terug

Dag 4: de Dag van Cuijk

Er stond veel voor mij op het spel bij de Nijmeegse Vierdaagse dit jaar. Vorig jaar heb ik hem namelijk niet uitgelopen. Ik heb toen de eerste twee dagen gelopen, maar constateerde op de derde dag dat ik niet in een staat was om het te halen. Hoewel ik dit zelf weet aan weinig training, slechte schoenen en het gebrek aan een wandelmaatje, liet het me het hele jaar niet los. Dit jaar had ik goed getraind, goede schoenen aan en mijn oudste broer Bram als metgezel. Als het nu niet goed zou gaan…

Verslag door Jesse Fokke

Wandelaars op de Via Gladiola. Bron: Havang, Wikimedia Commons.

Vandaag is de dag. Vandaag is het alles of niets. Vandaag wordt het de dood of de gladiolen. Vandaag is de kans om mijn schande van vorig jaar uit te wissen. Vandaag is de Dag van Cuijk en we hebben er zin in. Allemaal waarheden, behalve dat laatste. Ik zie toch een beetje op tegen de mars van vandaag.

Warmlopen

In het begin voel je de pijn van de vorige dagen nog een beetje, maar dat trekt na een tijd lopen weer weg. Op een gegeven moment kom je in het juiste tempo en warmen de voeten en benen genoeg op om de last (tijdelijk) te neutraliseren. Het is opvallend hoeveel mensen al in de ochtenduren langs de kant staan om de vroege vogels te begroeten. Zelfs om 4 of 5 uur, vlak na de start, zijn er al talloze toeschouwers om hun steentje bij te dragen, als is het maar door te kijken.

Nog meer dijken

Na een aantal uren langs de vertrouwde beginroute van dag 2 te lopen, gaan we rechtdoor waar we eerder rechtsaf sloegen. Bij het plaatsje Overasselt belanden we opnieuw in een dijkengebied, feitelijk een paar kilometer stroomopwaarts van de plek waar we op dag 2 langs de Maas liepen. In zo’n open gebied kun je duidelijk zien hoe lang de sliert Vierdaagsewandelaars feitelijk is. Zo ver als je voor je uit kunt kijken loopt de colonne en als je terugkijkt is dat eveneens het geval.

De Maas over

In Grave, net over de Maas, nemen we een korte pauze, want we beginnen het namelijk te voelen. Als we de tocht hervatten blijven we het echter voelen: a sign of things to come. Ik begin het al redelijk zwaar te vinden, maar mijn ouders zullen zich ergens op de route verderop vestigen. Dat is in ieder geval iets om naar vooruit te kijken. Maar op de weg naar hen toe ben ik dom bezig. Normaal gesproken lijkt er vrijwel geen einde te komen aan mijn eetlust, maar ik kan nu maar moeilijk mijn boterhammen weg krijgen. Dit ga ik uit de weg door simpelweg weinig te eten. Heel dom, want naarmate mijn maag leger begint te raken, neemt de vermoeidheid snel toe.

Hongerklop

Als mijn broer en ik onze ouders bereiken, vlak voor het plaatsje Vianen, heeft de honger me al enigszins toegetakeld. Het voelt niet alsof ik zin heb in eten, maar ik ben uitgeput en zwaar gedemotiveerd. Bovendien zijn mijn benen stram en mijn voetzolen doen ontzettend zeer. Ik heb er tot op dit punt nog niet eerder zo zwaar doorheen gezeten tijdens deze Vierdaagse. Mijn ouders geven ons opnieuw eten en drinken en we kunnen eventjes zitten. Dit pept me enigszins op, maar ik ben nog steeds flink gaar.

Cuijk

In het feestelijke Cuijk steken we met een pontonbrug de Maas over en buigen we linksaf voor de laatste etappe. Althans, zo voelt het want vanaf nu is het alleen nog maar rechtdoor. Een verraderlijke gedachte, want het laatste stuk is nog 15 á 20 kilometer lang. De eindeloze rijen juichende, zingende en applaudisserende toeschouwers langs de zijkant beuren me wel op, maar 20 kilometer blijft 20 kilometer. Het is een heftig laatste stuk. We pauzeren onderweg nog eenmaal en lopen daarna aan één stuk door.

Via Gladiola

Als we Nijmegen binnenkomen over de St. Annastraat, die ieder jaar tijdens de Vierdaagse wordt omgedoopt tot de Via Gladiola, loop ik op mijn laatste reserves. Mijn broer heeft meer fut in zijn lijf dan ik, want hij is overduidelijk in een beter humeur. Toch is het enorm geruststellend om te weten dat we er bijna zijn. Onderweg komen we mijn vrienden en mijn ouders tegen, die ons allen vergezellen naar de eindstreep. Na wat een eindeloze laatste etappe lijkt komen we onder het luide geklap en gejuich van duizenden bij aan. Wanneer we eindelijk onder de Finish-boog doorlopen omhelzen mijn broer en ik elkaar. We zijn er! Eindelijk! Ik schreeuw het verheugd uit. We hebben het gedaan. Zo’n gevoel is bijna niet te omschrijven. Helemaal total loss laten we ons uitscannen en nemen we onze medaille in ontvangst. Trots spelden we hem op de borst en gaan we zitten. Voor feesten heb ik geen puf meer, dat doen we volgend jaar wel. Eerst slaap ik een gat in de nacht én de dag. Voorlopig hoef ik niets meer te doen!