terug

Heerlijkheid Mariënwaerdt

Op de zonovergoten zaterdagochtend is het al druk langs de oprijlaan. Hier kom je het landgoed binnen door een poort met gietijzeren hekken. De beide leeuwenstandbeelden en de wapenschilden, geel blazoen met een zwart kruis, maken duidelijk dat hier een heer van stand woont.

Tekst en beeld Jan Erik Burger

Rivierenland

marienweerdIn de brede bermen staan een paar auto’s geparkeerd. Een moeder met twee dochters en een paar eenzame mannen lopen zwijgend door het gras met hun ogen strak op de grond gericht. In de hand een plastic zak. “We komen hier elk jaar om walnoten te rapen”. Ze zijn duidelijk aan de late kant want in hun zak zit slechts een handje vol noten. Zwart en nat zijn ze. “Die moeten thuis nog even drogen,” legt de vrouw ons uit.

De Heerlijkheid Mariënwaerdt is een mooie wandelbestemming. Dit landgoed van ruim 900 hectare ligt op de rand van een oeverwal van de rivier de Linge, tussen de dorpen Beesd, Tricht, Deil en Enspijk. ‘Waerdt’ duidt op een hoger gelegen stuk land dat door rivieren wordt omsloten. Het landgoed is al sinds 1734 in handen van dezelfde familie. Daarvoor maakte het deel uit van een aan Maria gewijd Norbertijnenklooster. Tijdens de reformatie werd het goed onteigend, zoals alle eigendommen van de Katholieke Kerk in de toenmalige (protestantse) Republiek. Om de verkoop van het landgoed aantrekkelijk te maken werden er heerlijke rechten aan toegekend zoals het jacht-, pacht- en visrecht. Ook het beheer van wegen en watergangen hoorde daartoe. Inmiddels beheert de negende generatie van de familie Van Verschuer het landgoed. Waar nu het huis staat, stond vroeger het klooster. Het landhuis ligt verscholen tussen hoge essen, iepen en beuken. Hier is al heel wat bedrijvigheid. Het dichte struikgewas ontneemt de wandelaar grotendeels het zicht op het woonverblijf van de baron. Via een weide vol knalgele duiventillen lukt het ons om een blik te werpen op de neoclassistische gevel van het landhuis.

Mariënwaerdt, met zijn al eeuwen vrijwel ongewijzigde grenzen, telt veertig Rijksmonumenten, waaronder veertien monumentale boerderijen en drie landhuizen en vele hooibergen en vloedschuren. Onlangs zijn de twee monumentale kapbergen in de buurt van het landhuis gerestaureerd. Als je het domein bezoekt, lijkt de tijd er te hebben stilgestaan, maar niets is minder waar. De familie Van Verschuer heeft inmiddels een bedrijf van 150 medewerkers om het landgoed in stand te houden. Sterker nog: het landgoed breidt uit. Toen de visvijvers van het Proefbedrijf voor de Binnenvisserij beschikbaar kwamen, kocht de familie die ijlings aan.

Pracht delen

marienweerd2Landgoed Heerlijkheid Mariënwaerdt valt onder de Natuurschoonwet. Dat betekent onder meer dat het landgoed voor het publiek opengesteld moet zijn. Maar misschien een nog belangrijker argument voor de openstelling is dat de familie de pracht van het landgoed graag deelt met haar gasten. Het motto van de familie is, het zal niet verbazen: duurzaamheid, ecologie en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dat betekent ook maatschappelijk draagvlak creëren. Op het landgoed bevindt zich een groot gemengd agrarisch bedrijf met biologische akkerbouw, fruitteelt en melk- en slachtvee. Er is een eendenkooi, meerdere bospartijen, statige lanen, waaronder de beroemde Notenlaan, en kronkelende dijken. Vanaf het landhuis voert de route ons over de Hooidijk, een waterkerend dijkje langs de uiterwaard van de Linge. Hier valt het licht rijkelijk door het bladerdek.  Dan komen we op de Appeldijk, waar we tussen de appelbomen vrij zicht hebben op de bochtige Linge. In het voorjaar kleurt en geurt hier de bloesem aan de appelbomen, nu moeten we de verlokking weerstaan om rode appels van de boom te plukken. De Lingedijk is deels afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Op Mariënwaerdt worden delicatessen bereid volgens traditionele receptuur. Het assortiment omvat maar liefst vijftig ‘heerlijkheden’ zoals kaas, jam, chutney, vruchtencurd, sappen en sauzen. Het malse vlees van de Lakenvelder runderen is een aanrader, blijkt. Na onze wandeling wilden we een stuk entrecote kopen, maar de waar was al uitverkocht. Alleen ander vlees was nog te koop. Hier komt een kwaliteitsbewust publiek.

