Herfstwandeling in het Zuid-Franse departement de Lot
Eind oktober en prachtig weer; voor deze mooie herfstdag kiezen we een wandeling in een bosrijke streek. Het overgangs-gebied De Bourian, in het noordwesten van het departement, is een mooi en afwisselend wandel-gebied. De kalkplateaus met steeneiken van de Quercy maken steeds meer plaats voor de kastanje-bossen van de Perigord Noir. Zo’n 25 km ten noordoosten van Cahors starten we deze tocht in Les Junies, een klein en ingeslapen dorpje dat schittert door eenvoud en charme.
Tekst en foto’s: Paul van Bodegraven, One Day Walks
Al spoedig laten we Les Junies achter ons en lopen we in de natuur. Mij overspoelt een heerlijk loom herfstgevoel; ik hoor slechts het knisperen van de droge bladeren onder mijn schoenen. Af en toe verstoord door een vogel op doorreis, die fluit alsof de lente in aantocht is. Ik haal diep adem en snuif die typische herfstgeuren op terwijl het lage najaarszonnetje mijn rug verwarmt. De lucht is helder en de goudgele en bloedrode kleuren van de bladeren tekenen scherp af tegen het intense blauw van de hemel. We lopen over een breed pad omzoomd door bramenstruiken die op een enkele verdroogde vrucht na leeg zijn. Nu ligt de bodem bezaaid met walnoten die door de wind van de afgelopen dagen uit de boom zijn gevallen. Regelmatig onderbreek ik mijn wandelritme om de noten te rapen en veilig op te bergen in mijn rugzak. Ondertussen hoop ik dat ik genoeg noten ga vinden om mijn favoriete notentaart vanavond te kunnen bakken.
Boerderij of landhuis
Voordat we de bewoonde wereld verlaten, wandelen we eerst nog door het mooi gerestaureerde gehucht Canourgues. Hier kunnen we de Quercynoise architectuur in al zijn glorie bewonderen. In De Bourian zijn de huizen geler dan elders in de Lot, omdat ze zijn gebouwd met het okergele zandsteenhoudende kalksteen. De uit twee verdiepingen bestaande boerderijen zijn vaak verfraaid met torens of duiventillen aan de zijkanten. Aan de voorkant bereik je de voordeur via een overdekt terras. We passeren de centraal gelegen kerk met daar tegenover de schitterend gerestaureerde gemeenschappelijke oven. Hier bakten de bewoners vroeger slechts eens in de twee weken hun brood. Ik krijg ineens zin mijn versgebakken stokbroodje op te eten. Toch nog maar even wachten; we moeten nog een heel eind.
Voor het oprapen
Na Canourgues volgt een klim en dringen we steeds dieper de kastanjebossen in. De kronkelige, stenige paden zijn bezaaid met pas gevallen noten. Ik vertraag mijn pas en kom heel even in de verleiding ze te rapen; Ik heb al visioenen van gepofte kastanjes en glaasjes wijn voor een haardvuur. Toch maar niet want ik hoor R., die al ver vooruit loopt, roepen: “Kom je nog?”. We klimmen gestaag en hoe hoger we komen hoe opener het landschap. Hier worden op de glooiende heuvels van de Bourian de bossen afgewisseld met wijngaarden. De druiven zijn inmiddels geplukt maar aan de ranken zitten nog schitterend gekleurde bladeren.
Paddenstoelen zoeken
Na het dorpje Niaudon volgt een mooi pad naar het plateau dat door een dicht bos slingerend omhoog voert. Het is makkelijk lopen en ik laat de stilte op me inwerken en snuif zo nu en dan de geur van rottend blad op. Ik zie R., die berg-op altijd voorop loopt, regelmatig links en rechts even van het pad gaan. Ah, die is op zoek naar paddenstoelen. Echter zonder succes; de smakelijke exemplaren, zoals het eekhoorntjesbrood of de cantharel, zijn reeds door onze voorgangers geplukt.
