Bergwandelen: Het hoeft niet altijd ruig
In mijn vorige blog schreef ik dat we hier in Spanje blij zijn dat ‘het weer kan’, doelende op dat het hier ’s zomers zo warm is dat het ons de lust tot lopen dan ontneemt. We lopen dan wel, maar in de regel niet veel verder dan het eerste het beste terras in de schaduw. Niets menselijk is ons vreemd! Ook hadden we de eerste maanden dat we hier woonden een beetje last van het feit dat we net 1.600 kilometer erop hadden zitten. Na zo’n enorme tocht, lijken korte dagwandelingen door de bergen ineens een stuk minder spectaculair. Maar gelukkig hoeft het er niet altijd ruig aan toe te gaan bij het (berg)wandelen!
Tekst & beeld: Jordi Ramon
Onze tocht van afgelopen jaar was bepaald niet de minste. We waren in maart vertrokken vanuit Narbonne in Frankrijk en hebben twee en een halve maand bijna non-stop gelopen naar Santiago de Compostella. Hierbij hebben we de Pyreneeën van oost naar west doorkruist en vervolgens hebben we de hele noordkust van Spanje ‘gedaan’. Daarna zijn we ook nog even naar Muxia en Fisterre geweest. We waren toch bezig, zeg maar. Niet alleen de tocht was ruig, maar ook de aanleiding om te gaan; we moesten vorig jaar onze restaurants sluiten door de coronacrisis. Met als resultaat dat we uiteindelijk alles kwijtraakten. Dan is wandelen dé manier om tegenslagen te verwerken! Ik heb daar trouwens een boek over geschreven. Maar goed, wanneer je zo’n tocht onderneemt, dan is daarna een lekkere wandeling van een paar uur niet meer direct een uitdaging. Maar dat hoeft natuurlijk ook helemaal niet!
Niks mis met een ‘vluggertje’
We liepen hier natuurlijk wel, want je kunt niet zomaar stoppen nadat je maandenlang elke dag gemiddeld 30 kilometer hebt weggetrapt. De moeilijkheid was hierbij dat we de omgeving nog niet zo goed kenden en we werden zoals gezegd even niet echt uitgedaagd. Maar nu, met de temparturen van momenteel van rond de 15 graden in de schaduw, is het weer een genot om onze schoenen aan te doen en te gaan!
En dat doen we hier gewoon in onze ‘achtertuin’. Want als Spanje iets heeft, dan is het ruimte. En die ruimte moet je ook echt ruim zien. We zijn erachter gekomen dat er verschillende korte routes letterlijk bij onze voordeur beginnen en eindigen. Heel chique! Geen killerroutes, maar toch een uur of drie per stuk. En dat is echt een traktatie, want je trekt de deur dicht en je bent onderweg. Eerst een kort stukje verhard lopen, en dan het groen in. Het zijn weliswaar de Pyreneeën niet, maar de stijgingen zijn pittig en de begroeiing is hier en daar echt dicht. Uiteraard de diverse roofvogels waaronder joekels van buizerds en, om het extra spannend te maken, ook hele families wilde zwijnen die hier in Spanje letterlijk door je tuin heen rennen. Maar wanneer je door dichte begroeiing loopt en er opeens eentje vlak naast je wegstuift, dan geeft dat de route toch nét iets extra’s. En de slangen natuurlijk. Hier vinden we niks mis mee!
Ontdekkingen
Spanje is in onze ogen iets minder georganiseerd dan wij in Nederland gewend zijn. Wij vinden dat geweldig. Het kan wat ons betreft niet schots en scheef genoeg zijn. Welstandscommissies zijn er hier godzijdank -zo te zien- niet met als gevolg dat er overal van alles gebouwd is. Hierdoor kom je op de vreemdste plekken oude gebouwen en ruïnes tegen. Soms gewoon oude boerderijtjes en schuren, maar soms ook oude kerken, kloosters of, zoals van de week, een schitterend landhuis!
‘Jack Sparrow’ in een landhuis
We hadden van een afstand al wel een op een minaret lijkend torentje ergens bovenuit zien steken, maar het had onze aandacht niet echt getrokken. Toen we door het gebied heen liepen kwam daar al snel verandering in. Aangezien het pad best dicht begroeid was en alle kanten op kronkelde, hadden we namelijk niet echt goed in de gaten waar we precies waren. Waardoor we opeens oog in oog stonden met een landhuis dat zo uit een fantasy-film leek te komen. Vervallen en verlaten maar echt heel mooi!