Komgronden

Echt rustig wordt het als we de Lingedijk bij gemaal de Neust verlaten en langs B&B De Neust het lager gelegen deel van de heerlijkheid in lopen. Deze zogenaamde komgronden bestaan uit vette rivierklei en zijn uitermate geschikt voor veeteelt. Sloten en percelen zijn hier kaarsrecht. Hier bevindt zich het biologisch melkveebedrijf van het landgoed met zo’n 200 zwartbonte koeien.

Uithoven

Blijkens een oorkonde uit 1129 stelde de Utrechtse bisschop Andreas grond beschikbaar voor het stichten van een abdij op de noordoever van de Linge. Zoals dat ging groeiden de kloosterlijke bezittingen in de loop van de eeuwen fors. Er is bij kloostergemeenschappen namelijk geen sprake van deling door vererving. Onder de dichtbijgelegen bezittingen vielen de 45 hoeven in het ontginningsgebied Schonauwen en het patronaatsrecht op de kerk in Beesd. Aan dit patronaatsrecht waren tiendrechten verbonden, het afstaan van een tiende gedeelte van de oogst. De landbouwgronden werden beheerd door zogenaamde uithoven, die elk onder leiding stonden van één van de kanunniken van Mariënwaerdt. De landbouwgronden die direct rond de abdij lagen, werden bebouwd door de monniken zelf. Daarnaast werd een deel van de gronden in het Mariënweerdse Veld verpacht. Lange tijd ontbrak afdoende bedijking. Het gebied stond regelmatig onder water door overstromingen van de rivieren Lek, Waal en Linge, zelf een oude arm van de Waal. De boerderijen werden dan ook op terpen gebouwd, die hier woerden heten. Mooie voorbeelden zijn het restaurant Brasserie Marie bij pannenkoekenhuis de Stapel(b)akker, het beginpunt van alle wandelroutes op het landgoed. Ook de Hooge Schuur in het bos en de kooikerwoning vlakbij de eendenkooi zijn woerden. Door de geïsoleerde ligging van Mariënwaerdt in een uithoek van Gelre (Gelderland) op de grens met Holland was het rijke klooster meermalen doelwit van plunderingen en verwoestingen. Steeds volgde wederopbouw. Reformatie en beeldenstorm eisten hun finale tol. Godsdienstijver was in die jaren vaak een rookscherm voor plundering en brandstichting. In 1566 en 1567 roofde Hendrik van Brederode de kostbaarheden uit het klooster, dat daarna in brand gestoken werd.

Tipje van de sluier

Over ligging en omvang van de vele abdijgebouwen is weinig bekend, omdat er helaas nog geen archeologisch onderzoek is uitgevoerd. Wel licht archiefonderzoek een tipje van de sluier op in de vorm van zestiende- eeuwse rekeningen van metselaars en andere vaklieden. Daarin worden naast de abdijkerk en de kapittelzaal een groot aantal opslagkelders voor bier, wijn, zuivel en fruit genoemd. De abdij beschikte natuurlijk over een brouwerij – ideetje voor uitbreiding van het ‘heerlijke’ productiepakket? Na de Reformatie werden de abdijgoederen beheerd door Gedeputeerde Staten van het Kwartier van Nijmegen, die echter in het begin van de achttiende eeuw tot verkoop besloten. Om het goed aantrekkelijker te maken voor de koper, kreeg het de status van Hoge Heerlijkheid, met daaraan verbonden heerlijke rechten, zoals het recht van jacht en visserij. In 1734 kwam Mariënwaerdt in handen van de familie Van Bylandt, voorouders van de huidige eigenaar. Tuinen en parken dateren al uit  1624, het huis op de grondvesten van de oude abdij is gebouwd door de Bylandts en in 1790 in classicistische stijl uitgebreid.

Mariëngaard

In 1134 stichtten de Norbertijnen vanuit Mariënwaerdt de Abdij van Berne. Deze dochterabdij met ook een bewogen geschiedenis is tegenwoordig gevestigd in Heeswijk en is de langst bestaande kloostergemeenschap van Nederland. Onder de abdij valt ook de communiteit Mariëngaard in Hierden. Zo wordt de Norbertijnse traditie voortgezet.