Inspiratie opdoen: Het wonder van de Walk of Wisdom
Iedere pelgrim heeft zo zijn eigen redenen om op pad te gaan. De een wandelt naar Santiago om het roer helemaal om te gooien, terwijl anderen simpelweg worden aangetrokken door een lang gekoesterd verlangen om op reis te gaan. Naast deze bekende doelen, zijn er echter nog talloze andere redenen te verzinnen om te pelgrimeren. Zo had schrijfster en schrijfcoach Mireille Geus wel een heel bijzondere reden om eropuit te trekken. Samen met haar man liep ze namelijk in acht dagen de pelgrimsroute de Walk of Wisdom. Het doel: inspiratie opdoen voor haar volgende kinderboek. Ze deed er verrassende inzichten op, over schrijven, zichzelf en ze ervoer wonderen.
Tekst & beeld Mireille Geus | www.mireillegeus.nl
Wilde plannen
Samen met mijn man liep ik Walk of Wisdom, niet omdat ik failliet ben en geen huis meer heb, zoals in het bekende boek Zoutpad: over oude wegen naar een nieuw begin van Raynor Winn. Deze pelgrimstocht liep ik om research te doen voor een kinderboek. En om nog een beetje na te sudderen over een brievenboek.
De Walk of Wisdom is een wandeltocht van 136 kilometer rondom Nijmegen. De pelgrimsroute loop je zoveel mogelijk met internet en telefoon uit en het traject is niet (per se) gekoppeld aan een religie, maar gaat uit van de gedachte dat alle mensen onderdeel zijn van dezelfde planeet en hetzelfde leven. Er zijn kapelletjes onderweg, je kunt de tocht met een vraag of intentie lopen, maar ook gewoon weggaan en je onderdompelen in wat je tegenkomt. Inmiddels hebben al bijna tienduizend mensen binnen een jaar de tocht gelopen.
Mijn kinderboek
Mijn kinderboek, met de werktitel Etna, gaat over een ongeduldige en boze prinses die een voettocht naar haar eigen land moet ondernemen, voordat ze koningin kan worden. Onderweg naar haar land moet ze op zoek naar Aventurijn en ze weet tot haar grote ongeluk niet wat het is.
Meer weten over Wandelmagazine? Klik hier!
Ik wilde zelf ervaren hoe het is om iedere dag met bepakking op te wandelen, moe te worden, hongerig, ongeduldig en dan ook nog willen slapen op een plek die een prinses waardig is. En ik was benieuwd waarom de prinses in mijn hoofd zo kwaaiig was en wat de prinses leerde van de reis.
De voorbereiding
Mijn man en ik zijn, net als vele Nederlanders, tijdens de corona tijd gaan lopen. Om echter vijftien tot twintig kilometer per dag te gaan lopen met bepakking, acht dagen lang, dat vroeg om extra training. Vlak voor vertrek kwam er een kink in de kabel, omdat ik een kleine operatie moest ondergaan en rust moest houden. Na een kort herstel, konden we uiteindelijk toch op pad gaan. Pas een week voor vertrek kochten we rugzakken en kregen we van vrienden tips om zo licht mogelijk te reizen. ‘Elk ding dat je meeneemt, draag je de hele dag. Wat heb je echt nodig?’ vroeg een vriendin aan mij. Dat was het eerste inzicht.
We namen ieder een setje kleding mee voor als we klaar waren met lopen en we ergens gingen eten. We droegen tijdens het lopen een broek en hadden twee shirts bij ons. Eentje aan en eentje mee. Dus iedere dag wasten we een shirt uit. Om de dag wasten we een paar sokken. Verder namen we drinken mee, wat te eten voor onderweg, toiletspullen, onderbroeken, een slaapshirt, een sneldrogend handdoekje, regenjasje en dat was het. Nee, niet helemaal. Mijn man kocht voor ons beiden een ketting met een Aventurijn eraan. Zo zwaar was dat niet.
Vertrek
Toen we de eerste dag wegliepen bij de auto, werd ons leven meteen overzichtelijk. Op de eerste dag, tijdens de eerste minuten, begon het al te regenen. Daarop trokken we onze lichtgewicht regenjas aan en gingen we schuilen. We moesten meteen onthaasten. Aanpassen aan iets dat groter was dan onszelf. Na de bui was mijn hoofd uit. Het innerlijk gekwaak gestopt.
