terug

Zo behoud je het vakantiegevoel ook als je weer thuis bent

Het einde van je wandelvakantie is altijd een hoogte- en een dieptepunt. Je voelt voldoening dat je lekker actief bent geweest en kijkt er ook naar uit om weer naar huis terug te keren. Aan andere kant is je vakantiebestemming verlaten ook altijd weer vervelend. Wanneer je weer naar huis moet verdwijnt dat vakantiegevoel namelijk al weer snel en ga je weer mee in de waan van de dag. Hoe komt het toch dat we thuis weer zo snel vervallen in oude patronen, terwijl we ons zo voornemen om dat niet te doen? Hoe zorg je ervoor dat je dat ultieme gevoel van ontspanning die je tijdens het wandelen ervaart thuis kunt blijven voelen?

Foto: Pixabay

Ga lekker veel naar buiten

Om het vakantie- en wandelgevoel vast te houden is de ultieme tip om thuis ook lekker veel naar buiten te gaan, de tuin in. Een reden waarom wandelen in de bergen zo fijn is, is omdat je volledig één bent met natuur. Het is bewezen dat de natuur een positieve invloed heeft op onze gesteldheid. Creëer dit gevoel daarom thuis ook en maak van je tuin een groene oase. Richt hem zo in dat je wordt omringd door groen. Tijd om de tegels eruit te halen en daarvoor in de plaats gras te planten. Lukt het nu niet om in jouw tuin een mooie gazon te laten groeien of ben je niet gezegend met groene vingers? Kies dan voor grastapijt. Dit blijft altijd mooi groen, het hele jaar door. Tegenwoordig is kunstgras van zulke goede kwaliteit dat het bijna niet van echt is te onderscheiden. 

Plan een aantal mooie wandelingen

Tijdens een wandelvakantie ga je er vaak op uit. Rustdagen en actieve wandeldagen wisselen elkaar af, maar van het wandelen krijg je eigenlijk nooit genoeg. Een manier om te voorkomen dat het wandelen er zodra je weer thuis bent erbij inschiet is door het gewoon te plannen. Maak tijd vrij in je agenda om een aantal mooie wandelingen te maken. In de buurt, of wat verder weg kan natuurlijk ook. Kies een fijn park uit of een natuurgebied waar je weer dat vakantiegevoel kunt ervaren. Ook in Nederland zijn we gezegend met prachtige natuur, je moet alleen net even weten waar. Zodra je in de natuur loopt, met weinig mensen om je heen kom je weer helemaal tot rust. Je gaat merken dat je tijdens zo’n wandeltocht gaat ontdekken hoe mooi ons eigen land is en dat je je voor één dag even op vakantie waant. 

Geniet van de kleine dingen

Op vakantie zijn we vaak veel bewuster van alles om ons heen. We komen op een plek waar we nog nooit zijn geweest en kijken haast met andere ogen. Thuis valt dat gevoel al snel weer weg, want de omgeving is bekend. Probeer dat los te laten en ook thuis meer te genieten van de kleine dingen en je omgeving met andere ogen te bekijken. 

Doe typische vakantie dingen

Thuis ben je vaak druk met van alles, terwijl we op vakantie ineens wél de tijd nemen om een boek te lezen, een middag te luieren of die lange wandeling te maken. Vaak genieten we hier enorm van, maar laten we het thuis ineens achterwege. Pak dat boek uit de kast en ga lezen. Bezoek eens een leuk dorp in de buurt van je woonplaats waar je nog nooit bent geweest. Typisch iets dat je op vakantie ook vaak doet. Laat je daarbij niet leiden door het internet, maar slenter lekker door de straten en stop wanneer je daar zin in hebt. Knoop een praatje aan met de lokale mensen en je zit binnen no-time weer in het vakantieritme. 

Neem je werk onder de loep

Heb je gemerkt dat je tijdens je vakantie nog veel met je werk bezig bent en dat het je stress oplevert? Dan is het tijd om je baan eens kritisch te gaan bekijken. Want hoewel ieder soort werk zo nu en dan stress met zich meebrengt is het niet de bedoeling dat je daar tijdens je vakantie nog steeds last van hebt. Kijk je na twee dagen vakantie al als een berg op tegen de terugkeer naar huis omdat je dan weer aan het werk moet, dan is er wellicht meer aan de hand dan alleen wat lichte werkstress. Dan lukt het ook zeker niet om thuis het vakantiegevoel vast te houden. Bedenk je goed of het niet tijd is voor een andere baan. Je moet namelijk doen wat je leuk vindt en je werk moet (voor het grootste gedeelte) meer energie opleveren dan dat het kost.