Blekinge & Småland: Ontdekkingsreiziger in Zuid-Zweden
Oneindig wandelen in de groene uitgestrekte rust van Zuid-Zweden, dat betekent genieten van stilte, plekken ontdekken waar je alleen lopend kunt komen en je onderdompelen in de geschiedenis die door het landschap is gevormd. Wandelmagazine strekt de benen in Blekinge en Småland, twee provincies in het zonnige zuiden van het grootste land van Noord-Europa.
Tekst: Paul van Bodegraven. Foto’s Marco Barten
Dit artikel verscheen ook in Wandelmagazine 1 van 2023
Het is moeilijk voor te stellen, maar zo’n honderd jaar geleden was Zweden een van de armste landen van Europa. Zo arm, dat het land niet genoeg voedsel opleverde om de bevolking te voeden. Småland betekent letterlijk ‘klein land’. Dat heeft alles te maken met de stenige ondergrond die het land ongeschikt maakt voor grootschalige landbouw. Het gevolg laat zich raden: honger. En dat leidde tot een ongekende emigratiestroom richting de Verenigde Staten. Naar schatting emigreerden alleen al uit Småland ruim 190.000 mensen naar de Verenigde Staten, op zoek naar een beter leven.
Utvandrarleden
Wij volgen vandaag een stukje hun voetsporen, als we een deel van de Utvandrarleden lopen, een langeafstandspad dat door Småland slingert en een aantal historische plaatsen uit het leven van deze emigranten met elkaar verbindt. Hun geschiedenis is opgetekend door de Zweedse schrijver Vilhelm Moberg, zelf een Smålander, geboren in Moshultamåla. Het verhaal van de emigranten is ook tot leven gebracht in een historisch museum dat je in Växjö kunt bezoeken. De circa 115 kilometer lange route voert door dorpen als Ljuder, Långasjö, Korpamoen, Moshult en Duvemåla, die ook in de boeken van Moberg opduiken. Daar tussenin slinger je over smalle voetpaden en landwegen door het typische Smålandse landschap: bossen, rivieren en meren, afgewisseld met kleine boerenbedrijfjes. Een uitgestrekt, groen platteland dat zich stap voor stap laat ontdekken.
Geschiedenis en comfort
Een van de meest charmante plaatsen langs de route is het ‘dorpje’ Korrö Hantverksby. Dat bestaat uit een voormalig landgoed dat langs de smalle rivier Ronnebyån is gelegen. Het water voedde de aandrijving van een houtzagerij. Er stond ook een herberg voor reizigers. De oude gebouwen staan er nog, de primitieve voorzieningen hebben plaatsgemaakt voor eigentijds comfort in de vorm van een hotel en restaurant. Toch is het landelijke karakter behouden gebleven. Op de gronden langs de rivier graast een groepje koeien; de weiden bestaan uit bloemrijke graslanden waar het zoemt van naar nectar zoekende bijen en zweefvliegen. De route volgt hier geruime tijd de loop van de rivier, waar het genieten is van het voorbij kolkende, frisse water en een geschikte pauzeplek wordt gevonden bij de aanlegplaats van een paar kano’s. Want ook dat kan: een deel van de route via het water afleggen. Of per fiets.
Langs de route zijn meerdere accommodaties te vinden om te overnachten en de eigenaars zijn zeer zeker bereid je te helpen met het plannen van je wandelingen en vervoer van bagage. Ons doel van vandaag is de Grimsnäs Herrgård, een B&B-achtig pension waar we die avond gelukkig ook kunnen aanschuiven voor het avondmaal. En dat smaakt goed na zo’n zes uur rondstappen door de natuur. Dat de armoede mensen een eeuw geleden verdreven heeft, is treurig én begrijpelijk. Anno 2023 zijn dat nog steeds actuele redenen voor mensen om op zoek te gaan naar betere leefomstandigheden. Voor ons is het een voorrecht om hier te kunnen rondlopen en wat van dat verleden te zien.
