse Hooglanders voor het behoud van natuur en landschap. Het gebied is groot maar de kans is zeker niet klein dat u de noeste werkers nog tegenkomt.
Let op: Grote grazers zullen van nature eerder een stap opzij doen voor u dan andersom. Maar toch, respecteer ze, bewaar een metertje of 15 afstand en kom nooit tussen moeder en kalf. Dit laatste vooral om mogelijke ongelukken te voorkomen. Hier vind je meer tips over hoe je met grote grazers omgaat.
Bij Allardsoog aangekomen verlaat u het begrazingsgebied via het klaphek en wandelt rechtdoor. Hou het witte gebouw dus aan uw rechterhand.
Bakkeveen, ooit niet meer dan een boerennederzettinkje op hogere zandgronden temidden van een uitgestrekt veenmoeras, maakte pas (als Veenkolonie) haar eerste groei door nadat rond 1650 werd gestart met de ontginning van het veen.
Toen uiteindelijk alle veen was afgegraven, kwam echter de armoe. De bedrijfjes van de bevolking, die zich ging toeleggen op landbouw en veeteelt, waren veel te klein en niet rendabel. De crisis van de jaren 1930 deed er nog eens een schepje bovenop.
Toen kwam ‘omke Jarig’. Wethouder Jarig van der Wielen zette zich in voor de bevolking. Hij kwam met een werkverschaffingsplan en liet in 1935 honderden arbeiders het Mandeveld afgraven. In 1931 haalde hij al de enige volkshogeschool van Nederland naar Bakkeveen. Ofwel naar ‘Allardsoog’, een oude herberg op de plek waar ‘Allard’ Scheltinga rond 1800 landeigenaar was. Allard had in de voorgevel van zijn huis een oog laten inmetselen om zo ook na zijn dood zijn in het veen werkende drie zoons in de gaten te kunnen houden: één in Friesland, één in Groningen en één in Drenthe.
Bewandel verder het asfaltweggetje tot aan de smalle verkeersweg en sla rechtsaf.
In de rechtse bocht vindt u een replica? van het oog van Allard.
3 Pal voor café restaurant ‘De Drie Provinciën’ gaat u rechtsaf de ‘Nije Drintse wei’ op.
Let op de grenspaal in de sloot aan uw linkerhand naast de 1 km lange ‘Landweer’, verdedigingswerk uit de 14e of 15e eeuw. Zie informatiebord.
Sowieso is deze omgeving een krijgsmuseum op zich. Vele oorlogen speelden zich hier af. Even voorbij het café restaurant, richting Een, herinnert een aantal schansen aan de woelige tijden in de zestiende eeuw. Ook sporen van de Tweede Wereldoorlog zijn vertegenwoordigd. Het meest in het oog springend is wel de zwerfsteen in het Mandeveld. Op 10 april 1945, nog geen maand voor de bevrijding dus, werden 10 Groningse verzetsmensen gefusilleerd. Hun namen staan voor eeuwig in de kei gegrift. De graficus Hendrik Werkman was één van hen.
Bij de eerstvolgende bossingel links kiest u het bospad (bord ‘Monument verzetsstrijders’) en volgt verder de groene paaltjes.
U wandelt over het Mandeveld. Het verzetsmonument vindt u onderweg rechts van het pad.
U slaat aan het eind van het pad op het asfaltweggetje linksaf, houdt de groene paaltjes in het vizier en volgt dus even later naar rechts de bosrand.
Ook in het bos aangekomen gaat u met de paaltjes (soms ook rood/groen) mee naar links. Zij wijzen u de weg terug naar Bakkeveen.
Onderweg vindt u links van het pad meerdere met fraaie water- en oeverflora begroeide ‘dobbes’: moerassige veenmeertjes, vroeger door het vee dankbaar gebruikt als drinkpoelen.
De Poepedobbe herinnert aan langstrekkende Duitse seizoenarbeiders (poepen). Zo rond de zeventiende tot negentiende eeuw liepen deze oosterburen in een tijdsbestek van ongeveer veertien dagen op klompen naar Friesland om te maaien of met garen, band en textiel de Nederlandse manufacturenmarkt te veroveren. -De zogenaamde ‘lapkepoepen’; later rijk geworden als Voss, Lampe en C&A-.
Ook doorkruist u opnieuw een deel van het duinengebied; restanten van enorme zandverstuivingen.
Met name de grote duinpan bijna aan het eind van het pad (rechts), is nog steeds goed voor een geslaagd schoolreisje.
4 Direct na de hoge uitkijktoren aan uw linkerhand gaat u naar links langs het hek en slaat op de parkeerplaats rechtsaf.
Sla vervolgens voor de verharde weg linksaf en volg het voetpad tot in het dorp. Wandel door tot aan de vaart en sla rechtsaf.
Slalom over de voormalige brink en blijf de vaart aan de linkerzijde volgen richting Frieschepalen.
Tja, wat is een brink nog zonder bomen en een vaart met dam in plaats van een sluisje?
Kuier door naar waar u begon: Theehuis de Slotplaats.
Wilt u liever nog even langs de laatste rustplaats van Omke Jarig en Hendrik Werkman, volg dan nog even de stippellijn langs het kerkhof.
Theehuis de Slotplaats is nu van Natuurmonumenten. Dit voorhuis van een voormalige boerderij hoorde ooit bij het met blauwe pannen gedekte verdwenen slot ‘Blauwhûs’. Eigenaar was Grietman van Aylva. In 1668 liet hij het bouwen op de hogere zandgronden tegenover zijn turfwinning. In eerste instantie gebruikt als zomerverblijf, werd het later permanent bewoond. Vanaf de boerderij is een zichtlijn die precies naar de Groningse Martinitoren wijst. Van een park is niets terug te vinden, hooguit nog enkele lanen en wat overblijfselen van een sterrenbos. Het slot werd in 1838 afgebroken en resteert enkel nog het theehuis van Natuurmonumenten en het koetshuis van de VVV.
