Fotoboek maken: 5 tips

Wandelaars maken tegenwoordig steeds meer foto’s. Niet zo vreemd, fotograferen is immers steeds makkelijker is geworden. Waar je vroeger nog een fotorolletje moest laten ontwikkelen, heeft nu bijna iedereen een smartphone met camera in zijn broekzak. Veel foto’s blijven echter vervolgens vergeten op de geheugenkaart staan. En dat terwijl je deze herinneringen aan je wandelavonturen beslist wil bewaren! Maak er daarom een fotoboek van! Wij geven je hier vijf tips over hoe je dit aanpakt.

1: Wees streng bij het selecteren

Je wil natuurlijk zoveel mogelijk foto’s in je boek plakken. Begrijpelijk, maar pas toch op dat je niet overdrijft. Niet alle foto’s die je onderweg hebt genomen zijn immers van even goede kwaliteit. Zitten er onscherpe, onderbelichte of bewogen plaatjes tussen? Dan kan je deze beter uit je fotoboek weglaten, zonder ze meteen weg te gooien uiteraard. Let ook op dat je niet te veel foto’s meeneemt, waardoor het een overvol boek wordt. Minder is soms meer.

2: Kies een indeling

Als je eenmaal hebt bepaald welke foto’s je in je boek wil stoppen, is de volgende stap om een indeling te kiezen. Hierbij moet je jezelf afvragen wat je precies wil laten zien met je fotoboek. Wil je er een verslag van je vakantie van maken? Plak dan je foto’s in chronologische volgorde achter elkaar. Hierdoor krijgt het geheel de vorm van een soort reislogboek. Een andere mogelijkheid is dat je de foto’s thematisch ordent. Bijvoorbeeld alle foto’s van uitzichten op de ene pagina en op de andere alle hotels waar je hebt overnacht. Welke aanpak past het beste bij jou?

3: Voeg kaarten toe

Je foto’s geven al een goed beeld van welkplaatsen je allemaal hebt bezocht. Ze laten echter niet precies zien wat voor route je te voet hebt afgelegd. Een leuke manier om dit te doen, is kaarten aan je boek toe te voegen. Deze kan je van het internet kopiëren of (als je van knutselen houdt) zelf uit een wandelboekje of kaart uitknippen). Pas ook hierbij op dat je niet te veel extra’s toevoegt, anders gaat het storend werken.

4: Plaats teksten bij je foto’s

Naast kaarten, kunnen ook teksten een mooie toevoeging aan jouw fotoboek zijn. Vooral als je jouw boek als een fotoverslag indeelt. Je hoeft niet onder elke foto een tekstje te plakken, dus voeg er alleen ene toe als het meerwaarde heeft. Denk hierbij aan bijzondere dingen die je onderweg hebt meegemaakt en die leuk zijn om erbij te vermelden. Bij een foto van een uitzichtpunt kan je bijvoorbeeld vertellen hoe je eerst met veel moeite een in de rotsen uitgehakte ladder moest beklimmen om er te komen. Als je een verslag maakt, kan je er ook voor kiezen om per dag een verslag te geven, op een vaste plek op elke pagina.

5: Houd het simpel

Je fotoboek dient vooral om je herinneringen aan je mooie wandelingen te bewaren. Het hoeft dus geen kunstwerk te worden. Natuurlijk wil je wel dat het er goed uitziet, maar pas op dat je het jezelf niet te moeilijk maakt. Met digitale fotoboeken heb je tegenwoordig enorm veel mogelijkheden om de layout aan te passen, bijvoorbeeld met kleurige achtergronden. Dit kan leuk zijn om mee te experimenteren, maar dit is ook iets wat al snel een hoop tijd en energie kost. Houd het daarom simpel. Een paar goedgekozen foto’s en randen staan meestal een stuk mooier dan alles tegelijkertijd op één pagina.