terug

De vlammende kleuren van de Vogezen

Geen mooier seizoen om de Vogezen te bezoeken dan aan het begin van de herfst. De bomen en struiken verkleuren van donkergroen tot lichtgeel en dieprood. De bessen rijpen, de paddenstoelen schieten uit de grond en de bergweides boven de boomgrens verkleuren mee met de laagstaande zon. 

Tekst: Paul van Bodegraven

Ver reizen is het niet: na ruim vijfhonderd kilometer (gerekend vanaf het midden van ons land) ben je al in het Parc Régional des Ballons des Vosges. Het natuurpark is ruim 3000 vierkante kilometer groot en omvat een groot deel van de zuidelijke Vogezen, waar je ook de hoogste toppen vindt. De Grand Ballon met zijn 1424 hoogtemeters is de hoogste top. Maar ook Le Hohneck (1363 m) en de Ballon d’Alsace (1247 m) reiken tot boven de boomgrens. De bergweides – les chaumes – zijn prachtige gebieden om doorheen te struinen en te genieten van vergezichten. Op heldere dagen kun je zelfs de besneeuwde toppen van de Zwitserse Alpen zien liggen.

Rood-bruin

Diezelfde bergweides zijn al aardig verkleurd als we na een lange aanloop vanaf de Col de la Schlucht aankomen op het Gazon du Faing. We hebben dan al bijna negen kilometer achter de rug, langs vier kleine stuwmeertjes. Die dragen toepasselijke namen: Lac Vert (groen), Lac Noir (zwart), Lac Blanc (wit) en Lac des Truites (geen kleur, maar forellen). Met het nodige klimmen en dalen lopen we van meer naar meer. Heel veel kleurverschil zien we niet, maar mooi is het wel.

Vanaf het Lac Noir gaat de route stevig bergopwaarts. Bovenaan worden we opgewacht door een groot bruin paard met blonde manen. Hij ziet er woest uit, maar is uitermate kalm en komt zelfs voorzichtig snuffelen of we wellicht iets eetbaars bij ons hebben. Maar aangezien er op de bergweides volop grassen en kruiden groeien én omdat we nog ruim vijf kilometer te gaan hebben, houd ik mijn laatste appel toch mooi voor mezelf.

De vegetatie verkleurt onder invloed van het seizoen. De nachten zijn hier alweer frisjes eind september en het groen heeft plaatsgemaakt voor geel gras en roodbruine struikjes. Als een tapijt van herfstkleuren strekt de bergweide zich voor ons uit. Dat tapijt mogen we dan ook nog eens ruim een uur volgen, terug naar ons startpunt. De dalende zon zet alles in een zacht warm licht en werpt lange schaduwen.

Geel-oranje

De kuitspieren zijn gisteren aardig aangesproken, dus gunnen we onszelf een dagje rust, althans dat is het plan. Vanaf het Lac de Longemer, een groot meer zo’n zeven kilometer buiten Gérardmer gelegen, willen we lopend naar het kleine Lac de Lispach. Dat was ooit een stuwmeertje, maar is nu een natuurgebied dat langzaam dichtgroeit door veenvorming. Easy loopje, denken we … Kleine kink in de kabel is het feit dat we vanaf het Lac de Longemer eerst een bergrug over moeten om bij het hooggelegen stuwmeertje te komen. Dat blijkt een forse klim te zijn langs een min of meer weggespoeld pad. Het kost ons veel tijd, zweet en een paar verwensingen om boven te komen.

Gelukkig blijkt het de moeite waard, want het meertje is een plaatje om te zien. We dalen af naar de oever en vergapen ons aan de geel verkleurende veenplakken. Met een decor van trossen lijsterbessen die hier overvloedig langs de waterkant groeien, is dit een waar kleurspektakel, waar ook de strakblauwe lucht en het donkere, bijna zwarte water aan bijdragen.

Het meertje blijkt een trekker. We treffen meerdere wandelaars tijdens onze twee kilometer lange wandeling die eromheen voert. Aan de andere kant ligt namelijk een asfaltweg, parkeerplaats en café, startpunt van het wintersportgebied aan de overkant van de weg. Lac de Lispach is dus ook een geschikte plek voor wie een minder uitdagende wandeling zoekt. Wij keren weer terug naar ‘onze’ helling en dalen klauterend af naar het grote meer, op zoek naar een plek om het water in te duiken.

