In de voetsporen van Caspar David Friedrich
Net onder Dresden kronkelt de Elbe door een sprookjesachtig landschap van tafelbergen, zandsteenkliffen en basaltkegels: de Sächsische Schweiz. Sinds de achttiende eeuw is de woeste schoonheid van dit gebied een inspiratiebron voor kunstenaars. Via de Malerweg, die in 2006 is uitgezet en een jaar later werd uitgeroepen tot mooiste wandelroute van Duitsland, volgen wij de kunstenaars in hun voetsporen.
Tekst Margriet van der Heijden Foto’s Margriet van der Heijden & David Veldman
De Malerweg start in ‘Canalettostad’ Pirna. Deze ooit zeer welvarende stad aan de Elbe werd begin achttiende eeuw in elf stadsgezichten vereeuwigd door Bernardo Bellotto, alias Canaletto, die wereldfaam vergaarde met zijn schilderijen van het barokke Dresden. We verkennen het pittoreske stadje, een folder met reproducties van Canaletto’s schilderijen in de hand, en zoeken de verschillen tussen toen en nu. Dat zijn er verrassend weinig. Eigenlijk herinnert alleen de aanwezigheid van een DDR-museum eraan dat we ons in het voormalige Oostblok bevinden. Vanaf het treinstation nemen we de bus naar het startpunt van de Malerweg, de Liebethaler Grund. Daar komen we al snel een andere kunstenaar op het spoor. In de kloof, aan een murmelend riviertje, stuiten we op een gedenkteken voor Wagner, die hier inspiratie vond voor zijn opera Lohengrin. Met een druk op de knop krijg je de beginmaten van de opera te horen. De wandeling gaat verder over heuvels met uitzicht op de tafelbergen die model stonden voor het landschap in Karl Mays Winnetou– romans. We dalen weer af, in de Utewalder Grund. Deze kloof voert onder de machtige Felsentor door, een natuurlijke poort in de rotsen die een geliefd onderwerp was van de schilders van de Romantiek, onder wie Caspar David Friedrich. De etappe eindigt in het oude stadje Wehlen aan de Elbe. Van daar varen we in stijl terug naar Pirna op een negentiende-eeuws Dampfschiff. Deze door stoom aangedreven raderschepen brengen toeristen en dagjesmensen al sinds 1837 naar de Sächsische Schweiz. Die kwamen overigens niet alleen voor het spectaculaire landschap. In Dresden gold zondags een alcoholverbod, maar daarbuiten mocht naar hartenlust gedronken worden.
Een waterval voor 50 cent
De tweede etappe van de Malerweg start in Wehlen, maar wij beginnen iets verderop, op de Bastei. Een bus, de ‘Basteikraxler’, brengt ons naar boven. Deze hooggelegen rotspartij is een geliefde toeristische bestemming. Vroeg uit de veren dus, als je rustig wilt genieten van de imposante Basteibrücke met zijn adembenemende uitzichten op de grillige kliffen rondom. Net als wij iets later? Geen nood, bij de afdaling in de Amsel Grund keert de rust snel terug. Waterfietsen dobberen op de Amselsee en ietsje verderop stuiten we op de Amselfall, een bescheiden waterval. Op het terras van de naastgelegen Kneipe doen we krachten op voor de eerste klim van de dag. En we ontdekken dat we de Amselfall tegen betaling van 50 cent kunnen veranderen in een woeste waterpartij, gevoed door een reservoir dat naar verluidt is aangelegd om indruk te maken op hoge gasten uit de Sovjet-Unie. Maar het hoogtepunt van de dag is de afdaling door de Teufelsschlucht, een smalle, steile kloof die niet zou misstaan in In de ban van de Ring.
Daarna gaat het door de koele schaduwrijke Schindergraben weer omhoog, richting Burg Hohnstein, ons eindpunt van de dag. Deze enorme burcht kent een rijk en roerig verleden – zo deed hij eeuwen dienst als gevangenis – en herbergt nu een museum, een jeugdherberg en een eenvoudig hotel in het rustige Unteres Schloss. De sfeer is gemoedelijk, we eten in het Oberes Schloss op een terras met uitzicht op de honderden meters lager gelegen Schindergraben en het burchtplein en proberen uit te rekenen hoeveel keer het Muiderslot in Burg Hohnstein zou passen.
