terug

Het Jabikspaad: Pelgrimeren in Friesland (deel 2)

In mijn eerdere blog schreef ik hoe ik begon aan het Jabikspaad. Na een lange eerste etappe vol indrukken, viel de tocht op de tweede dag wat tegen. Gelukkig kon ik bij mijn ouders even op adem komen en weer extra energie op doen. Op de derde dag vervolgde ik dan ook vol goede moed weer mijn route.

Tekst & beeld: Jeltsje de Vries

Jabikspaad

Deze derde dag ging mijn vader mee en vanuit Akkrum liepen we richting Aldeboarn. Voor mijn vader was dit ook een bekende plek en hij herinnerde zich hoe hij hier over de vaart altijd schaatste. In gedachten zag ik het voor me, hoe ze in colonne hier over het ijs raasden. Hij vertelde hoe zijn vader hier vroeger knecht was bij een boer en zwarte piet speelde in het dorp Aldeboarn. We mijmerden over hoe dat toen moest zijn geweest en hoe hij hier heen ging vanuit Oosterzee met al zijn spullen. Zou hij met een bus zijn gegaan of op een paard? Een auto zat er toen namelijk nog niet in.

Laat de zon voor je schijnen

We liepen door het waterrijke Aldeboarn en vanuit het dorp wandelden we de weilanden in. Bij een bankje waar het fietspad begon namen we onze koffiepauze. Het bankje was mooi beschilderd en er stond een voor mij heel toepasselijke tekst op: Lit de sinne foar dij skine, hear de fugels, do bist frij. (Laat de zon voor je schijnen, hoor de vogels, je bent vrij). Een tekst die voor mij alles zegt en voor mij het ultieme gevoel van vrijheid samenvat. Zo simpel is vrijheid voor mij, omdat ik dan het onbezorgde gevoel van mijn kindertijd weer ervaar. Dezelfde setting, hetzelfde gevoel, alleen een andere tijd.


Meer weten over Wandelmagazine? Klik hier!


Vanaf dit voor mij nu memorabele bankje liepen we richting de Dodo kapel. Deze kapel is opgedragen aan de middeleeuwse kluizenaar Dodo die knieën zou hebben als die van een kameel. Hij werd bij leven al een legende, onder meer door zijn enorme vroomheid en de genezingen die hij verrichtte, waarvoor hij een witte koe kreeg. Na zijn dood werd een klooster gesticht op de plek waar nu de kapel is. Zo is leeft hij voort als grondlegger van Haskerdijken en Nieuwebrug.  Na onze lunch liepen we via deze dorpen richting Heerenveen. Hier liggen voor mij veel herinneringen, want vanaf mijn 18e heb ik hier een paar jaar gewoond. Leuk om zo even door bekend gebied te wandelen en een stempel bij het gemeentehuis te halen.

plaquette Oranjewoud

Vervolgens trokken we via de Knipe richting Oranjewoud. Ter hoogte van het Belvedère museum kwamen we langs een plaquette met de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella en twee Jacobsappelbomen. Hier kwamen we een mevrouw tegen die de route ook gedaan had en vervolgens de vervolg-route gelopen had via het Hanzesteden pad in combinatie met het Pieterpad. Ze vond het een schitterend traject dwars door de natuur en dat bracht ze over, want mijn interesse was gelijk gewekt. Dit wordt misschien mijn volgende wandelavontuur. Vanaf Oranjewoud haakte mijn moeder aan en met zijn drieën liepen we het laatste stukje naar Mildam.

Herinneringen

De vierde dag liep ik alleen vanuit Mildam de Tjonger over, richting Wolvega. De Tjonger is de scheiding tussen het Friese gebied en de Stellingwerven en markeert ook een taalgrens. Ik ben opgegroeid in Stellingwerf en het Stellingwerfs is mijn eerste ‘taal’. In Wolvega ging ik naar de middelbare school en ik ging er ook vaak uit, dus ik wist hier precies waar ik liep.

Uitzicht op de Sas

Toen ik bijna bij Sonnega was, kreeg ik een telefoontje van mijn zus. Ze wilde een stuk meelopen en kort daarna werd ze afgezet door haar man. Samen liepen we richting de Sas. Een prachtig natuurgebied ten zuiden van Wolvega waar de Lende doorheen stroomt, de grens tussen Friesland en Overijssel. Ik dacht terug aan mijn tienertijd, toen ik hier altijd met vriendinnen langs fietste naar Oldemarkt. Hier was elk jaar Lambertusmarkt op Hemelvaartsdag, maar dit jaar was er vanwege corona even geen markt.