Hunnebedden
Na de klim nemen we een smal en stenig paadje dat tussen muurtjes slingert die hier en daar zijn ingestort of door erosie zijn verbrokkeld. We zijn op het plateau; de begroeiing bestaat uit buxus en steeneiken. Ik bewonder de grillige vormen van stammen en takken die door en langs de muurtjes zijn gegroeid. Overal waar ik om me heen kijk zie ik steen. Immense hunnebedden (dolmen) liggen verscholen tussen de steeneiken.
Cazelles
Maar ook de voor de Lot zo karakteristieke cazelles (stenen schuilhutjes) zijn hier talrijk. Om zo veel mogelijk grond te kunnen cultiveren, bouwden de boeren deze schuurtjes van de stenen die zij van het land raapten. Je moet wel goed kijken want door het grijs van het steen gaan deze met groen overwoekerde bouwsels in kleur en vorm helemaal op in de omgeving. Ik ontdek er een aantal. Een stukje verder passeren we een heel mooi bewaard gebleven exemplaar. Eéntje die ín een muurtje is gebouwd. Dan heten ze gariottes en daar zijn er in de Bourian veel van.
Nieuwe vrienden maken
Het is zaterdag; in de verte horen we het blaffen van de jachthonden en af en toe valt er een schot. Het is jachtseizoen en weekend; menig boer en plattelandsbewoner trekt er dan met hond en geweer op uit om de uitdijende populatie zwijnen en reeën in toom te houden. Een noodzaak dus; één die met veel passie wordt uitgevoerd…..
En ja hoor: van ver horen we het rinkelen van een bel steeds dichterbij komen. Het is de ‘cloche’ van een uitgeputte en verdwaalde jachthond. Hij moet ons al een tijdje hebben gespot en besloten met ons mee te lopen. De arme hond, die veel te dik is, heeft zijn tong ver uit zijn bek hangen en wijkt niet meer van onze zijde. Hij maakt met ons de afdaling over een schitterend smal en slingerend pad naar het gehucht La Masse. We hopen dat hij daar de weg kent of besluit met iemand anders vriendjes te worden. Midden in het dorp staan bankjes waar we even gaan zitten. Tussen de noten in mijn rugzak zoek ik mijn veldfles, terwijl de hond mij smachtend aankijkt. Nog voordat wij zelf onze dorst hebben gelest, heeft de hond zich al te goed gedaan aan ons meegesjouwde water. Naast ons stopt een auto en een in het groen geklede man stapt uit. Tot onze grote vreugde kent hij de eigenaar van onze tijdelijk metgezel. De hond springt gewillig in zijn auto en hoewel opgelucht vind ik het stilletjes ook een beetje jammer. Maar we kunnen nu wel ongestoord het mooie romaanse kerkje in.
De kerk in
Op de eenvoudige deur van de kerk hangt een briefje aan een punaise: de sleutel van de kerk ligt onder de ‘cloche’ op het terras van het huis er naast. De schitterend bewaard gebleven muurschildringen beelden het lijden van Jezus uit. Nadat we de sleutel weer keurig hebben terug gelegd, vervolgen we ons pad. Ik voel de spieren in mijn kuiten protesteren; nog even doorbijten. Het wordt kiezen op elkaar, want het laatste stuk gaat frequent op en neer over modderige paden. Moe kom ik aan in Les Junies en leg ik mijn zware rug zak vol met noten in de auto. Die taart ga ik vanavond dus niet bakken. Dat wordt een wijntje voor het haardvuur en die gepofte kastanjes denk ik er dan maar bij.
Over blogger Paul van Bodegraven
Paul van Bodegraven is één van de oprichters van One Day Walks, uitgeverij van ‘eigen’ wandelgidsen. Hij werkt als journalist/tekstschrijver, maar is bovenal fervent wandelaar. Hij wandelt vrijwel wekelijks ergens in Nederland, zo’n 20 km per keer. Hij probeert ieder jaar een nieuwe wandelgids te maken. In dit blog schrijft hij over ervaringen bij het maken van tochten uide gidsen die hij (mede) heeft gemaakt. Bestemmingen tot nu toe: Griekenland (Corfu en Rhodos), Spanje (Menorca en Mallorca), Zuidwest-Engeland (Devon), Zweden (Värmland, Västernorrland, Dalsland en Dalarna)