terug

Samenlopen: Zingend door sleutelstad Leiden

In deze reeks blogs onder de titel Samenlopen staat naast de wandeling steeds ook de medewandelaar centraal. Ik ervaar wat de meerwaarde is  van een wandelaar naast me. Iemand die zijn of haar stad laat zien en me leidt naar bijzondere plekken. Vooraf vraag ik hem/haar om plaatsen te bedenken die betekenisvol zijn. We zullen onderweg geregeld stilstaan bij wat we zien en beleven. Ik wandel deze keer samen met docente Wilmieneke Koppe door haar Leiden. Onderaan deze blog staat de podcast van het gesprek onderweg.

Tekst & beeld: Aat van der Harst | www.verhalenonderweg.nl 

Hortus botanicus

Als ik op een zonnige zaterdagmorgen aankom bij de Hortus Botanicus in Leiden, heet Wilmieneke me hartelijk welkom in de stad waar ze zo van houdt. Ze stelt voor om eerst langs een aantal gedichten te lopen. Daarna zullen we de botanische tuin nader bekijken. We wandelen onder een poortje langs het Academiegebouw van de universiteit. Dit is het oudste gebouw van de stad, daterend uit 1516. Het was aanvankelijk een domicanessenklooster, maar werd in 1616 al aan de universiteit geschonken.


Meer weten over Wandelmagazine? Ja graag!


Na de poort wandelen we linksaf het Rapenburg op. Het terras bij studentencafé Barrera aan de overkant van het water is al vol. Op een muur staat het gedicht Eb van dichteres Vasalis, die hier ooit samen met de latere koningin Juliana studeerde. Ik lees de zin op de muur: “Ik trek mij terug en wacht, dit is de tijd die niet verloren gaat”. Overal in de stad Leiden zijn dit soort gevelgedichten te lezen. Je kunt hier zelfs diverse gedichtenwandelingen maken. Aan de overkant van het Rapenburg en weer langs Barrera lopen we een steeg in die uitkomt op het Pieterskerkhof, een heerlijk plein aan de voet van de kerk waar veel concerten plaatsvinden. Wilmieneke opent een oude deur onder een indrukwekkende gevelsteen en leidt me het Jean Pesijnhofje binnen. Dit prachtige oude hofje vormt een oase van rust, hier midden in de stad. Weer buiten zien we een gevelsteen die herinnert aan de Pilgrim fathers. Dat waren Engelse puriteinse vluchtelingen, die rond 1620 twaalf jaar in Leiden verbleven voor ze de oversteek naar de nieuwe wereld maakten.

Leids volkslied van Jochem Myjer

Wilmieneke vertelt me dat ze in 1980 voor haar studie naar Leiden kwam en al snel ging zingen bij het koor van de Leidse Studenten Ekklesia. Sindsdien heeft ze op veel plekken in de stad gezongen, in kerken en op pleinen. Komende 20 en 21 mei (met Pinksteren) zijn er in hofjes diverse muziekstijlen te beluisteren (zie info onderaan).

Waar ik meestal op mijn wandelingen vooral naar steden kijk, ga ik nu steeds meer luisteren. Ik hoor carillons en kerkklokken op meerdere plekken in de stad. Cabaretier Jochem Myjer is hier in Leiden geboren. Hij schreef het Leidse volkslied Lala Leiden. Dat Wilmieneke zangeres is, blijkt nu echt. Ze zingt:

“Ja, dat is mijn stadje, dat is mijn Leiden, stad waar m’n wieg aan de Rijn heeft gestaan.
La la la Leiden. Stad waar ik nooit meer weg wil gaan”.

Voorbijgangers blijven stilstaan en luisteren met me mee. De stad vult zich met vreugde door haar gezang. Ook op de Leidse feestdag 3 oktober zal ze weer zingen, en wel  in het Van der Werfpark. Iedereen draagt daar dan wit en rood en zingt uit volle borst vaderlandslievende liederen. Die derde oktober, de bevrijding van de Spanjaarden, is nog steeds een grootse dag voor Leiden.

Lerares met hart en ziel

We steken de drukke Breestraat en de Koornbrug over, waar een levendige markt is, en komen dan langs de bibliotheek bij De Burcht. Vervolgens lopen we door een poort en beklimmen een heuvel. Bovenop is een ronde trans waarvandaan we een prachtig uitzicht hebben over de hele stad. We zien onder ons de Bakkerij, waar de Ekklesia ook bij betrokken is. Het is een diaconaal centrum waar aan mensen in nood hulp geboden wordt. Er zijn taallessen voor vluchtelingen, er is opvang en eten voor daklozen en steun voor mensen in financiële problemen.

We dalen af en zien op de gracht suppers voorbijkomen, oftewel peddelaars op een plank. Na het oversteken van weer een drukke winkelstraat zitten we even op een muurtje van het Vrouwenkerkhof, vlak voor het Boerhaavemuseum, een natuurkundig museum, waar Wilmieneke soms met leerlingen heen gaat. Ze is lerares met hart en ziel, zo blijkt me regelmatig onderweg. Met groepen leerlingen komt ze op allerlei plekken in deze stad en brengt hen daar in contact met musea, poëzie en geschiedenis. Leerlingen leren zo soms buiten de muren van de school meer dan binnen.

Op de Oude Vest is een mooie witte schouwburg en ertegenover, op de Oude Singel, zijn fraaie studentenhuizen en museum De Lakenhal. Over een brug bereiken we de Stadstimmerwerf, een oud gebouw met rood-witte luiken, waar exposities plaatsvinden. Hier heeft de schilder Rembrandt van Rijn eeuwen geleden rondgelopen en ook geschilderd. De molen van zijn vader was even verderop, waar ook nu nog een molen is waar je meel kunt kopen. We staan stil bij een gevelsteen: Hier werd geboren op den 15den Juli 1606 Rembrandt van Rijn.

Stad van vluchtelingen

Leiden is van oudsher een stad van vluchtelingen. In de 17de eeuw vestigden zich hier al Hugenoten, de protestantse minderheid in het overwegend katholieke Frankrijk. Tot op de dag van vandaag zijn mensen uit verre landen, waaronder ook buitenlandse studenten, welkom in de stad, Ze nemen een rijkdom aan kennis met zich mee en zorgen voor cultuur- en kennisoverdracht tussen landen en volken. Aan he begin van elk studiejaar stromen er duizenden studenten door Leiden, het begin van een nieuwe levensfase.  Aan de Tweede Wereldoorlog herinneren Stolpersteine (struikelstenen), ter nagedachtenis aan Joodse burgers die toen weggevoerd en vermoord zijn.

We komen terug bij de Hortus, de oudste botanische tuin van ons land met lommerrijke paden. Ik bedank Wilmieneke voor de prachtige rondleiding vol muziek, poëzie, musea en geschiedenis.

Info:


Bekijk ook deze items