Met een voetveer gingen we de Lende over naar Oldemarkt. Hier konden we even gebruik maken van het toilet, water bijvullen en een stempel halen. Hierna liepen we verder richting een ander mooi natuurgebied: de Weerribben. Wat hebben we hier vroeger wat af geschaatst! Elke winter gingen we hierheen. In Kalenberg wachtte mijn vrouw ons op en we streken even neer op het terras. Ik nam er afscheid van mijn zus en het laatste stukje liep ik nog even alleen naar Nederland (en ja, het plaatsje heet echt zo). Mijn vrouw pikte mij hier op en met de auto waren we in vijf minuten bij de camping waar we zouden slapen in een paaltent. Het was een prachtige camping aan het water. Vanuit ons tentje keek uit op het water en een ooievaarsnest. Ik had iets sneller gelopen vandaag, wat ik meteen voelde aan mijn kuiten. Die avond masseerde ik ze nog even in de hoop dat ik morgen mijn laatste etappe goed zou kunnen volbrengen.

Jabikspaad

Voldaan en dankbaar

De laatste dag was aangebroken en ik werd wakker van het geklepper van de ooievaar. Het was totaal ander weer dan gisteren. Het was bewolkt en fris. Aan het water genoten we van het ontbijtje dat mijn vrouw meegenomen had, met zelfs een flesje jus d’orange erbij. Een feestje op deze morgen op zo’n geweldige plek! Van mijn vrouw hoorde ik dat mijn ouders in Blokzijl zouden zijn. Die wilden toch meelopen vanaf daar. Wat een verrassing was dat! Ik vond het erg bijzonder om samen met mijn ouders deze laatste etappe te wandelen.

Via een mooie grasdijk liep ik een heel stuk langs de Roomsloot naar Blokzijl, waar mijn ouders en vrouw mij op stonden te wachten. We dronken even koffie, want op de camping konden we geen koffiezetten waardoor ik het eerste uur van mijn tocht zonder moeten stellen. Dan smaakt een bakkie lekker hoor! Samen met mijn ouders ging ik vervolgens verder op pad richting St. Jansklooster. Het dorp van Evert van Benthem, voor ons als schaatsfamilie een bekend fenomeen. Hij schaatste destijds ook nog bij dezelfde schaatsclub waar ik zelf lid van was. Toen we de vaart overstaken   fantaseerden we even over zijn eerste schreden die hij vast hier geleerd had.

Grasdijk met schapen

We liepen het dorp uit en via Heetveld kwamen we uiteindelijk uit bij een grasdijk langs het Zwarte Water. De zon brak intussen door en dat maakte het weidse uitzicht een stuk mooier. De grasdijk ging helemaal door naar Genemuiden. Het was een zwaar stukje zo over het gras, maar wel gezellig tussen de schapen en lammeren. We kwamen bij de pond uit en gingen zo naar Genemuiden. Daar zag mijn moeder twee vrouwen die ze eerder gesproken had bij Mildam. Ik sprak ze even aan en we kletsten kort over onze tocht. Zij bleken ook het Jabikspaad te lopen en waren een paar dagen eerder gestart bij Zwarte Haan i.p.v. in St. Jabik. Er bleken dus och meer deze tocht nu te lopen dan ik dacht. We zeiden elkaar gedag en we verwachten elkaar in Hasselt wel weer te zien.

Op de knieën

Finish JabikspaadHet laatste stuk telden we de kilometers af, totdat we eindelijk de brug bij Hasselt over liepen. Op de brug ga ik nog even op mijn knieën, want mijn vader wilde een foto maken van een kruipende pelgrim. Dat lukte en ik kwam wonderwel ook nog overeind. Zo liepen we de brug af richting de Sint Stephanuskerk. De andere pelgrims zag ik hier ook. We feliciteerden elkaar met deze overwinning. Op de grond bij de kerk zag ik een mooie tekst tussen de klinkers; “Hoe velen zijn niet deze weg gegaan”. Nu ben ik één van hen realiseer ik mij. Dankbaar ben ik dat ik deze weg mocht gaan en dat het zo goed is gegaan. Je kunt zoveel meer dan je in eerste instantie denkt en dat geeft me de moed verder te dromen over een vervolg op deze tocht.

Over de auteur

Jeltsje de Vries  wandelt al meer dan 20 jaar voor zichzelf en doet mee aan verschillende wandeltochten in het land. Sinds 2020 is ze aan het trainen voor de Elfsteden wandeltocht, die helaas dit jaar opnieuw niet doorgaat. Verder deelt ze graag haar belevenissen en gedachten die zij tijdens het wandelen op doet. Binnenkort zullen er via social media of deze website meerdere blogs van haar te volgen zijn.


Op bedevaart: slow walking door Amsterdam

Ook elders in Nederland kan je prima op pelgrimstocht gaan. Zo ook in Amsterdam. Hier wandelden onze Hans Farjon en Bert Stok langs maar liefst dertigtal gebedshuizen. Slow walking door de hoofdstad op een zondagochtend. Nieuwsgierig geworden? Lees er dan alles over in het komende nummer van Wandelmagazine.


Bekijk ook deze items