
Onze redacteur Thomas heeft zijn wandelschoenen opnieuw gestrikt voor een ongekend avontuur: hij is begonnen aan de volledige Pacific Crest Trail, een ruim 4300 kilometer lange tocht dwars door de Verenigde Staten. Wandelaars die deze tocht in een keer van begin tot eind afleggen, zogenaamde thru-hikers, trekken door de diverse en ongerepte natuur van de staten Californië, Oregon en Washington.
Samen met Jess, Sean en Fish Head stapte ik in de auto van trailangel Christy die ons vanuit Wrightwood weer richting de PCT bracht. Vanwege de Bridge Fire die in januari woedde in het gebied, was hier een groot deel van de trail afgezet om de natuur te laten herstellen. Hierdoor waren we genoodzaakt een stuk over Highway 2 te lopen, die eveneens gedeeltelijk was afgezet voor herstelwerkzaamheden vanwege de brand. Onderweg vertelde Christy ons dat ze in 2017 elders in Californië woonde, maar dat ze door een natuurbrand haar huis was verloren. De Bridge Fire brandde een paar honderd meter van haar huidige woning in Wrightwood, waardoor haar huis deze keer gelukkig werd gespaard. Ze zei dat ze 600 dollar aan brandverzekering per maand kwijt was en dat deze hoge woonlast ertoe leidde dat kleine dorpen zoals Wrightwood langzaam leegliepen.
Nadat we waren afgezet bij een wegversperring , moesten we ongeveer 8 kilometer over de afgezette Highway 2 lopen richting de trail. Onderweg werd door zwartgeblakerde sparren en verwoeste toiletgebouwen aangetoond hoe vernietigend de brand hier was geweest. Rond 11:00 liet ik de verkoolde bomen en het asfalt achter me, en kon ik beginnen aan de steile maar geleidelijke klim naar de top van de 2867 meter hoge Mount Baden-Powell. De berg heette eerder officieus Mount Baldy, maar werd in 1931 vernoemd naar de grondlegger van de scouting: Lord Robert Baden-Powell. De ceremonie van de naamswijziging werd door ruim 15.000 scouts en hun familieleden bijgewoond.
De klim naar de top bestond uit meer dan 850 hoogtemeters over een afstand van 6,5 kilometer. Met mijn verstand op nul en regelmatige staande pauzes, baande ik me rustig een weg naarboven. Richting de top lagen er hier en daar wat sneeuwvelden op de trail, maar deze waren stevig en dus gemakkelijk te doorkruisen. Rond 14:15 was ik dan eindelijk boven aangekomen en keek ik uit over de besneeuwde top van Mount San Antonio in het oosten, de Mojavewoestijn in het noorden en de in smog gehulde voorsteden van Los Angeles in het zuiden. Samen met wat andere hikers kon ik voldaan van mijn lunch genieten. De 9.5 kilometer naar Little Jimmy Campground waren met het mooie weer en de weidse uitzichten adembenemend. De trail leidde me over de hellingen van een bergrug, waardoor het voelde alsof ik op het dak van de wereld stond.
Bij de kampplaats aangekomen zette ik mijn tent op en ging daarna water halen bij een stroompje langs de PCT. Bij Little Jimmy Campground, dat ondanks zijn naam relatief groot is, waren zo'n 20 andere hikers neergestreken. Tijdens het eten ging ik gezellig aan een picknicktafel zitten met Rookie, Jess, Fish Head, Anetta en Panda. Toen iedereen naar zijn of haar tent vertrok, liep ik nog even naar een uitzichtpunt om naar het avondrood van de ondergaande zon te kijken.
De volgende ochtend was het aan de frisse kant, dus ik brak gauw mijn kamp op en at mijn ontbijt aan een picknicktafel in de zon. Nu ik wat was opgewarmd daalde ik via hellingen door een verbrand sparrenbos af richting Highway 2. Tussen de verschroeide bomen trof ik veel bosjes poodle-dog bush aan, een plant die goed gedijt in gebieden waar een natuurbrand heeft huisgehouden. Het is tevens een plant die een hardnekkige jeuk, uitslag of ergere allergische reactie kan veroorzaken, dus ik bleef er zo ver mogelijk vandaan. Beneden bij de parkeerplaats langs de weg, ontving trailangel Lieutenant Dan hikers bij zijn busje. Hier konden ik en andere hikers onze telefoons opladen en genieten van fruit, koffie, frisdrank of een biertje. Dankbaar at ik wat fruit en dronk een flesje cola.
