Bergwandelen in de stille achteruin van Innsbruck
Innsbruck afficheert zich graag als de hoofdstad van de Alpen. Dit betekent niet dat er in zijn directe omgeving geen mogelijkheden zijn voor echte Bergerlebnisse. In een paar minuten kom je vanuit het stadscentrum in de bergnatuur terecht. We namen de proef op de som tijdens een lang weekend voor de nieuwe meerdaagse wandelroute Innsbruck Trek. Aan natuurbeleving geen gebrek.
Tekst: Adri Ulfman, Foto’s Innsbruck Tourismus
Voor wie nog nooit op Innsbruck heeft gevlogen: Innsbruck wordt omringd door steile bergen en dat maakt de landing een belevenis op zich. Onze middagvlucht – we landen net even over drieën – zorgt ervoor dat we op ons gemak op de rustige luchthaven uitchecken en meteen de regiobus naar het nabijgelegen dorp Mutters pakken, waar we Hotel Seppl als domicilie hebben gekozen. Daniela en Bernhard kennen we van eerdere bezoeken en hun hotel richt zich specifiek op gasten die graag bewust onthaasten. Normaliter trek je bij de meerdaagse wandeltochten van het ene naar het andere hotel – bagage wordt voor je vervoerd – maar omdat we op een short break zijn (twee reisdagen, twee dagen ter plaatse) hebben we gekozen voor het lopen van een aantal dagroutes, gecombineerd met enkele activiteiten. Wij boekten Vital Hotel Seppl als permanente thuisbasis.
Dag 1: naar de Rauschbrunnen
We gebruiken onze Welcome Card (gratis openbaar vervoer en gratis of korting op liften, zwembaden en meren) voor het eerst in de bus die ons naar het centrum van Innsbruck brengt. Voor de eerste dag hebben we gelijk een zware tocht gekozen. De start is bij het Huis met het Gouden Dak – hét symbool van Innsbruck. Verderop lopen we langs de prachtig blauwgroene Inn. Via de Inn-promenade lopen we naar de Weiherburg-Steg, een overdekte houten brug die ons naar de overkant brengt. En dan gaat het in een parkachtige omgeving gelijk omhoog. Het geruis van de Inn laten we achter ons en na een aantal haarspeldbochten komen we bij de entree van de Alpenzoo.
Alhoewel de Alpenzoo de moeite van een tussenstop waard is, stappen we stevig door naar de hoger gelegen Hungerburg. Uiteindelijk zullen we vandaag in iets meer dan twaalf kilometer 760 meter bergop- en 640 bergafwaarts afleggen, met het hoogste punt op 1142 meter.
Op de Hungerburg aangekomen, staan we even stil bij het fantastische panorama op de stad en op de omliggende bergen. Daarna volgen we het pad richting de Umbrüggler Alm. Het is best een stevige klim naar het op 1123 meter hoogte gelegen restaurant, maar de inspanning wordt beloond. Op het terras genieten we niet alleen van het mooie uitzicht over de stad, maar ook van de latte macchiato, een Verlängerten en de Käsekuchen. Na dit rustmoment gaan we weer op pad naar het Höttinger Bild, een kleine bedevaartkapel.
De naam Hötting roept bij ons herinneringen op aan de Höttinger Hölle, die hier ook in de buurt moet liggen. Deze ‘hel’ was het laatste stuk dat de wielrenners tijdens het WK in 2018 moesten afleggen, met de weergaloze Tom Dumoulin in een hoofdrol. Aangekomen bij de kapel overvalt ons een bijzonder gevoel van stilte en respect. Het genadebeeld van Maria is indrukwekkend. We nemen even de tijd om deze plek en sfeer op ons in te laten werken.
Op het laatste stuk van onze route pakken we via een steil, knoestig pad nog enkele extra hoogtemeters en daarna kunnen we in het Alpengasthof Rauschbrunnen genieten van de Einkehr, de afronding en beloning van deze eerste dag. Het is hier een en al rust. De herberg wordt omringd door almweiden waarop de dieren genieten van het sappige gras en het zonnetje. En met het prachtige uitzicht op het Wipptal, de Stubaier Alpen en het centrum realiseren we ons hoe dichtbij de stad is en hoe anders het (berg-)gevoel hierboven toch al is. De Innsbruckers zijn een gezegend volkje!
Dag 2: Patscherkofel en Zirbenweg
Vandaag pakken we een andere kant van de stadsvallei. Met de nieuwe Patscherkofelbaan zweven we eerst relaxed omhoog naar het bergstation, wat het startpunt van de etappe van vandaag is. In totaal 6,3 kilometer met 289 meter stijgen en 292 meter dalen. Het hoogste punt ligt vandaag op 2245 meter. Dit is de dag van de prachtige uitzichten op Innsbruck en de imposante bergketens in de wijde omtrek.
De eerste ‘meet’ ligt op de Viggarspitze. Langs de bergrug gaat het richting top. Het pad is steil en het terrein mag met recht alpien genoemd worden. Vlak voor de Viggarspitze moeten we zelfs een klein stukje klauteren. Op de top worden we echter weer beloond met een fantastisch uitzicht op de Stubaier Alpen, het Wettersteingebergte, de Zugspitze en de Nordkette. De Zirbenweg zorgt vervolgens weer voor een heel andere setting. Hier wandelen we tussen het grootste woud van alpendennen van de Alpen. Het hout van de Zirbe wordt al eeuwenlang gebruikt in huizen en talloze producten vanwege de aangename geur en de rustgevende eigenschappen die aan de houtsoort worden toegeschreven. Destijds gingen de Oostenrijkers puur op hun gevoel af, nu is het wetenschappelijk bewezen dat Zirbenholz daadwerkelijk een positieve invloed kan hebben op de mens. Het hout zorgt onder meer voor: verbeterde slaapkwaliteit, Stimulatie van de bloedsomloop, verbetering van het concentratievermogen en een aangename geur in huis. Onderweg maken we een envelop open, die we ’s ochtends bij het ontbijt van gastvrouw Daniela hebben gekregen. Het is een voucher voor deelname aan Yoga am Berg. Wow, dat klinkt speciaal! Dus stappen we flink door, om ons op tijd te kunnen aanmelden voor deze belevenis.
Totale ontspanning op de Patscherkofel, op 2200 meter hoogte! Aan het eind van de middag, terwijl de zon de daling inzet, kunnen we ons geen heerlijker afsluiting van onze short break voorstellen.
Deze reportage kwam tot stand met ondersteuning van Innsbruck Tourismus.