terug

Over de grootste gletsjer van de Alpen

In september gingen de twee winnaars van de Bergen Magazine fotowedstrijd mee op een volledig verzorgde reis door Wallis. Sara Swier en Djoy Boer beleefden het mooiste van wat Zwitserlands hoogstgelegen kanton te bieden heeft. In deze reeks blogs lees je over hun ervaringen onderweg.

Tekst & beeld: Jonathan Vandevoorde

De avond op het terras van ons hotel in Fiesch begint met plannen maken. David Kestens, de Vlaming die al jaren de vakantieregio Aletsch Arena vertegenwoordigt, legt ons zijn ideeën voor morgen voor. “We hebben geen haast. Einddoel is te genieten van het landschap en een beetje op tijd in de Gletscherstube te zijn, de berghut waar jullie gaan overnachten.” Maar David heeft voor onderweg ook nog een paar verrassingen in petto. Genieten? Dat kunnen deze twee berggeiten als geen ander, zoveel is ondertussen wel duidelijk. Vanaf het autovrije vakantiedorp Bettmeralp, dat alleen met de kabelbaan te bereiken is, maken ze enthousiast foto’s van de met sneeuw bedekte vierduizenders boven de Rhônevallei. Vervolgens zweven we verder naar station Bettmergrat op 2.647 meter. 

Hier laat de Aletschgletsjer zich voor het eerst in al zijn glorie zien: een rivier van ijs, twintig kilometer lang en twee kilometer breed. Volgens David zijn er berekeningen die ervan uitgaan dat hij over zeventig jaar zo goed als verdwenen zal zijn. We zijn dus nog op tijd! Stil worden beide dames van deze machtige verschijning hoegenaamd niet, integendeel. Ze worden steeds uitgelatener naarmate de panoramaroute, die we afdalen, ons dichter bij de gletsjer brengt. Op een rotsplateau in de buurt van de Märjelensee komt David met zijn eerste verrassing op de proppen: een flesje witte wijn, enkele bergkaasjes en lokale vleeswaren en Walliser roggebrood (“Erg compact en voedzaam. Heb ik altijd in de rugzak”): haute cuisine op keukenhanddoekformaat, met gratis uitzicht. 

Na onze luxe picknick dalen we af tot bij de rand van de ijsmassa. Nu worden de ware dimensies ervan pas echt tastbaar. De dames raken de ijsmuur aan. Sara: “Als je hier zo staat, dan is die gletsjer zo enorm groot en krachtig. Ik wilde het even voelen ook, dat prachtige blauwe ijs!” En waar de dames achteraf naar zeggen stilletjes op hadden gehoopt, wordt werkelijkheid wanneer David touw, stijgijzers en klimgordels uit zijn grote rugzak wurmt. We gaan de gletsjer op! “Gezien er geen sneeuw op het ijs ligt, is het veilig om te doen”, verzekert David. In een labyrint van enorme bulten, spleten en gapende kloven volgen we de sporen van groepen die we eerder op de dag tijdens de wandeling al vanuit de hoogte als mieren over de gletsjer hadden zien kruipen. Nu zijn wij de mieren. Sara en Djoy zijn nu een stuk stiller. 

De nacht wordt doorgebracht in de Gletscherstube (2.357 m); een berghut zonder douches. Maar dat geeft niet, want beide dames zijn nog voor het avondeten even in de ondiepe, koude Märjelensee gesprongen. Omdat de conditie op peil is en de spieren prima voelen, wordt besloten om de volgende dag helemaal te voet naar de top van de Eggishorn op 2.927 m te lopen. Een alternatief was een vlakke wandeling geweest, gevolgd door een ritje met de gondel omhoog. Maar eerst willen we nog voor het ontbijt vanaf een rotsplateau hoog boven de gletsjer bij zonsopgang de veranderende kleuren hebben meegemaakt. 

Na een lange klim over een mooi en soms steil pad bereiken we tegen de middag het gietijzeren topkruis boven op de Eggishorn. Alleen ben je hierboven nooit, vooral niet op een wolkenloze zomerdag zoals vandaag, maar het uitzicht blijft er een voor in de fotoboeken. Na een laatste groet aan de langste gletsjer van de Alpen reizen Sara en Djoy vanmiddag met kabelbaan, trein en bus verder, richting hun volgende avontuur. 

Meer informatie: www.aletscharena.ch


Bekijk ook deze items