Bruin-groen

Naar de Vogezen kom je voor het betere klimwerk. Sommige mensen doorkruisen het gebergte via de GR5, onderdeel van het langeafstandspad tussen Hoek van Holland en Nice en ook een populaire route onder Santiago-gangers. De GR5 doet zo’n beetje alle toppen van de Vogezen aan en wij besluiten een stuk ervan te verkennen bij Le Hohneck, de op een na hoogste berg. Voor de verandering kiezen we voor ‘de pijn aan het eind’ en starten net onder de top van de berg op de Col du Wormspel, het zadel tussen Le Hohneck en de Kastelberg. Bijkomend voordeel: vanaf dit zadel staar je gelijk in de gapende diepte waar ergens de Lac de Fischboedle en Lac de Schiessrothried, twee stuwmeertjes, liggen. Nu nog onzichtbaar, want hier zijn we opnieuw boven de boomgrens en de meren gaan schuil achter de bossen die lager op de helling groeien.

We volgen vooralsnog een smal pad dat min of meer op gelijke hoogte langs de helling van de Kastelberg loopt. Het is genieten van het weidse uitzicht en de roodbruine tinten die de bessenstruikjes hebben aangenomen. We zien een paar koeien rondscharrelen die met ferme happen de begroeiing van de helling trekken. Zij leveren de melk waarmee de lokale kaas gemaakt wordt, de fromage des chaumes (niet te verwarren met de Chaumes-kaas uit de Pyreneeën). De kruiden die de koeien hier binnenkrijgen zorgen voor de pittige smaak van de zachte kazen. Na een pauze bij de Auberge du Kastelberg, waar de bosbessentaart onweerstaanbaar naar ons lonkt, dalen we af in het groene gat. Al na een paar honderd meter stappen we tussen de eerste bomen. Onderweg verkleuren de bladeren van de hoogste loofbomen van geel en rood naar donkergroen. Die laatste kleur vinden we aan de oevers van beide meertjes, die zorgen voor voldoende vocht om de bomen langer in hun zomertooi te houden, zolang het warm genoeg blijft in het dal.

Goudgeel

We zijn dan inmiddels wel 530 meter gedaald en die moeten ook weer omhoog afgelegd worden om terug te komen op Le Hohneck. Hier haken we aan op de GR5 en beginnen aan de klim. We zijn nog maar een kwartiertje op weg als de eerste met zware rugzak bepakte wandelaars ons tegemoet komen. Maar ook vrolijke kinderen die naar beneden huppelen, een moeder op teenslippers, mensen met hun hond en jongens met flesjes bier. Allemaal bergafwaarts dus, en wij vermaken ons met het idee dat ook zij eens weer naar boven zullen moeten.

Tijdens de klim neemt de wereld om ons heen opnieuw een andere kleur aan. De bomen worden schaarser en de steeds lager staande zon geeft die warme geelgouden gloed aan de hellingen die je alleen in het najaar ziet. Na ruim anderhalf uur lopen bereiken we weer Le Hohneck. Nog een goede tien minuten en dan zijn we terug bij ons startpunt op de Col du Wormspel. Opnieuw is het hier genieten van oneindig weids zicht en een landschap dat zonder twijfel tot het mooiste van Noord-Frankrijk gerekend mag worden.

Ballon d’Alsace: in 20 minuten of in 2 uur naar de top?  

De Ballon d’Alsace is met 1247 meter de hoogste top aan de zuidkant van de Vogezen. Wij liepen vanaf het 650 meter lager gelegen stuwmeertje Lac d’Alfeld omhoog. Vanuit het diepgroene, donkere bos wandel je eerst omhoog langs de waterval. Boven de boomgrens aangekomen is de weidsheid van het landschap overweldigend. In september kleuren de struikjes rood, de koeien eten het gele gras ertussen vandaan. We troffen hier heel wat andere wandelaars, sommige op bergschoenen, maar ook velen op gympen en met kinderwagens (!). Want de top blijkt ook toegankelijk met de auto: de Route des Crêtes slingert bijna over het hoogste punt. Je vindt er twee restaurants, een souvenirwinkeltje, een beeld van Jeanne d’Arc (afkomstig uit het departement) en een groot Mariabeeld. Omhoog lopen is uiteraard mooier. Maar als je een dagje easy wilt genieten op hoog niveau, dan rijd je met de auto naar boven en wandel je het rondje over de top langs de beelden en het uitzichtpunt. Evengoed genieten! 

Meer info:

Slapen
Accommodaties zijn er in allerlei prijsklassen en smaken, van camping tot B&B, huisjes en hotels.
Wij verbleven in Bois de Champ.

Wandelen
De beschreven routes zijn rondwandelingen die gebruikmaken van gemarkeerde paden die worden onderhouden door de Club Vosgien. Ze zijn afkomstig uit de gids Wandelen in de Vogezen (inclusief vier wandelingen in de Elzas), uitgeverij One Day Walks, ISBN 9789078194378, € 15,95.

Meer weten?


Bekijk ook deze items