terug

Zuid-Limburg: Safari in de Schinveldse Bossen

Je bent in het uiterste noordoostpuntje van Zuid-Limburg. Als het geen zweefvliegtuig is dat over je hoofd scheert, is het een laagvliegende AWACS-jet van de NAVO-basis net over de grens. Toch zijn de Schinveldse Bossen een oase van rust. Ook de inwonende Schotse hooglanders storen zich nergens aan.

TEKST & FOTO’S JONATHAN VAN DE VOORDE

Oude kleigroeve.
Oude kleigroeve. Geen officiële highlight, toch zo mooi: Jonathan Vandevoorde

Op het zonnige terras van eetcafé De Lier vlak bij het dorp Schinveld wacht ik tevergeefs op het eerste zweefvliegtuig. Vandaag is woensdag, er is geen vlieger te zien. Boswachter José Hermens van Natuurmonumenten houdt mij tijdens de lunch gezelschap. Ze geeft mij een snelcursus ‘Schinveldse Bossen’, en haalt meteen een kopie van een Tranchotkaart uit 1850 tevoorschijn, zo’n heerlijk tekenwerkje met sierlijke letters en waar moerassen nog als moerassen ingetekend staan en bossen die, tja, er toen eigenlijk niet waren? “Hier zitten wij”, wijst ze midden in een moerasgebied. “Nu allemaal cultuurlandschap. Vanaf de middeleeuwen werden hier akkers aangelegd. De bossen die je vandaag zult tegenkomen dateren van tijdens en na de Industriële Revolutie.” Ze toont mijnbossen waarvan het dennenhout voor de ondersteuning van mijnschachten werd gebruikt. En ook natte broekbossen, vanwege de subtiele hoogteverschillen. “Daarin hebben we een tachtigtal Schotse hooglanders loslopen. Die vreten ’s winters ondergroei weg, en ’s zomers onkruid en gras.

Zo wordt het landschap divers en afwisselend gehouden. Dat is ook goed voor de biodiversiteit. Schotse hooglanders? Die wil ik wel eens tegenkomen. Ik ken ze nog van vroeger, vlakbij mij thuis waar ze enkele jaren in de uiterwaard rondgelopen hebben, maar zo’n rund in het donker bos tegenkomen lijkt mij spannender.

Vijf sterren

Het weer is aan het kantelen. Hoog tijd om op pad te gaan. José heeft me de vijfsterrenwandeling aangeraden. “Dat is geen officieel keurmerk hoor”, lacht ze. “Het verwijst naar de vijf highlights langs de wandeling” (zie kader). Ze reikt mij de brochure aan met uitleg en een wandelkaartje op de achterkant. De brochure bevat ook een trits scheurcoupons voor korting bij de horecazaken onderweg. Sympathiek. De zweefvliegclub blijkt highlight nummer drie te zijn. “Ja, maar daar zijn we hier in Limburg wel erg trots op! Dit was de allereerste zweefvliegclub in de provincie.” Prima hoor. Nog vier te gaan. Ik vertrek dus bij hoogtepunt nummer drie.

Dat geeft overigens niet; er zijn verschillende instappunten met parkeergelegenheid langs deze bijna negen kilometer lange ronde, en ik word geacht ’m linksom te lopen. Ik wandel eerst onder een hoogspanningsleiding langs de Roode Beek waarvan de ooit rechtgetrokken loop recentelijk naar een natuurlijke, meanderende staat is teruggebracht. IJzer kleurt het water oranje, vandaar de naam. Er staat een gereconstrueerde middeleeuwse pottenbakoven als herinnering aan een belangrijke economische activiteit in de streek. Langs de rand van het dorp Schinveld draai ik zuidwaarts en daarna zuidoost. Als ik minuten later het bos in duik, begint het te miezeren. Ik bereik de Lammendam Schans, de archeologische resten van een omwalde hoeve. Bordjes maken duidelijk hoe het complex in de middeleeuwen eruit gezien moet hebben. De oude wal is nog zichtbaar. Een plankier en een doorgang van houten palen geeft aan waar de toenmalige ingang, een ophaalbrug, moet geweest zijn. Zowat heel Zuid-Limburg behoorde vroeger toe aan de Heren van Valkenburg. Conflicten met de Oosterburen waren er toen ook al, had José mij verteld. Vandaar dat er op diverse plekken geometrisch lopende aarden wallen in de Schinveldse bossen te zien zijn: restanten van versterkingen rond boerderijen, zoals deze.

