terug

Het Vechtdalpad: de mooiste meerdaagse wandelroute van Nederland

Bij Darfeld en Schöppingen in het Duitse Münsterland, ontspringt de Vecht. Na bijna 120 kilometer komt de rivier bij Gramsbergen (Overijssel) Nederland binnen. Nog eens 60 kilometer later mondt de rivier uit in het Zwartewater, bij Zwolle. Bij deze wandeltocht lopen wij langs het Nederlandse stuk van de rivier en over de wandelroute die zijn naam ontleent aan het door de rivier gevormde dal: het Vechtdalpad. Samen met het Twentepad vinden wij deze wandeling tot de allermooiste meerdaagse wandelroutes van Nederland behoren.

Tekst & beeld: Hans Plas | www.oranginas.nl

Vechtdalpad

Geschiedenis van het Vechtdal-landschap

Het huidige Vechtdal-landschap ontstond tijdens de laatste ijstijden. Eerst kwam het landijs, van 200.000 jaar voor Chr. tot 130.000 jaar voor Chr. Deze kruiende ijsmassa zorgde voor de wallen en de heuvels in onder andere Twente en Salland. Daarnaast bracht het ijs ook grote hoeveelheden zand, klei, keien en grint met zich mee. Daarna kwam er door een harde noordelijke wind ladingen dekzand over deze heuvels heen.

De Vecht zocht zich nadien een weg door deze zandheuvels. Van oost naar west. Zoals de Dinkel – met ook een prachtige wandelroute – dat in die tijd eveneens deed. Langs de bedding van de Vecht vormden zich kleinere wallen en rivierduinen.

De invloed van de mens

Naar men aanneemt vestigden de eerste bewoners zich in de prehistorie op de hogere zandduinen. Dat waren waarschijnlijk in deze streek ook de enige plekken waar het kon. De rest was moeras, zompig veen en nat. Om voor de hand liggende redenen, was deze omgeving niet echt geschikt om te wonen. De uitgang “berg” van vele naamplaatsen in dit gebied verwijzen nog naar deze hoogten. Een zekere mate van chauvinisme was de naamgevers niet vreemd.

Een paar duizend jaar voor Chr. vestigden de eerste boeren zich in het gebied. Bossen werden gekapt, schapen leverden mest voor de heidevelden. Met behulp van een heide-mest mengsel uit de stallen groeiden er steeds hoger wordende essen in de streek. Je kunt ze tijdens de wandeling goed zien. De werkwijze van de boeren hadden overbegrazing tot gevolg. Zo verschraalde de bodem, verdwenen hele stukken bos en werd de begroeiing werd eentonig. Vervolgens kreeg de wind vat op het zand en zo ontstonden er diverse zandverstuivingen en stuifduinen. Tijdens de tocht kan je hier in de buurt van Beerze kennis mee maken. De enorme verstuiving heeft de passende naam Sahara gekregen!

Wandelen Twente

Edellieden en ruilverkavelaars

De adel bouwde diverse buitenplaatsen in het Vechtdal Huizen, havezaten en kastelen. En die wisten wel waar de mooie plekjes waren. Je zult hun bouwsels onderweg veelvuldig tegenkomen.

Met de komst van de kunstmest werden de schapen overbodig, waardoor veel heidevelden verdwenen. Mede met de inzet van werklozen, kwamen de ontgonnen gebieden uiteindelijk in handen van de ruilverkavelaars. Het efficiëntie-denken en de Boerenleenbank deden hun intrede en de rest is geschiedenis. Niet per se een vrolijk verhaal, maar er is nog heel wat fraais overgebleven.

De route: Zwolle-Dalfsen

Als je de route begint op het treinstation van Zwolle, neem dan al wandelend nog even snel een kijkje in de oude binnenstad van Zwolle. Vanuit de oude Hanzestad, gaat de route naar de monding van de Vecht in het Zwartewater. Onderweg wandel je langs prachtige vergezichten over water en weilanden en (met wat geluk) prachtige luchten.

Op de bult bij Westerveld heb je een fraai uitzicht op de plek waar de Vecht in het Zwartewater stroomt. Ook kijk je uit op het plaatsje Hasselt, een Hanzestad met tientallen oude monumentale bouwwerken. Hierna passeer je de Agnietenberg, waar Thomas a Kempis (ca 1380 – 1471) zijn wereldberoemde “Imitiatione Christi” schreef. Tijdens de middeleeuwen was dit een kloostercomplex, maar in 1591 zette het protestantse gemeentebestuur van Zwolle deze orde eruit. Tegenwoordig doen de gebouwen dienst als restaurant en huwelijkslocatie.

De route gaat hierna veelal door een weids rivierenlandschap en langs een dode rivierarm. Hier zijn in de loop der jaren hele specifieke natuurgebiedjes ontstaan met bijzondere flora. Gele plomp, waterlelie, blaasjeskruid (de watervlooien eter), kalmoes, waterzuring, liesgras.

Bij het NS Station Dalfsen steek je de Vecht over. Met wat geluk zie je aan de rechterkant, in de verte, kasteel Rechteren. Dit is het enige kasteel uit de Middeleeuwen dat in Overijssel bewaard is gebleven. In het kasteel zou een spookkamer zijn, die al eeuwen niet meer is geopend. Het verhaal gaat namelijk dat daar ooit een hondsdolle jager zou zijn opgesloten. Zeker weten doen we dat echter niet.

Dalfsen-Ommen

Tussen Dalfsen en Ommen loop je eerst door een open landschap, langs de noordelijke oever van de rivier. Let na een paar kilometer goed op een bordje aan de rechterkant van de weg: hier mag je van de boer door het weiland tot aan de oever van de Vecht lopen. Naar een fantastisch plekje aan het water. Zouden ze het bordje expres zo klein hebben gehouden?