Een achttiende-eeuwse diva
Saksen heeft meer te bieden dan prachtige natuur. Je struikelt er ook over kastelen, het ene nog imposanter dan het andere. Dus besluiten we de wandelschoenen te laten rusten en een dag cultuur en geschiedenis in te lassen. De man wiens portret je overal tegenkomt, is August de Sterke, de Saksische keurvorst en koning van Polen. Hij was het die Dresden omtoverde tot een stad vol barokke pracht, het Florence van het noorden. In Burg Stolpen maken we kennis met een andere hoofdpersoon uit de Saksische geschiedenis, de bedwelmende gravin Cosel, maîtresse van August de Sterke. De gravin schonk August drie kinderen, maar voor alles was ze een uiterst flamboyante first lady die er alles aan deed Augusts wettige echtgenote naar de coulissen te verbannen. De gravin ging daarbij bepaald niet subtiel te werk: ze maakte August in het openbaar belachelijk en was betrokken bij tal van intriges en schandalen. Uiteindelijk werd het August teveel. Hij liet de gravin gevangen zetten in Burg Stolpen, en probeerde ondertussen de ‘scheiding’ af te wikkelen. Maar de gravin, die in weelde werd verzorgd, gooide haar kont tegen de krib. Ze weigerde het document af te staan waarin August haar een huwelijk had beloofd en was ook niet van zins een groot aantal koninklijke kostbaarheden die ze naar de vrijstad Hamburg had laten verschepen terug te geven. Haar halsstarrigheid kwam haar duur te staan: na tien jaar gebekvecht trok August zijn handen van haar af. Haar gevangenschap, bedoeld als tijdelijk, werd permanent. De geschiedenis van deze achttiende-eeuwse diva, die 49 jaar in gevangenschap doorbracht, biedt tot op de dag van vandaag stof voor films en boeken, vaak uiterst romantisch, met de gravin als het onschuldige slachtoffer van bullebak August.
Maar Burg Stolpen heeft meer te bieden dan een goed verhaal. De locatie is al even imposant. 65 miljoen jaar geleden braken in dit gebied vele vulkanen uit. In Stolpen koelde het magma heel langzaam af, waardoor zich perfecte kristallen konden vormen. De zeskantige basaltzuilen waarop de burcht gebouwd is, vormen een geografisch monument en waren inzet in een strijd tussen negentiende-eeuwse geologen. De Neptunisten, die geloofden dat alle aardse gesteenten gevormd zijn door water, middels erosie en sedimentatie, stonden lijnrecht tegenover de Plutonisten, die stelden dat gesteenten worden gevormd door vuur in het binnenste van de aarde. Uiteindelijk moesten de Neptunisten, onder wie Goethe, bakzeil halen. Het knoertharde basalt weerhield de Saksen er overigens niet van om een put te graven; water is immers onmisbaar voor een burcht. Na 24 jaar hakken werd op 88 meter diepte eindelijk het grondwaterpeil bereikt: een voortgang van hooguit 4 meter per jaar!
Wandelen met Caspar David Friedrich
Kuuroord Bad Schandau is onze volgende uitvalsbasis op de Malerweg. We verblijven in het kuurhotel Elbresidenz. Het riante vijfsterrenhotel, waar filmsterren als Brad Pitt logeerden, is recent volledig opgeknapt en gemoderniseerd na de zware watersnood van 2013. Zo is de keuken bij hoge waterstand naar een hogergelegen verdieping te verplaatsen. Tijdens ons bezoek stroomt de Elbe gelukkig kalm langs de fraaie fin de siècle façade die niet zou misstaan in een roman van Thomas Mann. In Bad Schandau bezoeken we het National Park Zentrum, een aanrader voor wie wil begrijpen hoe het soms buitenaards aandoende landschap van de Sächsische Schweiz is ontstaan. In een interactieve animatie komen kinderen oog in oog te staan met in het gebied voorkomend wild als de lynx, het edelhert, de bosuil en de slechtvalk. De dieren reageren op hoe de kinderen zich gedragen. Zijn ze druk, dan vertonen de dieren zich niet, of ze vluchten weg. Houden ze zich stil en blijven ze op de paden, dan wagen de dieren zich dichterbij. Even later trekken we de wandelschoenen weer aan en bewandelen een afzwaaier van de Malerweg: de Caspar David Friedrich Weg. Deze wandelroute voert langs de plekken die Caspar David Friedrich heeft geschilderd. Zoals de rotsformatie op het beroemde schilderij Wanderer über dem Nebelmeer. Van nevel is geen sprake, maar dat zullen de weergoden de volgende dag goedmaken.