Ik noteer: totale ontspanning, onder een boom schuilen, een half uur naar een tor kijken.
De voor- en nadelen
Terwijl we over de Duivelsberg liepen, door dalen, in bossen, langs velden, door weilanden, akkers, langs een vennetje, door de hei, langs een weg door een stadje en langs een rivier, ging het praten vanzelf. Net als de stiltes.
Onze voeten gingen pijn doen, de schoenen kreunden, de onderrug liet van zich horen, plotselinge trek diende zich aan. De eerste ringetjes werden opgehaald en aan de veter bevestigd. Het leven was lopen, rondkijken en de ene stap na de andere zetten. Om vervolgens wat te eten (op een bankje of boomstam), en te drinken (als het meezat op een terrasje, anders uit de meegebrachte veldfles). Het leven werd vertrekken in de morgen en aankomen in de avond. Moe, tevreden, ontspannen, en trots.
Ik noteer: ik neem mezelf mee, maar ik ben leuk gezelschap merk ik, ook voor mezelf. En ook: wat zijn pauzes nemen van belang. Na een pauze ziet alles er beter uit. Note to self: doe dat als je thuis bent!
We sliepen onderweg in een pastorie, een Gasthaus, een trekkershut, twee keer in een B&B, in een klooster, een hotel en op een boot. Waar we thuis moeite hebben met in slaap vallen, vallen we nu moeiteloos in slaap.
De inzichten
In de tweede helft van de tocht, tijdens het bedwingen van het heuvellandschap, ontstonden er nieuwe vragen en daarbij behorende inzichten.
“Wat heeft het voor zin om hier zo moeizaam omhoog te klimmen”, denk ik, “en straks weer naar beneden te lopen om slechts een paar honderd meter verder te komen? Waarom lopen we steeds in een lus, in plaats van recht vooruit? Waarom lopen we hier eigenlijk?”
De antwoorden kwamen vanzelf, in dezelfde cadans als waarin de vragen ontstonden. Het leven heeft geen zin, je maakt het zelf. De grote tocht, die van het leven, zet je stap voor stap, dus geniet van al die stappen. Het gaat dus niet om het einddoel, maar om de weg ernaartoe. Clichés misschien, maar wel doorvoelde.
Ik noteer: vandaag een stuk afgesneden. Het regent al de hele dag, onze regenjassen hebben het niet gered, onze kleding eronder is nat en de regen is van onze regenjassen eerst op onze bovenbenen gevallen en daarna heeft het zich over onze knieën verspreid en toen naar onze sokken. Leren: jezelf soms een ‘break’ te geven.
Ontmoetingen onderweg
Het was opvallend rustig onderweg. Meestal liepen we alleen met zijn tweetjes. Twee keer tijdens deze acht dagen ontmoetten we andere wandelaars. Een man die bij een koffietentje meteen zei: “Ik heb veel geleerd, ik wil de tocht in vier dagen lopen, als uitdaging voor mezelf, maar nu ga ik veel te lang door, ik heb overal pijn, ik kan niet meer. Zo leef ik ook.”
De vrouw die we ontmoetten had een heel ander verhaal. Ze zat in een behandeling tegen kanker, na bestraling en chemo en voor een operatie. Deze wandeling gebruikte ze om conditie op te bouwen, om weer te leren vertrouwen op zichzelf en haar lichaam en om alleen te zijn in de natuur.
Toen we in een klooster logeerden, gingen we naar de meditatie in de kapel. Na vier dagen lopen, kwamen de woorden over wat een pelgrim is, diep binnen bij mij. De pelgrim bracht de achterblijvers licht en inzicht. Omdat de achterblijvers met elkaar verder moesten en de pelgrim verder trok, gaf hij of zij vertier en feedback. Ultieme verhalenvertellers eigenlijk, die pelgrims, het spreekt mij als schrijver zeer aan.
Wonderen
Tijdens de tocht kwamen we in de Hatertse Vennen een boom tegen die was volgehangen met lapjes. Hier was ooit een wonder gebeurd. Een heidense roverhoofdman genaamd Walrick zou hier in de 8e eeuw bekeerd zijn nadat zijn zieke dochter was genezen door een predikant. Dit gebeurde nadat ze een lap van een kledingstuk in de boom hing.
