terug

De Greidhoek

De Greidhoek, het weide- en terpenland tussen Sneek, Bolsward en Franeker, ligt er zonovergoten bij. Het is bladstil. Windmolens staan roerloos in de uitgestrekte weilanden, die zijn bedekt met een gele deken van paardenbloemen. Het water in de vaarten is als een spiegel. Een veelbelovend begin van een dagwandeling vanuit Oosterend door het weidse Friese land, dat duizend jaar geleden op de zee werd veroverd.

Tekst: Leo Oele. Foto’s: Heleen Oele

Oosterend (Easterein in het Fries) is een oud dorp, dat vroeger op een eiland lag. In het schilderachtige centrum zijn kerk en kroeg de blikvangers. Voor het eerste gebouw is koster André Vink de aangewezen informant. Met z’n fiets aan de hand loopt hij met ons mee naar de op een terp gelegen Martinikerk. Binnen maakt hij ons geroutineerd duidelijk, waarom de kerk aanspraak kan maken op het predikaat ‘de kathedraal onder de Friese dorpskerken’. Het in Renaissancestijl bewerkte doksaal (koorgalerij of kraak) uit 1554 is inderdaad een monumentaal pronkstuk, waarop maar weinig kerken kunnen bogen. De middeleeuwse sacristie geldt als de oudste van Friesland.

Reünie

En dan is er de grafzerk van pastoor Goffe Attama, die een bemiddeld man moet zijn geweest; van zijn erfenis werd het Sint Geertruidsleen ingesteld, een studiebeurs, die nog steeds bestaat. In 2008 was het 500 jaar geleden dat de pastoor overleed. De Martinikerk en meer speciaal zijn graf waren deze zomer het middelpunt van een reünie van oud-studenten, die van zijn beurs hebben geprofiteerd. Oosterend en zijn kerk trekken sinds 2000, het begin van de Slachtemarathons, elk jaar meer bezoekers.

Kruiken

Kafé Bergsma, de tweede bezienswaardigheid in Oosterend, is naar de stellige overtuiging van de eigenaar het oudste café van Friesland. In 1511 stond er al een herberg; het huidige gebouw is van 1837. Eeuwenoude jeneverkruiken, die in de fundering onder het café zijn gevonden, sieren de bar. Met zijn vele andere antiquiteiten en curiosa heeft het café-interieur veel weg van een museum. De Greidhoek was in de vorige eeuw een levendig centrum van de kaashandel. Dat is in plaatsen als Oosterend nog goed te zien aan de boograampjes van verschillende woningen. Het zijn gerestaureerde pakhuizen van handelaren, die de kaas van boeren en kleine zuivelfabriekjes opkochten en op zolders opsloegen om later te verkopen.

Veeroosters

Over een betonnen pad wandelen we het dorp uit. Soms moeten we het pad delen met de koeien, die vanuit de aangrenzende weilanden poolshoogte komen nemen. Alles in dit gebied is trouwens op vee ingesteld. Niet alleen in de paden liggen veeroosters, ook de karakteristieke witte bruggetjes over sloten en vaarten zijn ervan voorzien. De bodem van de Greidhoek bestaat uit zware kalkarme zeeklei (klipklei), alleen geschikt voor grasland. Maïsveldjes, zoals boeren wel eens inzaaien, zijn weinig succesvol, vertelt een bewoonster van een boerderij bij Rien. Zij is onlangs in haar huis een winkeltje in eigengemaakt keramiek gestart.

Fierljeppen

Een piepklein dorp, dat Rien. Niet meer dan 139 inwoners. Ontstaan aan de Franekervaart was het vroeger een bedrijvig plaatsje met een grote paardenmarkt en zelfs drie cafés. Dat alles is verdwenen. Het laatste café bij de brug is woonhuis geworden. Aan de vaart liggen de andere huisjes, liefelijk naast elkaar, goed voor de onderscheiding ‘beschermd dorpsgezicht’. We passeren een groepje fanatiek fierljeppende jongens, die er zo te zien best een nat pak voor over hebben om deze behendigheid onder de knie te krijgen. Een oud kerkenpad brengt ons naar Lytsewierrum, het volgende terpdorp op het voormalige eiland van Oosterend. De huisjes zijn in een bijna sluitende kring om de laat-middeleeuwse Sint Gertrudiskerk gegroepeerd. Een gevelsteen herinnert eraan dat ten tijde van de bouw de inflatie tot grote hoogte was gestegen. Twaalf stuivers kostte in die tijd een brood, blijkbaar zo prijzig dat het een vermelding in steen waard was. Probleem van nu is het openbaar vervoer. Wie met de bus wil, moet, zoals overal in deze regio, geduld hebben. Daar staat tegenover dat het dorp weer een horecavoorziening heeft: in de sfeervolle pastorietuin kan op mooie dagen koffie of thee worden gedronken.

