Schilderachtigewandelingentussen kloven en tafelbergen
250 jaar geleden, op 5 september 1774, werd Caspar David Friedrich in het Noord-Duitse Greifswald geboren. De toonaangevende schilder woonde echter zijn hele volwassen leven in Dresden en wandelde vaak en veel in de Sächsische Schweiz. Daar vond hij inspiratie voor zijn bekendste werken, zoals Wanderer über dem Nebelmeer. Jonathan Vandevoorde bezocht talloze plekken langs de Elbe die aan Friedrichs romantische tableaus herinneren, en ook alles er tussenin natuurlijk.
Tekst & foto’s: Jonathan Vandevoorde
Mijn kennismaking met Caspar David Friedrich(1774-1840) en de romantische schilders van zijn tijd, zoals de Zweed Johann Christian Dahl en Carl Gustav Carus met wie hij geregeld samen optrok, begint in de Saksische hoofdstad Dresden, waar enkele van zijn beroemde werken en veel tekeningen in de musea van de stad te zien zijn. Friedrich en de zijnen trokken graag naar de ruige heuvels van Saksen om er inspiratie op te doen en te schetsen. Zo ‘ontdekte’ Friedrich tijdens een reis naar de afgelegen Zittauer Gebergte in het uiterste zuidoosten van Saksen de imposante ruïne op de berg Oybin (514 m): een eeuwenoude vesting die in de vergetelheid was geraakt. De gotische vensters in de muren zijn een motief in
enkele van zijn vroegste bekende werken.
Een klamme, gure wind lijkt zelfs de grove dennen ineen te doen krimpen.
Ook mijn ‘rondje Friedrich’ begint in het plaatsje Oybin op een troosteloze, grauwe dag. De wandeling naar de burcht stelt niet zo heel veel voor als je een korte maar pittige kuitenbijter vanuit het dorp niet erg vindt. Als ik de ruïne boven op de zandstenen berg bereik waait er een klamme, gure wind die zelfs de grove dennen ineen lijkt te doen krimpen. Wolkenflarden drijven vanuit het beboste dal omhoog. Ik dwaal tussen enorme zandstenen muren en onder verweerde bogen van de centrale kloosterkerk die ooit monniken van de strenge Celestijnse monnikenorde huisvestte. Friedrich zou dit weertje prachtig gevonden hebben, denk ik, en de makers van een horrorfilm ook. Vanaf een plateau naast de kloosterruïne, bezaaid met schots en scheef staande zerken begroeid met mos, maak ik een mysterieuze foto die zó in het museum naast de
tableaus van de romantici zou passen.
Caspar David Friedrich-Weg
Voor Friedrich en de zijnen lag de Sächsische Schweiz in hun achtertuin. Het is trouwens een bijnaam die in hun tijd al in zwang was, ooit bedacht door een Zwitserse professor. Over de Elbe reisden ze vanuit
Dresden in minder dan een dag per schip naar plaatsjes als Königstein of Bad Schandau en anders gingen ze met paard en koets. Het gebied is bijzonder vanwege de atypische tafelbergen die als eilandjes in
een zee van golvende bossen drijven.
Beroemder zijn echter de steile, grillig uitgesleten rotsformaties van grijze zandsteen die tientallen meters uit de groene hellingen omhoog steken. In deze streek vond Friedrich de rust en de landschappen waar hij zo naar verlangde. Vanuit het dorp Krippen aan de Elbe volg ik de wegwijzers van de Caspar-DavidFriedrich-Weg. Jammer genoeg zit het weer vandaag weeral niet mee. Het is grijs en begint zelfs te regenen wanneer ik langs de zuidoever de Elbe oostwaarts volg. De rotspijlers aan de overkant zijn donker en dreigend. Alleen de eerste herfstbladeren in de hellingen brengen enig kleur in het tableau. Zodra ik de Elbe achter mij laat, houdt de regen op en gaat het lekker op en neer door akkers, bos en een paar gehuchten. Het klaart echter maar niet op. Daarom sla ik de vertakkingen naar de top van twee tafelbergen, de Wolfsberg en de Kaiserkrone (351 m), maar over, want een vergezicht zit er echt niet in voor vandaag. Toch was de wandeling leerzaam: informatietafels hebben mij onderweg laten zien hoe Friedrich landschapselementen die hij tijdens een maandenlang verblijf in deze streek tegenkwam, verwerkte in zijn tekeningen en schilderijen. Maar zelden nam hij een landschap 1-op-1 over: zijn tableaus zijn meestal fictieve collages van rotsen, heuvels en bossen die hij her en der had gezien en opgetekend in zijn schetsboek. Pas in zijn atelier in Dresden voegde hij alles samen. Photoshop avant la lettre!