Blekingeleden en ARK56
Ook historisch, maar dan meer voor de welgestelde Zweden, is de uitvalsbasis van onze wandeling in het iets zuidelijker gelegen Blekinge. In Ronneby starten we onze wandeling bij Ronneby Brunn, een kuuroord waar mensen naartoe kwamen om te herstellen met behulp van het heilzame water. Nu kun je er logeren, dineren, zwemmen en nog steeds allerlei welnessachtige behandelingen ondergaan. Onze wellness bestaat vandaag uit 23 kilometer wandelen over de Blekingeleden. Dat langeafstandspad is in totaal zo’n 270 kilometer lang en loopt van Sölvesborg naar Bröms (en omgekeerd). Hij is opgesplitst in vijftien etappes, waarmee je de hele regio doorkruist. En dat is meer dan de moeite waard! Mede vanwege de fraaie archipel voor de kust heeft UNESCO dit gebied aangemerkt als biosfeerreservaat.
Het biosfeerreservaat ligt op de 56ste breedtegraad en dat is dan ook de naamgever van ARK (Archipel) 56, het samenwerkingsverband dat je op weg helpt om outdoor Blekinge op zijn best te beleven. Via zeventien zogenaamde hubs kun je wandel-, fiets- en kanoroutes aan elkaar plakken. Via die infrastructuur kom je op de mooiste plekken in de regio. De bijbehorende app ARK56 is een goed vertrekpunt om je te oriënteren.
Het park bij Ronneby Brunn is mooi, de rododendrons staan in bloei, de bankjes zien er gemakkelijk uit en het is heerlijk weer. We treuzelen een beetje en nemen een kijkje in de geurtuin, in de Japanse tuin en gluren bij het voormalige kuuroord. Maar de wetenschap dat er 23 kilometers op ons liggen te wachten, maakt dat we onszelf na een half uur tot de orde roepen: vooruit, op stap!
Ook hier is bosbouw een bron van inkomsten. Niet zo groot als in de bosrijke provincies meer noordelijk, maar toch groeien er genoeg bomen om zo her en der een stuk leeg te trekken. Gelukkig is het pad goed gemarkeerd, waardoor je ook je weg weet te vinden in dat soort terrein. Opvallend is wel het grote aantal loofbomen dat hier het bos vormt, met af en toe een spar of pijnboom. Dat is écht anders dan in de noordelijke provincies, waar vooral naaldbomen en berken groeien. Voordeel van de gekapte bospercelen: we pikken aardig wat mee van de zon.
Grensmuur
Ook in Blekinge is de grond niet rijk, in de zin van goed bewerkbaar en vruchtbaar. Bezaaid met stenen en keien was het zeker vroeger lastig voor boeren om hier van de opbrengsten van het land te leven. Dat is deels opgelost door de losse stenen en keien te verwijderen en op te stapelen. En die stenen zijn dan weer gebruikt om landjes mee af te schermen, bijvoorbeeld om het vee binnen te houden en indringers buiten.
Een deel van deze etappe gaat gelijk op met de vroegere Koningsweg, die de scheidslijn tussen Oost- en West-Blekinge vormde. En om die weg wat extra statuur te geven, is daar een kilometerslange muur van gestapelde stenen langs gezet. Dat het maar even duidelijk was dat hier de grens liep! Op sommige plaatsen loop je een stuk erlangs, over de oude weg, elders is de muur overgroeid en onderdeel geworden van het bos.
Gelukkig is het de bevolking hier wel gelukt om (op bescheiden schaal) vruchtbare landbouwgrond te creëren. Als we het bos weer uitlopen komen we tussen kleinschalige akkers en weiden terecht. Koeien grazen rond de steenhopen en een tarweveld strekt zich voor ons uit. Een ideale plek voor hongerige muizen op zoek naar smakelijke graankorrels. Dat weet de rode wouw die boven het veld cirkelt, op zoek naar smakelijke muizenhapjes, ook. Met een speurend oog zweeft hij boven het veld. Om zo af en toe naar beneden te duiken om een muis (of iets anders) te verschalken.