Hooglanders

Dan loop ik door een stevige poort beslagen met diverse waarschuwinsbordjes: Houd 25 meter afstand van de Schotse Hooglanders, en: bij problemen, bel telefoonnummer 0… Dat, en het steeds somber wordende weer, maakt mij wakker uit die gedachtenloze staat van ontspanning die zich van mij meester maakt als ik langere tijd alleen aan het wandelen ben. Aan niets hoeven denken… Schotse hooglanders zijn geen wilde roofdieren, maar nu ben ik alert. Wat als ze kalfjes hebben en ik kom per ongeluk tussen moeder en kalf te staan? Ik hoor ergens in het bos een rund loeien, steeds dichterbij. Ter hoogte van een grote vijver honderd meter voor me zie ik een groep beesten op het brede pad liggen. Eén enorm exemplaar loopt nerveus te loeien, ziet mij, en komt langzaam mijn kant op, mij aankijkend. Wat nu? Ik consulteer snel de kaart op mijn wandel-app en besluit om de plas heen te lopen. Honderd meter die kant uit kom ik twee kalfjes tegen tussen de struiken. Geen wonder dat die hooglander zo nerveus was.

Ik loop verder langs de vijver en hoor het geloei achter mij verdwijnen. De plas is een volgelopen kleigroeve die, vreemd genoeg, niet als een van de hoogtepunten gemarkeerd staat. Met de reflectie van de bosrand in het stille water is dit een perfect plaatje, ook zonder dat de zon schijnt. Ik vind het met vijfsterrenpaaltjes gemarkeerde paadje terug en heb niet lang meer te gaan, terug naar De Lier. De paaltjes leiden mij eerst nog naar Nonke Buusjke, een rustieke museumboerderij die de landbouwtechnieken uit de negentiende eeuw toepast, maar dan blijkbaar alleen op de dag des Heeren … Als ik terug bij het restaurant van de zweefvliegclub arriveer, is het – om het zacht uit te drukken – al lang geen terrasjesweer meer. Dan maar huiswaarts.

De gelopen route door de Schinveldse Bossen (RR10) is ongeveer 8,8 km lang en duidelijk gemarkeerd. De route is te
downloaden via www.vvvzuidlimburg.nl/routes voor navigatie met een wandelapp. Meer weten? 

5 STERREN, 5 HIGHLIGHTS

LAMMENDAM SCHANS

In de middeleeuwen stond hier de Leiffaertshof. Door een grote brand is het hof in de as gelegd, waarbij de dochter des huizes is omgekomen. De dorpslegende vertelt dat haar geest langs de bosrand ronddwaalt in een wit gewaad: la Madame Blanche, in de volksmond bekend als ‘De Witte Juffer van de Lammendam’.

NONKE BUUSJKE

Aan de rand van de Schinveldse Es bevindt zich Nonke Buusjke, een bijzonder museumdorp. De akkers rondom worden bewerkt door de Natuurmonumenten, zonder tractors maar met paardenkracht.

ZWEEFVLIEGVELD ELZC

Een groot, open grasveld in het noordelijkste deel van het gebied is de start- en landingsbaan van de Eerste Limburgse Zweefvlieg Club (ELZC). De vereniging werd opgericht in 1934 en voerde de eerste vluchten uit vanaf de Heksenberg. Naast het vliegveld is restaurant De Lier, waar een hapje en drankje wachten.

DAL VAN DE ROODE BEEK

water op sommige plaatsen rood kleurt. Het dal vormt een prachtig natuurgebied waar vochtige heide en hellingveen elkaar afwisselen. Zeldzame planten, zoals de watergentiaan en de kleine veenbes, kunnen hier goed vertoeven. In deze omgeving is aardewerk gevonden, afkomstig uit de middeleeuwse pottenbakkerstijd. In het dal van de Roode Beek ligt een kunstmatige heuvel, opgeworpen met de grond die tijdens werkzaamheden aan de Roode Beek is vrijgekomen. Boven op deze heuvel is het genieten van het panoramisch uitzicht.

SCHINVELDSE ES

Tussen Schinveld en de Schinveldse Bossen ligt een open, agrarisch cultuurlandschap,
de Schinveldse Es. Je vindt er kruidenrijke graslanden waar ook een zeldzaam runderras zijn thuis vindt, de heidekoe.

 


Bekijk ook deze items