Blijf je de route volgen die het dichtst bij de rivier loopt kom je een aantal folly’s tegen: de kurketrekker, de theekoepel en de kluizenaarshut. Deze kunstmatige bouwwerkjes maken deel uit van het park in Engelse landschapsstijl, dat eind achttiende eeuw in de mode kwam. Hierbij plaatste men deze nepgebouwen om het landschap spannender en romantischer te maken. De kluizenaarshut is zelfs jarenlang voor echt doorgegaan.

Via een kleine omweg kom je bij herberg de Klomp, waar je lekker pauze kan houden. Na een welverdiende stop, loop je door de bossen van het landgoed verder richting Ommen. Op het punt waar de Regge en de Vecht samenkomen ligt de Ada’s Hoeve. In 1913 schonk de baron van Pallandt dit terrein aan de beweging van lord Baden-Powell, beter bekend als de padvinderij. Wie heeft hier niet gekampeerd? Even voor het eindpunt van deze etappe zie je Huize het Laar uit de 16e eeuw.
Overigens: langs de nabijgelegen Regge loopt het meerdaagse Reggepad. Weer helemaal up to date! Ook zeer de moeite waard!

Ommen-Mariënberg

De etappe van Ommen naar Mariënberg kent naast bos, wat heide, stuif- en rivierduinen ook de nodige klimmetjes. We blijven aan de zuidelijke kant van de rivier.  Al snel wandel je door de boswachterij Ommen, een redelijk donker bos. Niet geheel onlogisch, aangezien dit bos is aangelegd om de verstuivingen tegen te gaan. Als gevolg van de te forse “ondernemersdrift” van de plaggende boeren was de begroeiing namelijk flink uitgedund. Hierdoor werden de bovenste aardlagen al bij het eerste zuchtje wind weggeblazen. Wanneer je vlak langs de Sahara loopt, krijg dan een goed beeld van wat deze verstuivingen met het landschap doen.

Bijzonder fraai is de wandeling langs de rand van het bos de Heetdelle. Vergeet vooral niet af en toe om je heen te kijken: uiterst fraaie doorkijkjes op een landschap op de grens van nat en droog.
Hierna beland je in buurtschap Junne, een goed bewaard esdorp. Deze plaats heeft zijn naam gegeven aan een voor Nederland uniek natuurgebied: het Junner Koeland. Het gebied omvat hooiland, riviermeanders en schrale graslanden, die omgeven zijn door rivierduintjes en gemengd bos met zomereiken en struiken. In het gebied tref je een overvloed aan bloemplanten aan, waaronder struikheide, wilde gagel, grasklokje, Zwolse anjer (steenanjer), tijm en Jakobskruiskruid. Of zoals Caspar Janssen het in zijn krant-artikelenreeks en boek beschreef: “precies het landschap dat in de Oostvaardersplassen maar niet wil lukken”. *

Na Junne volgt een on-Nederlands traject over een es, vervolgens over een smal pad, op het laatst langs een flink stuk dode arm van Vecht, genaamd het Schoolpad. Je komt uit op camping de Roos, die toestemming heeft gegeven om je route over het campingterrein te vervolgen. Het is ook de enige mogelijkheid om onderweg eten en/of drinken te kopen. Tenminste, als de kiosk open is. Honden mogen er niet op, dus als je trouwe viervoeter mee is moet je omlopen.

Laatste loodjes

Na de camping is het klimmen geblazen door het Beerzerzand. Een tijd lang stuifduin op stuifduin af. Door de harde noordenwinden werd de droge bedding van de Vecht tijdens de ijstijd “leeg” geblazen en hoopte het zich even verderop weer op. Hoe dan ook: een fascinerende wandeling, die eindigt in het esdorp Beerze. Een beschermd dorpsgezicht, met veel authentieke Saksische boerderijen.

Vlak voor Mariënberg loop je nog langs een heidelandschap met veel jeneverbessen. Vervolgens loop je onder de Vechtbrug van de N36 en wandel je Mariënberg binnen te wandelen. Hier kun je de trein pakken richting Almelo, Emmen of Zwolle. Het Nederlandse deel van het pad gaat hierna nog verder naar Hardenberg en Gramsbergen. Die etappe hebben wij niet gelopen.
En voor de liefhebber: de route gaat in Duitsland gewoon verder……. tot aan de bronnen.

Algemene routetips

  • Kaarten
    Er is een fraaie wandelgids te koop bij de VVV’s van het Overijssels Vechtdal. Hierin vind je gedetailleerde topografische kaartjes van de etappes: “Het Vechtdalpad. Te voet langs de Overijsselse Vecht”
  • Markering
    De route is prima bewegwijzerd. Blauw – witte strepen, veelal de kleuren van een route langs een rivier.
  • Accommodatie:
    Diverse hotels en B&B ’s in de etappeplaatsen. Direct op de route ligt een camping (de Roos, Beerze), Kamperen bij de boer is ook mogelijk. Wildkamperen is niet toegestaan.
  • Vervoer:
    Alle etappeplaatsen hebben een treinstation met een half uurs verbinding met Zwolle of Emmen.
  • Honden: gezien het vele vee en de rustgebieden voor andere dieren is de route niet geschikt voor honden. Ook zijn er trajecten waar de hond, ook aangelijnd, niet welkom is.
  • Etappes:
    Zwolle – Dalfsen……………………..22 km
    Dalfsen – Ommen………..….……..14 km
    Ommen – Mariënberg………….…17 km
    Mariënberg – Gramsbergen……18 km
  • Totale afstand van de route: ruim 70 km

* Caspar Loopt, een voettocht door de landschappen van Nederland. Uitg. Atlas contact. 344 pagina’s.