Meer weten over Wandelmagazine? Klik hier!
We klommen over het hek en begonnen rond te snuffelen, om opeens omsingeld te worden door een horde hongerige kippen. We dachten dat het onbewoond was, maar niest bleek minder waar. Gealarmeerd door het geluid van de kippen stak een man die verdacht veel op Jack Sparrow leek zijn hoofd over een balustrade. Het bleek om de antikraakwacht te gaan. Niet de meest vriendelijke, en omdat iedereen en z’n moeder hier gewapend is in verband met de wilde zwijnen, leek het ons beter om te gaan. Maar wat een schitterende plek was dat.
Navraag leerde dat het om een landhuis van een rijke zeeman uit Mallorca ging. Ergens begin vorige eeuw veranderde het van eigenaar na een verloren spelletje poker en sindsdien is het de inzet van een aantal malafide projectontwikkelaars. Tot hun woede ontdekten deze echter dat het om een rijksmonument bleek te gaan, wat dus niet gesloopt mocht worden om ruimte te maken voor een woonwijk. Hierop staken ze het uit frustratie in brand, gelukkig zonder al te veel schade. Al met al dus een route met een verhaal.
Wirwar
Het is hier een wirwar van routes. Iets dat we voordat we hier kwamen helemaal niet beseften, maar wat we nu omarmen. Er zijn allerlei redenen dat we hier zijn en allerlei redenen dat we hier willen blijven, maar nu we weer de wandelschoenen wat vaker aantrekken is het vooral dit aspect dat ons nog vaster in het zadel houdt hier in Catalonië! Naast de vriendelijke mensen, het weer, het lage tempo, het eten, de wijn en de relatieve rust op het gebied van corona-discussies. Hoewel afgelopen week hier de QR-pas ook zijn intrede heeft gedaan in de horeca.
Maar ik herinner me 1 januari 2002 nog goed. Ik was toen in Barcelona en de euro werd die dag ingevoerd als betaalmiddel. Iedereen was daar al drie jaar mee bezig en die datum was de dag dat je ook echt in winkels met euro’s moest gaan betalen. Om negen uur renden we naar de dichtstbijzijnde supermarkt om onze eerste euro uit te geven. Hoe typisch was het dat alles nog in peseta’s stond geprijsd! Bij ons favoriete bar stond de eigenaresse ons deze week dan ook glazig aan te kijken toen we vroegen of ze een QR-code wilde zien. “Rustig aan,” zei ze, “alles op z’n tijd.” En zo is het. Nog een reden om hier voorlopig te blijven.
Over de auteur
Jordi Ramon (1967) is al bijna zijn hele werkzame leven ondernemer. Dat heeft geresulteerd in diverse mooie bedrijven, maar helaas zonder het beoogde resultaat dat nagenoeg elke ondernemer voor ogen heeft, op je vijftigste binnen zijn!
De Covid-situatie heeft hem en zijn vrouw Jacqueline in 2020 beroofd van hun horecabedrijven. Dat deed ze besluiten om alles af te sluiten en los te laten en naar Santiago de Compostella te gaan lopen om rust en vrijheid te vinden en al wandelend nieuwe inzichten te verkrijgen. En dat is ze gelukt! Op 12 juni 2021 kwamen ze na een tocht van twee en een halve maand en 1.600 kilometer aan in Santiago de Compostella. Eén van de dingen die op hun pad kwam was een enorme villa met een groot stuk grond in Cunit, even ten zuiden van Barcelona waar ze nu sinds hun aankomst in Santiago de Compostella wonen als beheerders en zo alle tijd hebben om hun ingeslagen pad verder te bewandelen.
Jordi en Jacqueline houden sinds het begin van alles wat ze het afgelopen jaar is overkomen een blog bij, www.sabbaticouple.com. Daar kun je precies nalezen wat ze allemaal hebben meegemaakt. Momenteel werken ze aan een boek en seminar gaan over flexibel omgaan met gebeurtenissen. Je kunt Jordi bereiken via jordi@ramon.world.