De Cammino Celeste: hemelse route van ongekende variatie
Wil jij een pelgrimstocht door Italië maken? Dan is de Cammino Celeste voor jou een aanrader! Deze pelgrimsroute in Noord-Italië is minder bekend dan klassiekers als de Via Francigena, maar de ervaringen onderweg zijn er niet minder om. Je wandelt dwars door de regio Friuli Venezia Giualia, waarbij je langs eeuwenoude dorpjes, rivieren, vlaktes, de lagune en wijngaarden komt. Met als eindbestemming het eeuwenoude Heiligdom van Monte Lussari. Genoeg te zien dus!
‘Il Cammino Celeste’
Op de Cammino Celeste, wat letterlijk ‘Hemelse Weg’ betekent, loop je in de voetsporen van middeleeuwse pelgrims, die honderden jaren geleden de bergpassen trotseerden om Maria hun respect te betuigen. De eindbestemming van deze pelgrimsroute is namelijk het Heiligdom van Monte Lussari. Dit bedevaartsoord ligt op een gelijknamige berg van 1.790 meter hoog in de Julische Alpen, vlak bij de grens met Oostenrijk en Slovenië. De Heilige Maagd wordt hier al eeuwen aanbeden.
In de twintigste eeuw was de Cammino Celeste grotendeels in onbruik geraakt, maar met steun van de plaatselijke bevolking is het pelgrimspad in de zomer van 2006 weer in ere hersteld. Het hele traject gaat officieel door drie landen heen: Oostenrijk, Slovenië en Italië. Voor alle drie deze landen was Monte Lussari namelijk ook eeuwenlang een belangrijk bedevaartsoord. Het Oostenrijkse en Sloveens gedeelte van het traject zijn momenteel echter nog in aanbouw, waardoor voorlopig alleen het Italiaanse gedeelte van de route toegankelijk is.
Wandelen in Friuli
Gelukkig is het Italiaanse gedeelte van de route al een beleving op zich. Je doorkruist hier namelijk de regio Friuli van zuid naar noord. Deze regio is bij het grote publiek nog wat minder bekend, en daardoor ook minder toeristisch. Ideaal dus voor als je eens wat anders wil en op zoek bent naar rust. Bovendien ligt deze meest oostelijke regio van Italië tegen zowel Oostenrijk als Slovenië aan, waardoor het gebied aan verschillende culturele invloeden heeft blootgestaan. Friuli is dan ook een regio met veel gezichten. Wat denk je bijvoorbeeld van de brede zandstranden aan de Adriatische kust, de glooiende heuvels met bossen en wijngaarden in het binnenland en de ruige Alpentoppen in het noorden. Tussen al deze natuurpracht vind je bovendien eeuwenoude dorpjes, met hier en daar ook een verborgen Romeinse ruïne. Aan bezienswaardigheden geen gebrek!
Sporen van het verleden
Het startpunt van de Cammino Celeste ligt in Barbana. Dit is een klein eiland in de Grado Lagune, een lagune aan de Adriatische kust in het zuiden van de regio Friuli Venezia Giualia. Je vindt er een oud Mariaheiligdom (Santuario di Barbana). De kerk ligt rustig gelegen en heeft een prachtige buitenkant en tal van kunstwerken aan de binnenkant. Over de route verspreidt zijn er ook vier monumenten te vinden voor de pelgrims, waarvan de eerste in Barbana.
Meer weten over Wandelmagazine? Klik hier!
Na Barbana ga je door naar het vasteland, waar je al snel de stad Aquileia binnenwandelt. Deze stad speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van het christendom, volgens de overlevering zou de apostel Marcus hier zijn evangelie op papier hebben gezet. Ook had daar de eerste Patriarch van de regio zijn zetel. Aquileia is verder één van de best uitgegraven Romeinse steden, waardoor de stad ook op de UNESCO-Werelderfgoedlijst staat. Neem daarom vooral de tijd om hier uitgebreid rond te kijken.
Vanuit Aquileia wandel je vervolgens noordwaarts (bla langs de Italiaans-Sloveense grens), waarbij je talloze bezienswaardigheden passeert. Zo kom je langs Cormòns, een dorp in het wijngebied Collio. Met maar liefst 120 families van wijnmakers, geldt Cormóns als de onofficiële hoofdstad van dit wijngebied. Hier kun je dus genieten van de prachtige landschappen en de lekkere wijn. Ook de plaatsen Castelmonte en Cividale zijn zeker de moeite waard. In Castelmonte vind je een monument voor de pelgrims en in Cividale maak je kennis met de Longobarden. Dit was een nomadisch volk, dat aan het begin van de middeleeuwen door de regio trok. In Cividale zijn nog steeds sporen van dit rijke verleden te zien, onder andere in de vele musea die aan de Longobarden gewijd zijn.
De bergen in
Eenmaal uit het heuvelachtige binnenland van Friuli, wandel je de Julische Alpen in, een berggebied dat zich over Italië en Slovenië uitstrekt. Net als de dolomieten bestaan de bergen hier grotendeels uit kalksteen, wat resulteert in een landschap met majestueuze bergpieken en beboste valleien. Deze regio is ook wel bekend van de Alpe Adria Trail. Hier kom je nog langs verschillende bergdorpjes, waaronder Rogna en Valbruna, en passer je het Gran Monte-park. En je laatste stop is natuurlijk het bedevaartsoord Monte Lussari.
Praktisch
Het Italiaanse gedeelte dat je kunt lopen bestaat uit elf verschillende etappes. De lengtes van de etappes variëren van 11,4 tot 27,1 kilometer. De totale lengte van de route is ongeveer 200 kilometer. Voor sommigen zal dit misschien heel intensief zijn, want je zult ook meer dan 6.700 meter moeten stijgen en bijna 5.000 meter moeten dalen. Het pad wordt dan ook beoordeeld als moeilijk, dus je moet wel over een goede conditie en techniek beschikken. Van juni tot september kunnen alle etappes gelopen worden, van oktober tot mei alleen de eerste paar etappes. Dit heeft te maken met sneeuwval. De route bestaat uit bestaande paden die al beschikbaar waren voor wandelaars en zijn allemaal geïnspecteerd.