terug

Berliner Mauernweg – wandelen langs Berlijnse buurten

Die Wende (‘omwenteling’), 25 jaar geleden, kunnen de Berlijners zich nog goed herinneren. Langs de Berliner Mauerweg ontdek je, 155 km lang te voet of op de fiets, de herinneringen aan de Koude Oorlog. En als je goed zoekt, vind je bij Berlijners nog sporen van “die Mauer im Kopf”.

Tekst en foto’s: Jonathan Vandevoorde 

“Pardon, meneer? Volgens mijn gidsje zouden in deze straat nog resten van de Muur te vinden zijn. Weet u misschien waar ik ze kan vinden?” Een vriendelijke gepensioneerde komt van uit de schaduw van zijn tuinhuisje tevoorschijn en laat me binnen in zijn volkstuintje. Het ligt tegen de groene spoorberm geplakt van de S-Bahn aan de Steegerstrasse. Hij stelt zich voor als Herr Brombach. Ik vertel dat ik enkele dagen onderweg ben voor een reportage over de Berlijnse Muur. “Ik dacht dat u wat over mijn rozen wilde weten”, lacht hij. “Dat wil iedereen namelijk! Hier is niets meer van de Muur over, tenzij dit.” Vlak achter zijn houten schutting, onderaan de overwoekerde spoorberm, toont hij een paar verweerde betonnen palen waar tussen bovenkanten ervan een roestige prikkeldraad gespannen is.

2014_Berlijn_159
“Die draad heb ik er aangebracht na 9 november 1989 (het moment dat de grens tussen Oost en West-Berlijn openging).” Ik kijk hem verbaasd aan. Zei hij nu ‘na’? “Er kwamen toen zoveel mensen ineens over de muur geklauterd dat ze mijn plantjes vertrappelden. Zo stopte ik ze”. Ironie is Herr Brombach blijkbaar niet vreemd.
Op 9 november 1989 ’s avonds, na periode van opstanden in Leipzig en Dresden en chaotische communicatie via de media, gooiden de Oost-Duitse grensbewakers de grensovergangen in Berlijn open. Diezelfde nacht stroomden vele tienduizenden Ossies West-Berlijn binnen. De grootste massa kwam via de Bornholmer Strasse, op amper een halve kilometer van Herr Brombachs tuintje.
“Toch kwam ik er de volgende ochtend pas achter. Ik reed naar mijn werk en vroeg me al af waar al die Ossies plots vandaan kwamen”, lacht hij. “Mijn collega’s hebben het me toen verteld. Aan de Muur waren we eigenlijk gewend geraakt, we konden ook niet anders. En toen werden we overspoeld. Maar uiteindelijk komt het met de hereniging wel goed. De jongere generatie is immers in een verenigd Duitsland geboren.”

Wandel- en fietsroute

Het is een bewering die ik in meer gesprekken op mijn voettocht langs de Berliner Mauerweg te horen krijg, de wandel- en fietsroute die het verloop van de vroegere Muur rond West-Berlijn exact volgt. Op de meeste plekken zijn de muurdelen zelf verdwenen, neergehaald door een verenigd stadsbestuur dat zich schaamde over de lelijkheid ervan. Gelukkig kom ik her en der onderweg nog staande betonplaten tegen. Soms overwoekerd, soms half gedemonteerd of helemaal gerestaureerd. En bijna overal graffiti. Op een lang stuk muur aan de oever van de Spree, vlakbij de historische Oberbaumbrücke, mochten straatartiesten zich erop uitleven. Dit is de East Side Gallery, het meest fotogenieke deel van de Muur. Het toeristencircus rond het beroemde Checkpoint Charlie laat ik het liefst zo snel mogelijk achter me.
Over de lengte van de nog bestaande muurdelen zijn de meningen verdeeld. Tel je de Vorderland- én Hinterlandmauer bij elkaar op, dan kom je uit op meer dan 10 kilometer. De Vorderlandmauer was de hoogste muur en bevond zich op de politieke grens met West-Berlijn. De Hinterlandmauer was een lagere muur die – vanuit Oost-Berlijn gezien – de eerste hindernis vormde voor vluchtende Ossies. Daartussen lag de kale Toteszone die beveiligd was met prikkeldraad, stroomdraad en spijkertapijten en ’s nachts continu verlicht was. Al wie in deze zone des doods terechtkwam werd het doelwit van Oost-Duitse scherpschutters. Deze absurde situatie is bijna voelbaar gereconstrueerd bij de resten van de Muur langs de Bernauer Strasse, ongetwijfeld het interessantste deel van de Mauerweg. Hier vonden in augustus 1961 de spectaculaire ontsnappingspogingen plaats die wereldwijd de media haalden en soms dramatisch afliepen.

2014_Berlijn_179

Grote groene stad

Al deze bekende locaties passeer ik en ze grijpen me naar de keel. De vele informatiepanelen die de Koude Oorlogsgeschiedenis van elke wijk tot leven wekken wil ik het liefst allemaal lezen. Het betekent wel dat ik twee dagen nodig heb om het 22 kilometer lange deel van de Mauerweg dat het centrum van Berlijn in tweeën splijt, te voet af te leggen. Alleen met de fiets had het sneller gekund.
Tussen de historische hoogtepunten door word ik telkens weer verrast hoe de stad eigenlijk een ratjetoe van dorpen is die in elkaar vergroeid zijn. Ik ben gecharmeerd van die afwisseling: gezellige buurten, terrasjes, overal binnenhofjes, monumenten zonder naam, vijvers, prachtige nieuwbouw …En het alomtegenwoordige groen. Al vóór de bouw van de Muur was dit met 900 km2, de grootste en groenste stad van Europa. Met het ontmantelen van de Muur zijn hele delen van de death strip teruggegeven aan de natuur en waarin het nu heerlijk kuieren is.

Berlijn was in de laatste drie decennia van de 19de eeuw een welvarende industriële metropool. Maar arme getto’s zoals in andere Europese steden bestonden hier nauwelijks. Bijna alle lagen van de bevolking leefden samen in dezelfde wijken. Dat zie je duidelijk terug in de vroegere Oost-Berlijnse wijk Preslauer Berg. De bel étages op de eerste en tweede verdieping hadden hogere ramen en plafonds: die waren van de gegoede burgers. Daarboven leefden de arbeidersgezinnen in kleinere woningen met lagere plafonds, wat aan de mooie stucco façades in de wijk overal te zien is.
Na de Tweede Wereldoorlog verloederde Oost-Berlijn. Overal liet het regime massaal woningflats bouwen van twijfelachtige kwaliteit. Pas na de Wende werd duidelijk hoeveel er geïnvesteerd moest worden om de stad leefbaar te houden. 25 jaar na de val van de Muur lijkt Berlijn daarom nog steeds op een stad-in-opbouw. Honderden bouwkranen bepalen de skyline en de staaltjes van moderne architectuur zijn toeristische trekpleisters van formaat.

2014_Berlijn_068

Als ik afscheid neem van Herr Brombach vraag ik of hij misschien weet of er verderop nog muurresten te vinden zijn. Hij weet alleen van een rij kasseien in het asfalt die aangeeft waar de Muur precies gestaan heeft. “Maar als je in het hoofd van mensen zou kunnen kijken, vind je ongetwijfeld nog wel een Muur”. Hij schatert. Beiden weten we dat die muur nooit helemaal weg zal zijn.