Festung Königstein
De laatste dag van onze wandelreis lopen we de zevende etappe van de Malerweg, met spectaculaire beklimmingen van onder meer de Papststein en de Gohrisch. Halverwege breekt ineens een onweer los, gelukkig is een schuilhut snel gevonden. We delen de hut met een Dresdens gezin, dat de gelegenheid aangrijpt om uitgebreid te lunchen. Als de regen afneemt, wandelen we door de nevel, tot we een dorpje bereiken, dat niet alleen Kaffee und Kuchen, maar ook een bushalte biedt, zodat we ondanks de vertraging toch ons einddoel weten te bereiken: de Festung Königstein. De tafelberg waarop de vesting ligt, is volledig ommuurd. Geen wonder dat geen vijand ooit een aanval heeft ondernomen. Pas na de vondst van water op 153 meter diepte onder de burchtheuvel, was het zinvol tot bouw van een militair verdedigingswerk over te gaan. De waterput werd in slechts vier jaar gegraven en is de een na diepste van Duitsland. De vesting kent nog een record: het grootste wijnvat ter wereld werd er gebouwd. Het vat is slechts één keer volledig gevuld. Toen bleek dat er meer wijn in paste dan kon worden opgedronken voor verzuring intrad.
De vesting was eeuwenlang een zelfvoorzienend stadje, compleet met kerk en school, soldaten woonden er namelijk met hun gezin. Maar het was ook een feestlocatie. August de Sterke nodigde er graag gasten uit, die voor én na het feest werden gewogen. Feestgangers die niet genoeg waren aangekomen, hoefden een volgende keer niet terug te komen: dat waren maar pretbedervers. Hoogst inventief is de eettafel in de feestkoepel aan de oostzijde, de Friedrichsburg. Die tafel werd na iedere gang naar beneden getakeld en voorzien van nieuwe gerechten weer naar boven gehesen. Wij zelf nemen genoegen met een Schwarzbier en een Bratwurst in de Biergarten en genieten van het weidse uitzicht en onze laatste middag in de Sächsische Schweiz. De volgende keer eten we wellicht een hapje in het oude officierscasino. Want dat we terug zullen keren, dat staat vast.
Praktische Informatie
Hoe er te komen?
De Sächsische Schweiz begint enkele kilometers ten zuiden van Dresden. Fijn is dat het gebied uitstekend te bereizen is via een uitgebreid netwerk van bussen, treinen, schepen, de S-bahn en zelfs een oude tram. Suggesties voor wandelroutes die met het OV zijn te bereiken, zijn makkelijk te vinden. Het Nationaal park loopt door tot over de Tsjechische grens (de Böhmische Schweiz).
De Malerweg
De Malerweg (het Schilderspad) dankt zijn naam aan de schilders uit de Duitse Romantiek, die hier kwamen wandelen en schilderen. De historische Malerweg begon in Dresden en eindigde bij de Prebischtor, net over de Tsjechische grens. In 2006 werd er een nieuwe Malerweg uitgezet, die gedeeltelijk met de historische samenvalt, maar nóg mooiere routes volgt en bovendien werd uitgebreid met drie etappes aan de westzijde van de Elbe.
Accommodatie
Er is voldoende accommodatie te vinden, tegen redelijke prijzen. Wij verbleven in:
- Pension Donatus in Pirna (www.pension-donatus.de)
- Burg Hohnstein in Dresden (www.burg-hohnstein.info)
- Elbresidenz in Bad Schandau (www.elbresidenz-bad-schandau.de)
Kaarten & gidsen
De Malerweg is uitstekend bewegwijzerd. Bij de toeristinformatie vind je een uitgebreide gratis gids waarin de etappes worden beschreven en er kunnen wandelkaarten worden gekocht. Wandelkaarten kunnen ook besteld worden via: www.sachsen-kartographie.de Meer weten over gravin Cosel? In de museumwinkel van Burg Stolpen is een uitstekende biografie te koop, geschreven door de curator van het burchtmuseum.
Onze tips
- Begin je verblijf met een bezoek aan het National Park Zentrum in Bad Schandau (www.lanu.de/de/ nationalparkzentrum.html).
- In Festung Königstein is ontzettend veel te zien. Trek voor een bezoek minimaal twee uur uit (www.festung-koenigstein.de).
- Wij reisden door naar Dresden, een stad met twee, zeer van elkaar verschillende gezichten. In het centrum de adembenemende, minutieus gerestaureerde barokke paleizen van August de Sterke. Niet ver daarbuiten de Aussere Neustadt, een bruisend mini-Berlijn, bevolkt door kunstenaars en andere creatievelingen.
Meer weten? www.saechsische-schweiz.de