terug

Mini-trekking in Drenthe

In deze tijd van thuiswerken hebben mijn vriend Job en ik behoefte aan natuur om ons heen. Wanneer ik lees over de cabiner-trekking in Drenthe is de keuze snel gemaakt. De combinatie van wandelen en in de natuur zijn spreekt ons erg aan. In juni 2020 vertrekken we naar Drenthe voor drie dagen unplugged en offgrid.

Tekst & beeld: Rianne Kaspers

trekking in Drenthe

Vanmorgen hebben we de deur van ons stadsappartement in Nijmegen achter ons dichtgetrokken. Terwijl de rest van Nederland op tweede Pinksterdag, de terrassen opgaat, zoeken wij juist de rust op. Na een autorit van bijna twee uur komen we aan in Elp, een klein plaatsje midden in Drenthe. De auto parkeren we op het terrein van Staatsbosbeheer. Vanaf nu gaan we te voet verder. We trekken de natuur in voor drie  dagen unplugged en offgrid. Wandelschoenen aan en rugzak op!

Bosbaden

Meteen na het startpunt komen we langs de Ieberenplas. Op deze warme, zonovergoten Pinksterdag is het druk bij de recreatieplas; kinderen spelen in het water, jongeren hangen op het strand en voor de kiosk staat een rij. Een verfrissende duik lijkt ons heerlijk, maar nú nog niet. Voor ons wordt het geen zonnebaden maar bosbaden. Wanneer we het eerste bospad inslaan laten we de drukte achter ons, en maken de eerste meters van de in totaal 32 kilometer die we de komende drie dagen gaan lopen. Als het aan mij had gelegen waren we voor de “extreme” variant gegaan met 20 kilometers per dag (al vind ik die benaming overdreven). Voor Job (geen doorgewinterde wandelaar) is de kortere variant echter de beste optie en daarmee ook voor mij en onze relatie.


Op de hoogte blijven van het laatste wandelnieuws?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en volg ons op Facebook, dan mis je niks!


Terwijl ik stevig doorstap op een zandpad tussen twee heidevelden in hoor ik Job achter me. “We zouden toch rustig aan doen?!” Ik zucht hardop. “Sorry!” Hij heeft gelijk. Vertragen was het voornemen maar dit blijkt in de praktijk lastig. Wat helpt is dat mijn zintuigen al wandelend op ‘aan’ lijken te gaan. Alsof ik meer zie, voel, hoor en ruik wanneer ik in de natuur ben dan wanneer in de stad loop. Ik voel de brandende zon op mijn blote armen, de kriebelende grassprieten langs mijn benen en ruik een combinatie van zonnebrandcrème en de verfrissende geur van naaldbomen. Dan hoor ik zoemende muggen bij mijn oor. Néé hè! We zijn Deet vergeten! Hoe kunnen we die nu vergeten zijn?! Terwijl ik al vloekend met het routeboekje de muggen van mijn armen en benen afsla, verdwijnt het genieten naar de achtergrond.

Back to basic

Na een wandeling van 1,5 uur zien we aan de overkant van een van de cabins liggen, verscholen in het groen. Slingerend tussen bomen en struiken lopen we het laatste stuk. Middenin de natuur staat daar ons huisje voor de nacht. Mijn irritatie over de vergeten insectenspray maakt plaats voor een gevoel van rust en ruimte.

De cabin is eenvoudig ingericht met een klein keukenblok, een wasbak, een tafel met zitbank en een tweepersoonsbed (plus vide met extra slaapplek). Verder heeft het hutje ook een rieten fauteuil met schapenvacht, houtkachel, waterpomp, douche en een droogtoilet. Vooral vanwege laatstgenoemde is het dus wel handig is als je elkaar wat langer kent. Door de grote glazen pui van het huisje kijk ik van binnenuit naar een levend schilderij.