Met een goede dosis suiker achter de kiezen, begon ik aan de korte maar zeer steile etappe over de hellingen van Mount Williamson. Ook hier was het bos flink uitgedund door een brand, waardoor ik het al snel op een zweten zetten. Ik probeerde niet te veel na te denken en een rustig maar gestaag tempo aan te houden. Met af en toe een staande pauze bevond ik me voor ik het wist op de richel waar de trail weer naar beneden afdaalde. De PCT kruisde Highway 2 nog twee keer en ik moest de weg zelfs voor bijna 10 kilometer volgen. De trail was namelijk afgezet vanwege een boomkikkersoort die met uitsterven bedreigd was. De omleiding over de weg was eigenlijk 5 kilometer lang en sloeg op een gegeven moment af naar een alternatief pad naar de PCT. Via de alternatieve route zou ik in korte tijd eerst recht omhoog en daarna recht omlaag moeten, om vervolgens weer met Highway 2 te kruisen. Dat vond ik wat onzinnig, dus ik besloot de weg aan te houden tot de volgende kruising met de PCT. Achteraf hoorde ik van iemand die het alternatieve pad had genomen dat ik niks bijzonders had gemist.
Aan het begin van de middag was ik blij dat ik de weg na 10 kilometer achter me kon laten. Het asfalt was namelijk behoorlijk opgewarmd in de middagzon en er werd nogal hard met dure sportauto's over gereden. Gelukkig was het geen zaterdag of zondag, anders was het een stuk drukker op de weg geweest. Dit deel van de Highway 2 staat namelijk bekend als een route die weinig wordt gecontroleerd, dus rijke snelheidsduivels uit Los Angeles racen er maar wat graag overheen. Door wegen zoals deze verbaast het me niks dat de meeste hikers in de VS komen te overlijden door auto-ongelukken. Van alle dieren die je op de PCT tegenkomt, blijft de mens dus de gevaarlijkste.
Nadat ik de vierhondertste mijlpaal was gepasseerd en had geluncht, dreven er dikke sluierwolken voor de zon en liep ik door een glooiend terrein van naaldbomen, eiken en rotsformaties. Wat een heerlijke afsluiting van de dag. Bij een volgende kruising met een weg, kwam een trailangel aangereden met zijn kleindochter en hond. In zijn achterbak had hij snacks en koud drinken voor hikers meegenomen. Ook deze uitgestoken hand greep ik samen met wat andere hikers dankbaar aan.
Na deze korte tussenstop moest ik nog zo'n 5 kilometer lopen naar de Sulphur Springs Trail Camp. Deze kampplaats deelde ik met zo'n 15 andere hikers, maar er was meer dan genoeg ruimte. Tussen alle bomen op de kampplaats was het niet eens te merken dat er zo veel mensen waren. Voor mijn avondeten had ik zowaar een picknicktafel om aan te eten, waar ik samen met Zane en Sean ging zitten. Toen het begon te schemeren gingen we naar onze tenten toe en was het tijd om te gaan slapen.
Toen ik rond 06:15 uit mijn tent kwam, hingen er dikke sluierwolken voor de zon. Ideale omstandigheden om de grotendeels onbeschutte hellingen van Mount Pacifico te beklimmen. Zonder een brandende zon in de lucht waren de geleidelijke klimmetjes goed te doen en bevond ik me halverwege de ochtend aan de andere kant van de berg. Hier kon ik ontzettend ver de woestijn in kijken, die zich in het noorden tot aan de horizon uitstrekte. Ook zag ik onder me dichte wolkenpartijen voorbij drijven, die tijdens de afdaling steeds dichterbij kwamen. Even later liep ik soms dwars door de wolkenvelden heen, waardoor het uitzicht werd verstopt achter een grijze, kolkende massa.
Bij een waterkraan naast een brandweerkazerne vulde ik mijn watervoorraad aan. Behalve de wolken, liet de wind zich hier kennen, dus ging ik op zoek naar een beschutte plek om te lunchen. Samen met Sean en Anetta, die ook water hadden gehaald, ging ik in een opening in de bosjes rond een elektriciteitspaal zitten. Hier was het nagenoeg windstil. Alledrie wilden we naar dezelfde tentplaatsen langs de trail lopen, dus we besloten tegelijk te vertrekken. Tijdens de korte maar pittige klim die voor ons lag, liepen we allemaal in ons eigen tempo naarboven, maar kwamen elkaar telkens weer tegen tijdens rustmomenten.
Toen we de steilste klim van de dag achter ons hadden en de trail ons over een bergrug voerde, wonnen de wolken aan terrein. Tussen de levende bomen gaf dit een sprookjesachtige sfeer en tussen de dode bomen werd het er haast griezelig door. Bij de tentplaatsen aangekomen werd het behoorlijk koud nu we niet meer aan de wandel waren. Na gauw avond te hebben gegeten zochten we dan ook snel onze tenten op.
De volgende ochtend was er geen vuiltje aan de lucht te bekennen, maar in de schaduwrijke inham waarin ik had gekampeerd was het nog erg koud. Mijn tent was kletsnat van de condensatie toen ik hem inpakte, dus die wilde ik later op de dag nog uithangen om te laten drogen. De dag begon met een geleidelijke maar flinke klim naar het laatste hoge punt van de bergrug waar ik me de afgelopen twee dagen op bevond. Toen ik aan het eind van de ochtend nabij de piek van Mount Gleason aankwam, kon ik in het zuiden grote wolkenvelden zien liggen. Aangezien dit recht boven Los Angeles was, was de kans aanzienlijk dat het om smog ging. Ik keek er ontzettend naar uit om daar morgen door heen te lopen. Eerst maar eens afdalen. Ik bevond me bijna op 2000 meter boven zeeniveau en moest zo'n 1300 meter zakken naar mijn geplande kampplaats naast de Santa Clara River.