Uttewalder Grund
De dagen daarop laat de zon zich gelukkig wel uitbundig zien. Vanuit Stadt Wehlen, een prachtig gelegen plaatsje op de noordoever van de Elbe, maak ik eerst een wandeling naar de Uttewalder Grund. Dit gebied van de Sächsische Schweiz is erg populair vanwege de nabijgelegen, druk bezochte Basteibrücke, maar toch kom ik vanmiddag maar een handvol wandelaars tegen. De route gaat door het diep ingesneden, beboste beekdal. Een paar kilometer stroomopwaarts verleiden bordjes met daarop “Teufelskammer” en “Teufelsschlucht” mij om linksaf te slaan. Tegen dat soort kreten is mijn avontuurlijke wil niet bestand. Voor ik het weet klauter ik door een nauwe kloof omhoog en zelfs een keer onder grote keien door weer omlaag. De afsteker heeft me wel drie kwartier gekost en brengt me uiteindelijk terug naar hetzelfde punt in het beekdal waar ik afgeslagen was, maar dit had ik niet willen missen.
Om bij een herberg te komen – het zou het huis van de heks van Hans en Grietje kunnen zijn – moet ik eerst door de Uttewalder Grund. Afgaand op de naam dacht ik op een of ander veld terecht te zullen komen. Het beekdal verandert echter in een kloof van indrukwekkende proporties, tot op het punt waar de bodem nagenoeg vlak is en de zandstenen torens en wanden links en rechts tientallen meters loodrecht uit de bodem oprijzen. De zachte middagzon werpt een diffuus licht door de brede kloof.
Dat Friedrich dít niet geschilderd heeft!
Friedrich en de Duitse romantiek
Friedrich kwam uit Greifswald in het noorden van het huidige Duitsland, maar verhuisde na zijn studies naar Dresden. Na de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) kreunde het Saksische volk onder het bewind van Napoleon. Industriële steden, zoals Dresden, waren in beerputten aan het veranderen en intellectuele vrijdenkers, zoals Friedrich er een was, werd het leven niet bepaald makkelijk gemaakt door het regime. Friedrich bewoog zich in de kringen van de chique ‘salons’, georganiseerde bijeenkomsten voor artiesten en intellectuelen in de etagewoningen van rijke mecenassen waar over kunst en maatschappij werd gedebatteerd. De drang naar schone lucht viel bij deze schrijvers, dichters en schilders samen met de hunkering naar een authentieke natuurbeleving. Ze streefden ernaar om niet alleen de natuur
weer te geven of te beschrijven maar om te vertolken hoe die op hun eigen gevoelens inwerkte. Hun ‘blik naar binnen’ was revolutionair voor die tijd.
Om bij een herberg te komen – het zou het huis van de heks van Hans en Grietje kunnen zijn – moet ik eerst door de Uttewalder Grund. Afgaand op de naam dacht ik op een of ander veld terecht te zullen komen. Het beekdal verandert echter in een kloof van indrukwekkende proporties, tot op het punt waar de bodem nagenoeg vlak is en de zandstenen torens en wanden links en rechts tientallen meters loodrecht uit de bodem oprijzen. De zachte middagzon werpt een diffuus licht door de brede kloof.
Dat Friedrich dít niet geschilderd heeft!
Basteibrücke
Aan het eind van de middag rij ik nog naar de beroemdste attractie van de streek. Je kunt niet naar de Sächsische Schweiz komen en de Basteibrücke overslaan, ook al weet je dat het het er altijd druk is. Bij één uitzichtpunt sta ik zelfs een paar minuten in de rij om toch maar dé foto te kunnen maken van de rug. Maar wat een plaatje is het geworden! Vanaf een uitstekend uitzichtplatform zie ik rotsklimmers als mieren in de verticale zandsteenwand boven de Elbe pal langs de beroemde steenbrug omhoog kruipen. De rotstorens zijn hoofdzakelijk grijs van kleur; het eerste geel van de herfst en de gekrulde grove dennen vormen met hun oranje stammen een kleurrijke omkadering . Eén bordje toont precies het zicht dat Friedrich in 1822 hier heeft geschilderd: alleen de brug en enkele specifieke dennen ontbreken in zijn scène, die waren er toen nog niet. Geen Photoshop dit keer.
