Bewandel het industriële hart van Saksen: 5 bezienswaardigheden in Chemnitz
Bij industrie denken we al snel aan grauwe fabrieken met rokende schoorstenen, meestal de plekken die we juist hopen te vermijden tijdens onze wandelingen. Daardoor blijft de industriële erfenis in wandelkringen soms ondergewaardeerd. Maar ‘industrieel erfgoed getuigd van een gouden eeuw’. Wandelaars zijn welkom in bijzondere locaties als (zilver)mijnen, autofabrieken, textielweverijen en bierbrouwerijen. Ook architectonische wonderen maken deel uit van het thema, waaronder bijzondere bruggen en villa’s van industriebaronnen.
Tijdens de industriële revolutie in de 19e eeuw kreeg Chemnitz de bijnaam ‘Het Duitse Manchester’. De stad profiteerde van de ertsen uit het Erzgebirge, terwijl innovatieve ondernemers nieuwe bedrijven startten. Vooral in machinebouw en transportmiddelen werd de stad toonaangevend. Er is veel industrieel erfgoed te bewonderen. Blikvanger is het ‘Saksisch Industriemuseum’ over de technologische vooruitgang. Ook het grote spoorwegmuseum in Chemnitz is een reistip. Wie Chemnitz bezoekt, moet de overblijfselen uit deze periode dan ook zeker niet overslaan. Dat geldt voor de volgende vijf locaties in het bijzonder.
Kijk je ogen uit: Chemnitz Hauptbahnhof
Tegelijk met de fabrieken ontstond er in de negentiende eeuw ook een uitgebreid spoorwegennetwerk in Saksen. De grondstoffen en afgewerkte producten moesten immers zo snel en efficiënt mogelijk van en naar de fabrieken worden vervoerd. Ook Chemnitz maakte deel uit van dit netwerk. In 1852 werd de stad per spoor aan Leipzig en Dresden verbonden. Na een uitbreiding van die lijn opende een nieuw centraal station in 1858 haar deuren in Chemnitz. Dit station kon de groeiende stroom van mensen en goederen echter niet bijbenen. Daarom moest tussen 1868 en 1872 van de grond af opnieuw worden opgebouwd. De stationshal uit 1872 vormt nog altijd de centrale hal van Chemnitz Hauptbahnhof.
Architectonische hoogstandje: Villa Esche
Terwijl de industrie op volle toeren draaide, verdienden de fabriekseigenaren in Chemnitz fortuinen aan de verkoop van hun industriële producten. Deze nieuwverworven rijkdom spreidden ze maar al te graag tentoon. Ze lieten architecten uit het binnen- en buitenland overkomen, om nieuwe woonhuizen volgens de laatste mode voor hen te ontwerpen. Zo ook de textielfabrikant Herbert Eugen Esche. Esche liet in 1902-1903 een woonhuis bouwen volgens de toen moderne Jugendstil, naar het ontwerp van de Belgische architect Henry van de Velde. Villa Esche geldt vandaag de dag als een van de hoogtepunten binnen deze architectonische stijltrend.
Herinnering aan de bevolkingsexplosie: Markuskirche
De industrialisering van Chemnitz trok tienduizenden arbeiders aan, op zoek naar werk. De kerken in de stad konden deze enorme toestroom van nieuwe kerkgangers niet aan. Er moesten dus nieuwe kerkgebouwen uit de grond worden gestampt. Voor de protestantse Johannisgemeinde, werd een architectuurwedstrijd uitgeschreven. Het ontwerp van G. Abesser en Jürgen Kröger won, maar vanwege geldgebrek moesten de torenspitsen herhaaldelijk meters worden ingekort. Er was haast geboden, in twee jaar werd de kerk gebouwd. Daardoor liep de constructie wel waterschade op. Ondanks de tegenslagen kon de kerk op 13 november 1895 worden ingewijd. Vandaag de dag vormt hij een mooie herinnering aan de bevolkingsexplosie in Chemnitz tijdens de industriële revolutie.
Donkere kant van industrialisatie: Karl Marx Monument
Technisch gesproken is dit monument pas tijdens de DDR-tijd neergezet. Toch vormt het een indrukwekkende herinnering aan de donkere schaduw van de industrialisatie. De welvaart van de industriële revolutie was namelijk allesbehalve gelijk verdeeld. Terwijl de fabriekseigenaren fortuinen binnenhaalden, zwoegden duizenden arbeiders voor een hongerloontje in rokerige fabriekshallen. In deze context schreef Marx zijn beroemde werk Das Kapital. Hierin voorspelde hij dat de massa arbeiders uiteindelijk het juk van economische uitbuiting van zich af zou werpen en tegen de bezittende klasse in opstand zou komen. Hoewel Marx’ voorspelling uiteindelijk niet is uitgekomen, illustreert zijn werk niettemin dat de industrialisatie ook minder fraaie kanten had. Daar herinnert dit monument uit 1971 de mensen van Chemnitz dagelijks aan.
Geschiedenis op een rijtje: Sächsisches Industriemuseum
Voor wie dieper wil ingaan op de geschiedenis van Saksen als industrieel centrum, is het Sächsiches industriemuseum te Chemnitz een absolute must. Maar niet alleen de collectie binnenin is de moeite waard, ook het gebouw zelf is een bezienswaardigheid. Het museum is namelijk gevestigd in een voormalige gieterij. Deze gieterij heeft zijn bouw in 1874 diverse eigenaren gehad, totdat hij in 1982 werd stilgelegd. Nu biedt het gebouw een mooi inkijkje in het uiterlijk van de honderden fabrieken die gedurende de negentiende eeuw in Saksen verrezen.
De ‘Freistaat Sachsen’ ligt circa 500 kilometer van de Nederlandse grens. Meer reisinformatie op de Nederlandstalige website.