5 Lus twee
Vanaf de parkeerplaats wandelt u over het bruggetje rechtdoor naar het bos achter de Slotplaats en volgt de blauwgele paaltjes 6 km lang door het fraaie landgoed de ‘Slotplaats’.
Landgoed De Slotplaat.
Dit landgoed werd door de vorige eigenaren voortdurend ontwaterd ten behoeve van de bosbouw en zo ingericht dat het hout snel kon worden afgevoerd. Dit laatste ziet u aan de rechte en brede paden.
In dit ‘rabattenbos’ plantte men vanaf 1700 voor houtproductie interessante bomen op lange smalle: kunstmatige ophogingen. Zonder deze ‘rabatten’ hadden ze nauwelijks kans van overleven. U herkent ze vast.
Natuurmonumenten streeft andere doelen na: een natuurgebied met een grote verscheidenheid aan inheemse bomen en planten, goed voor wandelaar en dier.
Op de grote stille heide
Heide bepaalde hier ooit het landschapsbeeld. Kenners zullen onder de oude dennen nog planten herkennen als struik- en dophei, pijpenstrootje en vossebes. Zolang er maar genoeg licht door de bomen komt en de bodem voedselarm is, zullen ze in de ondergroei aanwezig blijven. Naast de rechte vakken naaldbos zult u ook ander, gevarieerder bos zien. Natuurmonumenten deed aan ‘natuurlijke verjonging’ en schieten nu inheemse bomen als berk, eik en lijsterbes als paddestoelen uit de grond. Ook de fauna vaart er wel bij. Door de verscheidenheid aan bomen en planten vinden vele vogelsoorten als zwartkop, wielewaal, spechten, mezen en de appelvink hier hun thuis.
Beekdal van het Koningsdiep
Gevoed door kwelwater kent het stroompje het ‘Koningsdiep’ haar oorsprong in het gebied ten noorden van Bakkeveen. Net als vele andere Nederlandse beken werd ook zij helaas tijdens de ruilverkaveling in de jaren 1960 van haar sierlijke meanders ontdaan en rechtgetrokken. Dankzij de kunstmest was de natuurlijke bevloeiing van het landschap overbodig geworden en vond de agrarische sector een snelle ontwatering van de hooilanden belangrijker dan een fraai stuk ongerepte natuur.
Tegenwoordig werken instanties als Natuurmonumenten hard om dit soort natuurgebieden zoveel mogelijk in originele staat terug te brengen en vooral ook daarmee de oorspronkelijke flora en fauna een nieuwe kans te geven.Wie weet, krijgt ook deze beek ooit nog eens haar eigen gezicht terug!
Pingo’s en stuifkuilen
Vennen zijn veelal pingo’s of stuifkuilen. De pingo, ook wel dobbe genoemd, is te herkennen aan zijn aarden wal rondom en is ontstaan door een grote smeltende ijskern aan het einde van de laatste ijstijd, ruim 10000 jaar geleden. Stuifkuilen ontstonden in stuifzandgebieden. Vol water gelopen verlandden en verveenden ze veelal daarna. Toen de turf als brandstof werd ontdekt, hield de mens ze vaak weer open of werden ze ontwaterd ten behoeve van de bosbouw.
Rust ten gunste van de fauna
Vooral in de grote bosvakken heerst rust en stilte waardoor vele schuwe maar ook zeldzame dieren er gemakkelijk een schuilplaats of ‘huisvesting’ vinden. Voorbeelden zijn: vele reeën, de boommarter en roofvogels als havik en bosuil.
Natuurmonumenten, ruim je rommel nou eens op!
Een omgevallen boom, afgewaaide dikkere en dunnere takken, u komt ze vast tegen. Het lijkt wat slordig maar volgens de wet van een natuurlijk bos geldt dat de mens er met zijn handen vanaf blijft. Dit doet moeder natuur helemaal zelf! Het duurt wel even, maar voordat het zover is, hebben heel wat dieren en planten ervan kunnen profiteren. Vele larven en insecten leven in het dode hout. Het geheel vormt weer een ruim gedekte tafel voor de vogels. En uiteindelijk zullen de rottende restanten een rijke voedingsbodem zijn voor vele paddestoelen en mossen.
Een rondje om de beuk
Langs de ‘Beakendyk’, oudste en ooit belangrijkste ‘verkeersader’ tussen Friesland en Drenthe, vindt u zeven eeuwen oude beuken. Een rondje om de dikste stammen kost u al gauw twaalf flinke stappen. Arme hannekemaaiers (seizoensarbeiders) uit Duitsland trokken over de dijk richting Drenthe en Friesland om daar te gaan werken.
Uiteindelijk komt u vanzelf terug waar u begon: Theehuis de Slotplaats. Einde van deze Wandel-weg-route.
Meer informatie
Deze route werd met zorg samengesteld. Mocht u desondanks toch onduidelijkheden in route of routebeschrijving ontdekken, dan wordt melding hiervan erg op prijs gesteld. Dit geldt natuurlijk ook voor onverhoopte wijzigingen in het landschap.
Uiteraard wandelt u zo’n beschreven Wandelroute op eigen risico.
De Drie Provinciën, augustus 2006. Auteur; Dave Bekkema.
Gecontroleerd en tekst gewijzigd in augustus 2017.