Eerst wandelen, dan een Trappistenbiertje bij de Achelse Kluis
De monniken gingen, het bier bleef. In de Sint-Benedictusabdij, beter bekend als de Achelse Kluis, deden de laatste twee broeders in januari 2018 het licht uit. Ze vervullen geen actieve rol meer in het klooster. In de hoogtijdagen verbleven er rond de honderd monniken in de abdij. In die tijd kon je als gast ook meedoen aan het kloosterleven. De slaapkamertjes gedateerd en eenvoudig, de bijbel op het nachtkastje. Een ingevoegd schrijven riep de gast op vooral mee te doen in het ritme van de zeven gemeenschappelijke gebedstijden. Tijdens de maaltijd in stilte dronk je bier. Volgens de gastenbroeder een oude gewoonte: “Bier was lang gezonder dan water.” Nu biedt het kloostercomplex op de grens van Nederland en België onderdak aan groepen ex-verslaafden die door werk en gebed weer structuur in hun leven proberen te vinden.
Tekst Lenneke van der Burg
Bospaden stil en stoffig
Voor de toeristen maakt het niet uit: die komen er niet minder om. De voormalige winkel van broeder Martinus met een grote sortering in bieren en tabak wordt drukbezocht. “Nederlanders komen hier graag hè”, legt de jongen aan de kassa uit, “de sigaretten zijn in België een stuk goedkoper.” Ook de brasserie zit vol. Mooi opgemaakte, Belgische madames op pumps, groepen bezwete racefietsers en ook een enkele wandelaar zien we zitten. Dat valt later ook op tijdens het lopen; veel mensen komen we niet tegen. Er wordt vooral veel gefietst. We kiezen de route Achel en starten vanuit de abdij richting België. Meteen zijn we in een andere wereld. De drukte achter ons. De bospaden stil en stoffig, de bomen blozen hun laatste rode bladeren. Langs de weg zijn pompoenen te koop. Over de hei gaan we en over een zandvlakte. Dan staan we, nog onverwacht, voor een reconstructie van de Doodendraad. Die draad is door de Duitsers aangelegd in WO 1 van Knokke tot Vaals om België af te grendelen. Drie draden met op de middelste 2000 volt moesten smokkelaars tegenhouden of mensen die probeerden te vluchten naar het neutrale Nederland. We volgen de draad en stellen ons voor hoe men tijdens de oorlog hier overheen probeerde te komen: op fietsen met houten velgen, in rubberen pakken of met een polsstok. Maar ook hoe het mis kon gaan: we lezen op een informatiebord dat er op dit stuk ook mensen gesneuveld zijn. We volgen verder de grens en komen weer uit bij de abdij. Het is nog te vroeg voor een Trappist-je en we plakken er nog een tweede route, genaamd La Trappe, aan vast. In het uitgestrekte natuurgebied rond de Achelse Kluis zijn alle wandelroutes (tien) genoemd naar een Trappistenbier. Geen biersoort, zoals veel mensen denken, maar een omschrijving van de herkomst van het bier: Trappistenbier mag namelijk alleen zo genoemd worden als het door monniken wordt gebrouwen. Nu de broeders niet meer actief zijn in de Achelse Kluis, staat het productieproces onder toezicht van de abdij van Westmalle.
Stilletjes lopen we verder
We lopen van de Kluis weg naar het Noorden, Nederland in. Onze-Lieve-Vrouw, centraal afgebeeld op de witte toegangspoort, verdwijnt in de verte. We doorsteken het natuurgebied de Groote Heide. Verdroogde aubergine-kleurige hei tegen een achtergrond van bleekgele grassen. Het landschap is weids en uitgestrekt: eindeloze vlaktes, twee drooggevallen vennen en een kudde schapen. Die staan veilig achter een afrastering. Zo niet de Schotse hooglanders met hun langharige vacht en grote hoorns. Bij een hekje staat een waarschuwingsbord: betreden op eigen risico. Dat je niet te dicht moet naderen en je een kudde niet moet doorkruisen, lijkt logisch. En trouwens: geen rund te zien. Wij zijn niet bang. Hoewel? Nauwelijks één stap binnen het gebied of we zien een nog walmende vlaai liggen. Is dat dier nog in de buurt? Achter ons? Of voor ons? Een beetje stilletjes lopen we verder. Wanneer we het hekje weer achter ons dicht doen en het gebied verlaten, zien we in de verte een vreedzame kudde grazers liggen herkauwen. Genietend in de zon. Het laatste stuk van de route lopen we dezelfde weg terug, nu Onze-Lieve-Vrouw tegemoet. We gaan de poort door, komen op het terrein van de abdij. “Pax intranti” staat er op de grote toegangsdeur. Vrede voor wie hier binnenkomt, betekent dat. Maar verder naar binnengaan, is niet meer mogelijk. Van het kloostercomplex is alleen de onthaalkapel nog toegankelijk voor het publiek. Een sobere bezinningsruimte: er staat een altaar, er branden een paar elektrische kaarsen. Maar nu lokt een echte Achelse trappist. We bestellen in het restaurant. Daar zie je de koperen ketels van de brouwerij staan. Blond of Bruin? Acht procent of toch maar liever iets minder sterk van de tap? Na een hele dag lopen kiezen we voor én-én.
Praktische informatie
Vanuit Abdij de Achelse Kluis starten de wandelroutes Achel ( 11 km) en La Trappe (7,3 km). De routes zijn met gekleurde paaltjes duidelijk aangegeven. Voor de andere Trappisten-routes zie www.toerisme-hamont-achel.be/doen/wandelen/trappisten-wandelroutes
Brasserie Achelse Kluis, De Kluis 1 3930 Hamont-Achel, België : dinsdag tm zaterdag van 12.00 tot 17.00. Pinnen niet mogelijk.