Onthaasten lijkt hier vanzelf te gaan, al moeten we direct aan de slag voor drinkwater, een warme maaltijd en douche. We pompen grondwater op en maken (hoe vreemd dat ook voelt op deze zomerdag) de houtkachel aan. De ervaring om te koken op vuur willen wij niet missen. Dit blijkt tot de categorie slow cooking te behoren; alleen al het opwarmen van de zware, gietijzeren pan duurt een uur. Naast de pan verwarmt het vuur ook het water in de boiler. We kijken hoe de temperatuur van de thermometer op de boiler langzaam oploopt. “Ja, 70 graden! Je kan douchen!”. Terwijl het eten langzaam gaart, genieten wij van een korte douche. Met een bord curry en een streekbiertje nemen we ’s avonds plaats op de veranda. Langzaam eten blijkt niet voor ons weggelegd, binnen no-time hebben we onze diepe emaillen borden leeg. Samen kijken we hoe de ondergaande zon weer een schaduw over het bos legt. Ook al is de bewoonde wereld dichtbij, hier hebben we de natuur even voor onszelf.

Natuurlijk ritme

De volgende ochtend worden we gewekt door zonnestralen en fluitende vogels, gevolgd door een kikkerconcert vanuit het ven. Een kop vers gezette koffie met de percolator en een kom yoghurt met muesli en fruit vormen een goede start van de dag. We hebben zin in een nieuwe wandeldag, op naar de tweede cabin! Waar zal die staan? Wat zullen we vandaag tegenkomen op ons pad? Vlak voor vertrek repareert Job een afgeknapt oogje van zijn schoen, later op de dag gevolgd door een afgebroken rugzakgesp. Deze “akkefietjes” zijn te snel opgelost om ons wandelplezier te bederven; lang leve de multitool!

trekking in Drenthe

Naast overnachten in de natuur, helpt ook het wandelen ons om te ontspannen en vertragen. De beweging creëert een ritme, een prettige cadans die mijn hoofd tot rust brengt. Wandelen is slow travel in optima forma; verplaatsing te voet gaat simpelweg niet sneller dan stap voor stap. Als we dit even vergeten zijn, dwingt een pad dat door droogte uit mul zand bestaat ons terug te schakelen naar een lagere versnelling. Het pad, dat we de bijnaam ‘De Zandbak’ geven, roept irritatie op. “Dit is toch geen wandelpad?!”, roept Job. Ik knik instemmend. Nadat de wandelroute ons een paar honderd meter verderop een zijpad instuurt hebben we het nergens meer over. In stilte genieten we van het wandelen, de natuur en elkaars gezelschap. Ondertussen speuren mijn ogen de omgeving af naar het plaatselijke wild. Met name het Drents heideschaap, een Galloway rund, een wolf, das of ree staan op mijn verlanglijstje. Wanneer we aan het begin van de middag arriveren bij de tweede cabin, kan ik alleen de ree afvinken. Met een jong erbij, dat wel!

Hartje Drenthe

Op dag drie eindigt onze tocht op het punt waar we twee dagen eerder zijn gestart. De laatste meters wandelen we langs de Ieberenplas. Ditmaal stoppen we om de omgeving in ons op te nemen. Op deze doordeweekse dag is het er rustig. Het driehoekvormige meer is omringd door hoge bomen, met aan de overkant een lange rij donkergroene dennen. Het heldere blauwgroene water dat schittert in het zonlicht heeft een grote aantrekkingskracht.

cabiner-trekking

Door het benauwde weer zijn we bezweet, onze armen en benen voelen klam en plakkerig aan. Snel doen we onze rugzakken af en verruilen onze wandelbroek en sportshirt voor zwemkleding. De duik in het koude water is verkwikkend. Wanneer ik even later, met een handdoek om mij heengeslagen, op het bankje langs het meer zit, kijk ik om mij heen. We zijn dichtbij huis, maar toch ver weg. Met een beetje fantasie waan ik mij hier in Zweden, maar dit is toch écht hartje Drenthe.

Cabiner

In het Hart van Drenthe staan zeven cabins; duurzame wikkelhuisjes waarin je midden in de natuur kan overnachten.
De cabins zijn een samenwerking van Staatsbosbeheer en Cabiner. Je hebt de keuze tussen een verblijf van een of meerdere nachten in dezelfde cabin of een trekking waarbij je van cabin naar cabin wandelt. De wandelroutes zijn uitgezet door Rob Wolfs, bekend van de Trage Tochten.

Over de auteur

Rianne Kaspers houdt van reizen en outdoor activiteiten. In haar vrije tijd trekt ze er dan ook graag op uit; in eigen land of het buitenland. Met een notitieboekje en camera bij de hand legt ze vast wat ze tegenkomt op haar pad.

 


Bekijk ook deze items