Van de ene berghelling naar de andere daalde ik geleidelijk af naar het North Fork Ranger Station, waar picknicktafels stonden om aan te lunchen. Het ranger station lag precies tussen twee bergen in, waardoor de harde wind er vrij spel had. Perfecte omstandigheden om mijn tent te laten drogen. Naast andere hikers kwamen hier even later ook Anetta en Sean uitrusten in de schaduw. Tijdens de afdaling naar Mattox Canyon die volgde was namelijk bar weinig beschutting te vinden. Al was dat voor Anetta geen probleem. Omdat ze last van haar knieën had, had ze een rit van het Ranger Station naar de camping nabij Acton geregeld.
Toen ik de afdaling rond 14:30 voortzette, stond de zon genadeloos te branden in de strakblauwe lucht. De paar wolken die voorbij dreven bleven ver uit de buurt van de zon, dus voor schaduw moest ik het hebben van hoge struiken. Dat het vandaag op zijn heetst nog geen eens 25 graden was, was niet te merken. Aangekomen in Mattox Canyon, kon ik beginnen aan de laatste steile klim van de dag. De zon en de zanderige bodem maakten dit een warme bedoeling, dus zwetend en hijgend bewoog ik me voort. Gelukkig stond de zon laag genoeg om af en toe achter een helling te verdwijnen, waardoor ik kon genieten van de schaduw.
Eindelijk kwam ik aan bij de weg richting Acton. Deze hoefde ik alleen nog over te steken om een tentplaats te zoeken bij de Santa Clara River. Pal langs de trail zette ik mijn tent op en genoot tijdens het eten van de aangename temperatuur en het gezang van de krekels. Toen ik ging slapen was er nog nauwelijks verkeer op de weg en werd het geluid van de krekels bijgestaan door het gekwaak van kikkers. Hopelijk is er vannacht weinig treinverkeer op het spoor aan de andere kant van de rivier. Eerder kwam er luid een trein voorbij en lieten coyotes in de verte huilend hun stem horen wanneer de trein toeterde. Gelukkig had ik oordoppen bij de hand.
Toen ik de volgende ochtend net na 07:00 uur vertrok was het duidelijk een stuk warmer dan de afgelopen dagen. Tijdens de eerste uren van de dag lag de temperatuur al rond de 20 graden en het zou er alleen maar warmer op worden. Nadat ik de rivier en spoorbaan was overgestoken begon ik aan een pittige klim door hoge, nagenoeg kale heuvels. De gigantische rotsen op de hellingen en het uitgestrekte uitzicht waren gelukkig prachtig. Ondanks de hete zon kon ik de ruige schoonheid van de woestijn ontzettend waarderen.
Halverwege de ochtend leidde de trail me via een tunnel onder een snelweg door en bracht me naar de indrukwekkende rotsformaties van Vasquez Rocks in de Sierra Pelona. De rotsen danken hun opmerkelijke vorm aan de schuivende tektonische platen van de San Andreasbreuk, die parallel loopt aan de bergen van de Sierra Pelona. Toen ik tussen de bijna buitenaardse rotsen liep was het net alsof ik me op de set van een western bevond. Samen met het feit dat Hollywood op een steenworp afstand ligt, is het dan ook niet zo gek dat hier een hoop (cowboys)films en series zijn opgenomen.
Aan het begin van de middag kwam ik aan in Agua Dulce, dat vlak naast Vasquez Rocks ligt. Het was goed te merken dat het vanmiddag bijna 30 graden zou worden, dus ik was blij dat ik in het plaatsje was aangekomen. Bij een Mexicaans restaurant schoof ik aan bij Ben uit Canada, Cory uit Los Angeles en Yannick uit Australië. Hier at ik een reusachtige en overheerlijke burrito en dronk een grote beker horchata. Tot nu toe was dit het beste Mexicaanse restaurant waar ik op de trail heb gegeten. Na deze overdadige lunch liep ik een stukje verder door naar hikertrekpleister Serenity's Oasis.
Deze PCT-camping was zo'n drie jaar geleden in het leven geroepen door John, die me bij aankomst een korte rondleiding gaf. Hier kon ik mijn telefoon en andere apparaten opladen, douchen, een was draaien en zelfs voorraad inslaan in een winkeltje. Tussen al het geregel voor de komende dagen door, kon ik hier de rest van de dag even lekker bijkomen. Het was een komen en gaan van andere hikers, dus het was ook nog eens gezellig om bij te praten met mensen die ik al een tijdje niet had gezien.