
Nadat Anker en ik uitgebreid hadden ontbeten, pakte ik mijn tas in en stapten we in de auto richting de Mexicaanse grens. Eenmaal uit de stad werd het terrein rond de wegen ruiger, rotsachtiger en heuvelachtiger. Telkens namen we een afslag naar een kleinere weg, totdat we uiteindelijk op een onverharde weg richting het grenshek reden. Het zuidelijkste punt van de PCT ligt namelijk pal naast dit metershoge bouwwerk, dat zich een kaarsrechte weg door het landschap baant. De komende dagen is het hek nog van ver te zien. Behalve andere beginnende thru-hikers stonden er ook twee mensen van de PCTA (Pacific Crest Trail Association), de organisatie die de trail onderhoudt. Eén van hen klapte in zijn handen waardoor er een vervormde echo vanaf de muur weerkaatste. "Probably the only cool thing about this fence", zei hij droogjes.
Anker bleef nog even rond het houten PCT monument rondhangen en zei me gedag. Over een paar dagen zie ik hem weer, dan loopt hij zelf ook een stukje van de trail. Het was net 12 uur toen ik vertrok, maar het was relatief koel en er stond een briesje. Ook hoefde ik tot m'n geplande kampplaats een kleine 20 kilometer te lopen, wat een prettige afstand is om mee te beginnen.
Ondanks het droge en ruige gebied, waren er opvallend veel dieren en kleurrijke planten te zien. Zo stonden er felgele yucca's te bloeien en wuifde de wind me soms de geur van wilde salie toe. Verder zag ik op de eerste twee dagen roofvogels, raven, hagedissen, een jonge ratelslang, een konijn, (grond)eekhoorns, goffers en op verschillende plekken coyotepoep. Van andere hikers hoorde ik later dat het gehuil van coyotes hen 's nachts wakker hield toen ze een paar dagen eerder op een camping verbleven. In de lente gebeurt van alles in de woestijn.
Behalve woestijndieren ben ik op de eerste twee dagen ook een hoop bijzondere hikers tegengekomen. Ben, Spout en haar vriend Alex kwam ik bij een beek tegen waar ik water filterde. Thru-hikers hebben verschillende redenen waarom ze een langeafstandsroute afleggen. Dat bleek maar weer toen ik Ben uit North-Carolina opnieuw sprak toen ik in de schaduw van wat rotsen wilde lunchen. Hij was negentien, maar had in zijn leven al veel moeilijke dingen meegemaakt die hij op de trail wilde verwerken. Zo heeft hij toen hij dertien was zijn vader tevergeefs moeten reanimeren. Nog altijd voelt hij zich daar ongegrond schuldig over, en dat is een van de dingen die hij wil oplossen op de trail. De PCT is een plek waar je jezelf regelmatig tegenkomt en er is een hoop tijd om na te denken. Naar mijn mening heeft Ben dus een goede keuze gemaakt om de PCT te lopen.
De rest van de dag slingerde de trail de rotsen in, weg van de beschaving. De bewoonde wereld zal ik de komende weken nog regelmatig binnen lopen, totdat dit alleen nog maar om de zoveel dagen is. Genoeg tijd om aan het trailritme te wennen.
Aan het eind van de middag was het soms nog aardig warm op de schaduwarme klim door de heuvels. Gelukkig was het tegen de avond een stuk koeler toen de zon vaker achter de heuveltoppen verdween en het landschap in een prachtig strijklicht zette. Achter een aantal rotsen vond ik dan eindelijk de kampplaats waar ik mijn tent wilde neerzetten. Ik deelde de plek samen met Spout, Alex en Pixie. Geweldig om na lange tijd weer mijn tent in de wildernis op te zetten. Terwijl de vogels hun laatste lied floten, verschenen de eerste sterren aan de hemel. Daarna was het heerlijk stil.
De volgende ochtend stond ik om 06:00 uur op om de ergste hitte van de dag voor te zijn. De koele temperatuur maakte de slingerende afdaling naar Hauser Creek aangenaam en gaf me de ruimte van de omgeving te genieten. Aangekomen bij de kreek filterde ik wat water voor de klim langs de grillige top van Hauser Mountain. Ook sprak ik Australische hiker Tom en Nederlander Stef, de eerste niet-Amerikaanse PCT'ers die ik ben tegengekomen. De rest van de ochtend gebruikte ik om langs Hauser Mountain te klimmen richting de achterliggende vallei. De tocht naar boven hield lang aan en de hitte van de zon was merkbaar, maar met genoeg korte tussenstops bij de schaduwplekken was het goed te doen. Dit ging me een stuk beter af dan drie jaar geleden, maar dat komt misschien ook omdat ik wist wat ik moest verwachten.
Boven aangekomen voerde de trail me al glooiend richting Lake Morena Village. Het gelijknamige meer lag er als een oase bij in het onherbergzame landschap. Toen ik rond 11:00 uur de camping langs het meer op liep, hadden wat trail angels trail magic uitgestald. Dankbaar pakte ik een blik koude ijsthee en plofte in een kampeerstoel neer. Ik kreeg zelfs de vraag of ik een hamburger wilde; beter kon ik mijn ochtend niet wensen. Bij een supermarkt in het dorpje kocht ik een snack om wat wisselgeld voor de douches op de camping te halen. Een warme douche pal langs de trail laat ik niet aan me voorbijgaan. Opgefrist at ik nog een paar snacks van de trail magic en bedankte de trail angels voor hun geweldige actie. De Ierse Trail angel Sherpa, die de PCT in 2016 heeft gelopen, vertelde dat hij en wat anderen in de Sierra Nevada trail magic zullen organiseren in juni. Samen hebben ze er een traditie van gemaakt om dit verkleed te doen als Canadese mounties en hikers eerst te vragen om hun trailvergunning. Hopelijk ben ik er op tijd, want dit klinkt hilarisch.
Ik ging rond 13:00 uur weer op pad terwijl een grote sluierwolk de zon wat afzwakte. Op de geleidelijke klim die volgde was de hoogstaande zon goed te voelen, maar gelukkig kon ik af en toe kort pauzeren onder bomen en struiken. De trail maakte een grote bocht om het letterlijk schitterende meer heen, totdat het pad afgleed naar Kitchen Creek en de volgende vallei. Plotseling liep ik door een totaal ander landschap. De trail slingerde langs schaduwrijke bomen en door vlakke groene velden. Wat een serene omgeving om de dag mee af te sluiten. Ik zag een grote zwarte vogel vliegen, die me vanwege de grootte en vorm van de kop geen kraai leek maar een raaf.
Aan het eind van de middag kwam ik bij Boulder Oaks Campground aan, waar ik mijn tent opzette. Eerst trof ik alleen hiker Ronnie aan, maar de rest van de dag kwamen er nog een paar anderen binnendruppelen. De meer dan behulpzame gastvrouw van het PCT-gedeelte van de camping gaf ons een hoop informatie over de trail en de dieren in het gebied. Ze vertelde me dat het zien van een enkele raaf in oorspronkelijke Amerikaanse culturen een teken is van geluk. Hopelijk was de vogel die ik eerder zag een raaf. Terwijl ze haar uitleg vervolgde,zag ik in de verte de twee raven van dit gebied zitten in de top van een eik.
's Avonds rustte ik lekker uit in een achtergelaten kampeerstoel onder een grote eik. Ik ben nog maar twee dagen onderweg, maar ik heb al een hoop bijzondere indrukken gehad. Dit kan alleen maar betekenen dat er nog veel meer zullen volgen de komende maanden.