Ik had me vooraf in de route ingelezen en dus bracht ik een lap van een T-shirt mee. Het shirt was eerst niet kapot, maar toch droeg ik het niet graag. Door het kapot te knippen wilde ik de gedachte ondersteunen, dat ik mag dragen waar ik me goed in voel. Terwijl ik mijn lap in de boom hing, vroeg ik me af wat Etna, de prinses uit mijn verhaal, hier zou ophangen. Het antwoord moest ik eerst schuldig blijven. Tot ik opeens wist: de foto van haar tweelingzus, die bij de geboorte dood is gegaan.
Prinses Etna is zo kwaad en ongeduldig, omdat ze denkt dat haar ouders liever haar overleden zus hadden in plaats van Etna. Dit inzicht maakt het kinderboek dieper, meer gelaagd en dus beter.
Uitrusten vlak voor de finish
Vlak voor de aankomst in Nijmegen, na acht dagen lopen waren we moe. We liepen midden in een industriegebied. Het was nog drie kwartier naar de Stevenskerk en we wisten nu: niet doordouwen, eerst stoppen en uitrusten.
We vroegen aan een vrouw of er ergens een plek was om iets te drinken, ze wees naar een terrein vol containers. ‘Daarachter is een strandbar, Stek.’ Moe sjokten we de aangewezen kant op. Daar doemde inderdaad een terras op, zachte muziek, prettige stoelen en zand. We ploften neer, rugzakken af en al snel kwam er een jonge dame vragen wat we wilden drinken.
Ik keek gefascineerd naar haar hals en wees naar de ketting rond haar nek. ‘Je draagt een ketting met een Aventurijn om je nek.’ Verrast greep de vrouw naar haar ketting en zei: ‘klopt maar niemand herkent de steen, die is vrij specifiek.’
Wij hielden onze ketting met Aventurijn omhoog. We keken elkaar verbluft aan. In het kinderboek vond Etna vlak voordat ze in haar land aankwam Aventurijn, op een heel toevallige manier. Ze moest namelijk de hond begraven die haar metgezel was tijdens de reis. Tijdens het graven van het graf vond ze de ketting met Aventurijn. Dat ik vlak voordat ik mijn eigen einddoel bereikte Aventurijn ‘vond’ was wel heel toevallig, een soort wonder. Soms gebeuren er bijzondere dingen tijdens een schrijfproces. Tijdens het schrijven van mijn Gouden Griffel boek ‘Big’ ervoer ik tijdens het schrijven dat er op een bepaald moment goud uit mijn vingers stroomde. Zonder dollen.
Einde
Toen we de laatste honderd meter naar de Stevenskerk liepen, dacht ik voor het eerst weer aan het brievenboek dat ik schreef met Anna. Tijdens dat schrijfproces leerde ik ook al dat we plannen kunnen maken, maar dat alles loopt zoals het loopt. Letterlijk.
Tijdens deze tocht had het verhaal over prinses Etna diepte gekregen en was het brievenboek op de achtergrond geraakt, omdat het blijkbaar al af genoeg was.
Bij aankomst in de kerk kregen we ons pelgrimspaspoort en maakten we een foto. Deze vergeleken we vervolgens met de foto die we aan het begin van de tocht hadden gemaakt.
Hier zagen we in beeld wat we in gevoel en gedachten al wisten: deze tocht had ons veranderd.
Over de auteur
Mireille Geus (Amsterdam 1964) is schrijver en schrijfcoach. Ze schreef 40 boeken voor kinderen en volwassenen, ze won prijzen w.o.de Gouden Griffel. Haar werk werd vertaald in tien talen.
Als ervaren schrijver kent ze het klappen van de zweep, en als ervaren schrijfcoach weet ze hoe je die het beste kunt uitdelen. Zie www.mireillegeus.nl en www.schrijfcoach.biz
De Walk of Wisdom liep ze met steun van het Letterenfonds vanwege het onderzoek voor het kinderboek Etna.
Het brievenboek Liefdeswerk dat Mireille Geus samen met Anna van Praag schreef is vanaf 24 november te koop in de boekhandel en online.