terug

Wandelen op Texel

Tekst: Jeltsje de Vries

Een maand geleden begon onze vakantie van drie weken. Bestemming onbekend. Omdat we sinds een half jaar drie nieuwe poezenzusjes hebben, wilden we niet te ver van huis voor het geval er iets zou zijn. Daarom zouden we twee keer een week weg gaan afgewisseld met een week thuis. Uiteindelijk werd het een weekje aan de Moezel en een weekje op één van de mooie Waddeneilanden, Texel. Omdat de eerste week bij de Moezel vrij heet was, hebben we maar één keer kunnen wandelen en dat was geen succes wat route betreft en dus volgde een herkansing op Texel. Gelukkig was dat een mooie route en was het weer ideaal. Nu ben ik wel een beetje bevooroordeeld, want ik vind de Waddeneilanden eigenlijk altijd geweldig.

Licht van Troost – Ecomare

Na wat wikken en wegen besloot ik de route te lopen vanaf het Licht van Troost richting de Koog, waar we met onze tent stonden. Omdat het 1 augustus was, mocht dat vandaag voor het eerst. Ik had een gps gevonden van de wandeling Mokbaai van ‘de duinen van Texel’. Dat zou zo rond de 20 kilometer zijn. Ik liet me afzetten door mijn vrouw en liep bij het baken ‘Licht van Troost’ de dijk op, iets verder dan het Horntje, waar de route officieel begint. Het baken heeft pas sinds 2019 officieel deze naam, vernoemd naar de familie Troost die generaties lichtwachters leverde voor het baken. De schapen waren net weggehaald van de dijk, maar hun uitwerpselen lagen er nog, dus het was even goed uitkijken. Over de dijk liep ik om de mokbaai heen, een overblijfsel van het Spanjaardsgat, een waterweg die in de 18e eeuw is verzand. Het is een soort kleine Waddenzee. Toen ik er langs ging was het eb dus ik kon er met behulp van mijn verrekijker, allerlei vogels zien zoeken naar eten, waaronder de mooie lepelaar.

Ploeteren

Over de Mokweg liep ik langs de Geul naar de Hors, waar ik echt kronkelend tussen Duindoorn, Bramen, Brandnetels en Duinkruiskruid liep. Ik had even spijt van mijn korte broek en dus liep ik ook door zonder al te veel stil te staan zodat ik het minst last had van muggen en gesteek. Ondank dat het eb was stond het water wel hoog op sommige plekken en waren sommige paden niet begaanbaar en dan was er een nog nauwer paadje te zien die je erom heen leidde. Mijn broek zat onder het stuifmeel en een paar bultjes van de Brandnetels en striemen van de Duindoorn. Soms moest ik even uitkijken voor de Meeuwen die wel erg laag boven mij vlogen al krijsend. Ik voelde me lichtelijk geïntimideerd en versnelde mijn pas. Op een gegeven moment toen aan de strandzijde bij een plas was, verdwaalde ik even en heb ik een klein rondje extra gelopen. Toen ik weer uitkwam op een bekend punt, wist ik waar het mis was gegaan dus nu de andere kant op moest. Het was bij een plas waar tal van Meeuwen tekeer gingen. Overweldigd door het lawaai liep ik snel verder. Toen ik het zand zag toenemen op de paadjes wist ik dat ik dicht bij de duinen was. Via een stijl paadje omhoog had ik een mooi uitzicht over de Hors en wat ik al had afgelegd. Langs een paar prachtige Duindistels, ploeterde ik me door het mulle duinzand naar het brede strand aan de Zuidzijde van Texel. Bovenop de duin had ik een schitterend uitzicht en zag ik de vuurtoren van Den Helder.

Veelkleurig eiland

Op het strand plofte ik even neer bij de plasticverzamelplaats om te lunchen en genoot van het mooie weidse uitzicht over de zee en het rustige strand. Een paar kilometer vervolgde de route over het strand. Ik genoot van de wind, het uitzicht maar ik voelde ook wel de vermoeidheid in mijn benen toenemen op dit mulle en zware strand. Vlak voor een strandtent ging de route weer landinwaarts en moest ik even stijl omhoog ploeteren over de duinen heen. Voor me zag ik het pad wat ik te gaan had, dwars door de mooie paarse heide. Ik zag er sporen van runderen, maar ik zag ze niet. Ik genoot van de schitterende paarse heide. Ik kon er wel foto’s van blijven maken. Dekens van paars, waar ik maar keek. Schitterend! Ik stak een weg over en dook het laatste stuk het bos in. Vol met de vrolijke kleuren van Bramen, ,Kamperfoelie en Lijsterbes. Wat een afwisseling op dit mooie eiland. Intussen kreeg ik wel zin in wat en gelukkig zag ik wat opduiken tussen het groen. Een klein restaurantje waar ik even kon genieten van koffie met wat lekkers. Intussen was het al over vieren en keek ik even hoe de route verder zou lopen. Ik besloot om tot Ecomare (natuurmuseum en zeehondenopvang) te wandelen en me daar op te laten halen door mijn vrouw. Het laatste stukje ging weer door een gebied met heide en met mooie kleine meertjes, de Bleekersvallei. Ik liep nog even verkeerd maar uiteindelijk kwam ik weer op het juiste pad en liep ik weer richting strand. De laatste meters richting Ecomare. Uiteindelijk had ik toch nog 20 kilometer gemaakt en kon ik moe en voldaan in de auto stappen. Het was onze laatste avond dus na een verfrissende douche lekker uit eten om deze mooie week af te sluiten op dit mooie Waddeneiland.