Tante Lydia

Wie wandelt in de Greidhoek komt vroeg of laat op de Slachtedijk uit. Hier tussen Greate Wierrum en Roodhuis (Reahús) heet hij Sânleansterdyk, dat zoiets als zandweg of zanddijk betekent. Voor wandelaars is er naast de asfaltweg op de dijk een grindpad. Roodhuis is met 179 inwoners een roomskatholieke enclave in deze streek. De schuilkerk, die er oorspronkelijk stond, werd in de 19de eeuw vervangen door een pseudobasiliek. De kerk bezit een beeld van Sint Martinus te paard, dat tijdens de Hervorming moet zijn meegenomen uit de Martinikerk in Oosterend. Langs de kerk loopt het Muoike Lydiapad, aangelegd ter herinnering aan de overleden inwoonster tante Lydia, die elke dag een ommetje in de buurt maakte.

Thabor

Op weg naar het dorpje Tirns zien we aan de horizon de bebouwing van Sneek opdoemen. Tirns werd buiten het eiland van Oosterend gebouwd nadat in de middeleeuwen de Middelzee, een diep landinwaarts reikende zeearm, was drooggevallen en ingedijkt. Op een terp, even buiten het dorp, lag het klooster Thabor, waarvan de monniken hielpen bij de inpoldering. Bekendheid kregen sommigen van hen als geschiedschrijver, zoals Worp van Thabor, die prior van het klooster was en een driedelige kroniek over de Friese geschiedenis schreef. In 1572 werd het klooster door de Geuzen verwoest. Hoe het gebouw eruit heeft gezien wordt ’s zomers tijdens een expositie in de kerk van Tirns getoond aan de hand van een maquette, schilderijen, tekeningen en opgegraven voorwerpen. Een paar boerderijen ten noorden van Tirns vormen samen het buurtschapje Annebuorren. Daar stappen we over op een graspad, een aloud kerkenpad met de passende naam Ter Bede. Op de wandeling terug naar Oosterend valt ons in een weiland naast de Slachtedijk de houten keet It Kratsje op. Binnen op de bar een gettoblaster en een paar kratten bier, buiten een bord met de slogan: Geniet, maar drink met maten. Zo afficheert de Friese jeugd haar saamhorigheidsgevoel…

Openbaar vervoer en horeca

Naar en van Oosterend rijden geen lijnbussen. Op afroep kan vanaf NS-station Heerenveen of Sneek gebruik worden gemaakt van een belbus: lijntaxi Friesland/De Opstapper, tel. 0900-8272000. Horeca in Oosterend en (beperkt) in Lytsewierrum en Roodhuis.

Kaarten en boeken

Topografische kaart nr.10F/Mantgum, 1:25.000, Topografische Dienst Kadaster, Emmen, 2005, www.kadaster.nl
‘De wereld van het Friese landschap’ door Meindert Schroor, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1993, ISBN 90 01 95519 3

Adressen

Martinikerk, Oosterend, koster André Vink, tel. 0515-333134, www.martinikerk-easterein.nl

Routebeschrijving

Dagwandeling langs de grenzen van de voormalige eilandpolder Oosterend en via Tirns. Vanaf Kafé Bergsma in Oosterend via Foarbuorren en om kerk naar Skipperbuorren, RD langs Oosterendervaart, op 3-sprong LA Meilahuizen, op Hearedyk RA naar Rien, over brug Molmaweg, 1ste zijpad RA naar Lytsewierrum, voor bruggetje naar kerk RA, smal betonpad, voor boerderij LA, betonpad naar Greate Wierrum, op Sânleansterdyk (Slachtedijk) RA naar Roodhuis, in dorp LA Slijpsterwei, RD Slijp, einde weg RA Pollewei, einde weg RA Thaborwei, in Tirns over brug en langs kerk RA naar Annebuorren, bij laatste boerderij gaat betonpad over in graspad, op Sânleansterdyk RA, voor brug LA Bongapaed, bij boerderij RA en meteen LA, via Sjaardeleane en Wynserdyk terug naar Oosterend.