Diep in het donkere bos
De temperatuur loopt gestaag op en we zijn blij dat we de schaduwrijke bossen weer in wandelen. De wetenschap dat we nog zo’n dertien kilometer te gaan hebben doet verlangen naar wat verkoeling. Na een uurtje stappen horen we zacht geruis van water. Tweehonderd meter verder staan we aan de oever van de Vierydsån, een smalle rivier die door het bos kronkelt. Een prachtige, verstilde plek waar je alleen het kabbelende water en fluitende vogels hoort. Libellen zwieren over het wateroppervlak of rusten op de keien langs en in het water.
De leeggetrokken bospercelen die we af en toe passeren ogen als een woestenij. Maar het heeft ook zo zijn voordelen. Planten en struiken krijgen de ruimte en pakken hun kans. Het resultaat is meer kleur van de vele bloeiende bloemen tussen de vijftig tinten groen die Blekinge te bieden heeft. Margrieten, kogelbloemen, vingerhoedskruid, beklierd mottenkruid, een vroege heidestruik; allemaal staan ze te pronken langs het pad.
Blekinge aan zee
Zelf lopen we wat minder te ‘pronken’, met inmiddels zo’n twintig kilometer in de benen. Een steigertje aan de Mörtstöm lijkt dan ook de ideale plaats om neer te ploffen en uit te rusten. Aan het watertje, dat richting de kust stroomt, liggen wat kleine boten. Gelukkig zijn er een paar op pad en kunnen wij genieten van de namiddagzon. Langzaam soezen we een beetje weg en zo lijkt het heel verleidelijk om niet verder te lopen. Maar een bushalte is hier ver te zoeken, dus met een beroep op onze zelfdiscipline gaan de rugzakjes weer op en lopen we verder, richting de kust.
Na drie kwartier stappen door het bos zien we de zee door de bomen schemeren. Via een klein natuurreservaat komen we op een camping terecht. Een fraaie zwemsteiger ligt voor ons klaar, maar niemand maakt er gebruik van. Als we aan het water voelen begrijpen we waarom: koud! De ijskiosk op het terrein is een goed alternatief. Vanaf daar is het nog maar een kilometer naar Järnaviks Pensionat, ons overnachtingsadres voor vandaag. Dat beschikt niet alleen over een lekker bed, maar ook over een uitstekende kok, die ons in de watten legt met verse ingrediënten en lokaal gebrouwen bier.
Wandelen in Zuid-Zweden smaakt naar meer. De wetenschap dat we nog maar een fractie hebben gezien van de langeafstandspaden die er zijn, maakt dat we al half-half plannen aan het maken zijn om terug te komen zodra het kan. De goed gemarkeerde routes, bereikbare accommodaties en hun hulpvaardige eigenaren maken wandelen in dit stuk Zweden tot een comfortabel avontuur. Te voet ontdek je de uitgestrekte natuur en waan je je een paar uur ontdekkingsreiziger. Om ’s avonds aan te schuiven bij een gastheer of -vrouw voor een heerlijke maaltijd en een goed bed. Wat wil een wandelaar nog meer?
Wandelwijzer
Vervoer
Zuid-Zweden is dichterbij dan je denkt. Vanaf Utrecht is het circa 950 km rijden naar Blekinge, vanaf Brussel ruim 1100 km. Småland ligt direct boven de provincie Blekinge, aan de oostkust van Zweden.
Beste periode
Blekinge en Småland hebben beide een gematigd klimaat, vergelijkbaar met Nederland en België. Je kunt er dan ook het hele jaar rond wandelen, tenzij in de winter. In het hoogseizoen (eind juni – begin augustus) kan het raadzaam zijn om van te voren accommodatie te regelen. Naast de zomer is het ook in de herfst erg fraai om door de Zweedse bossen te struinen.
Meer weten?
Website over de Utvrandrarleden
Je kunt er op eigen houtje opuit, maar er zijn ook pakketreizen te boeken waarbij je van hotel naar hotel loopt en je bagage wordt vervoerd.
- Emigrantenmuseum
- Over de Blekingeleden
- ARK56, ook als app voor Android en iOs.
- Visit Sweden