Spectaculair
Madlen, die voor het regionale toeristenbureau werkt, loopt de volgende dag met mij mee. We willen etappe 2 van de Malerweg oftewel de ‘Schildersroute’ afleggen. Volgens haar is dit “het spectaculairste deel” van de achtdaagse route, die toevallig begint bij de parkeerplaats van de Basteibrücke. Eerst dalen we over de Basteiweg af tussen Elbezandsteenpilaren. Het zicht is beperkt; mistbanken wervelen in slowmotion rond de grillige formaties. We zinken in de mist die vecht tegen de steeds feller schijnende
herfstzon. Als we ter hoogte van Rathen de Elbe bereikt hebben, slaan we links het dal van de Amsel in waar het weer langzaam omhoog gaat. De dunner wordende nevel drapeert sluiers van licht tussen de bomen. Bij het stuwmeertje Amselsee frunnikt een visser aan zijn lijn; er zit een knoop in, foetert hij. Die forellen krijgen nog wat respijt. Daarna wordt het pad door de kloof steiler, tot bij de herberg van Rathenwalde waar we ons laven aan een cappuccino. Deze plek krijgt waarschijnlijk nooit zon, zo hoog
en steil zijn de wanden en zo smal de kloof waarin het gebouw geperst zit, maar toch kunnen we buiten zitten in korte mouwen; twintig graden en dat eind oktober! “Daarom zijn de bomen nog niet zo fel verkleurd dit jaar”, weet Madlen, zich bijna verontschuldigend. “De nachten zijn nog niet koud genoeg geweest.“
Ons einddoel is Hohnstein, een dorpje boven op een klif aan de voet van de gelijknamige slotburcht en waar we de bus terug zullen nemen naar de Basteibrücke. Om er te komen moeten we eerst nog een paar keer flink op en neer door kloven en langs afgronden; het dringt nu pas echt tot me door dat de vallei van de Elbe één aaneengesloten doolhof is waarin volgens Madlens verhalen vluchtelingen, rovers, vrijbuiters en onderdrukten zich vroeger probleemloos konden verstoppen. Zoals in de spectaculaire Wolfsgrabe, die aan zo’n gleufcanyon in Utah doet denken, of de Schindergraben, waar in de middeleeuwen doodziek vee in werd afgezonderd om verdere besmetting te voorkomen. Later sloten
de rijke Saksische koningen beren in de Schindergraben op, om er dan op te kunnen jagen, een praktijk die in Friedrichs tijd al niet meer bestond.
In Hohnstein begroet een houten beeld van Kasper, een mythische volksnar die volgens Madlen erg geliefd is onder lokale kinderen, de wandelaars die de klim overleefd hebben. We laten ons lijf neerzakken op een houten bankje naast een speeltuintje vol gewriemel en slorpen gulzig het warme zonlicht op. Alleen een terrasje ontbreekt hier nog, maar verder heb ik niets te wensen: dit was een perfecte herfstdag.
Wandelwijzer
Duitsland viert momenteel Friedrichs 250ste verjaardag met tal van exposities. Dresden is één groot openluchtmuseum en zeker een bezoek waard. In het museum Albertinum hangen enkele van de bekendste werken van Friedrich en zijn romantische tijdgenoten zoals Dahl en Carus. Maar het zijn de wandelingen, met meer kans op ‘romantische’ mist en felle herfstkleuren, die de Sächsische Schweiz vooral in het najaar zo bijzonder maken.
Vervoer
De European Sleeper rijdt sinds maart vanaf Brussel/Amsterdam via Berlijn naar Praag en stopt ’s ochtends ook in Dresden en Bad Schandau. Sporen overdag kan natuurlijk ook. In en rond Dresden (dvb.de) en tussen de dorpen in de Sächsische Schweiz (vvo-online.de) is het busvervoer goed geregeld.
Wandelen
Niets is vlak in de Sächsische Schweiz of in de Zittauer Berge bij Oybin. Paadjes gaan flink op en neer tussen de rotsmassieven. Steilere stukken hebben meestal trappen, maar de inspanning duurt nooit
lang. Zelden stijg of daal je meer dan 100 meter in één keer.
- Caspar-David-Friedrich-Weg – Afwisselende ronde vanuit Krippen, maar parkeren
is problematisch. Alternatief: parking Sportplatz in Reinhardtsdorf-Schöna.
12,4 km, hi 260 m. Inclusief Wolfsberg en de Kaiserkrone ong. 2 km extra. - Uttewalder Grund – Vanuit Stadt Wehlen naar de gelijknamige herberg en de Felsentor door een bosrijke kloof die steeds spectaculairder wordt; zelfde weg terug. Inclusief avontuurlijke lus
naar Teufelskammer en -schlucht ong. 8,5 km, hi 155 m. - Malerweg – In totaal 116 km en 3600 hoogtemeters rondom de Sächsische Schweiz. Wordt doorgaans in 8 etappes afgelegd. De auteur liep etappe 2 die het schilderachtigste is van wat streek te bieden heeft. Vanaf de Basteibrücke via Rathen naar Hohnstein: 12 km, i 355 m, h 365 m.
Onze tip
Caspar David Friedrich Tour – Themawandeling door Dresden onder leiding van een van de zelfstandige gidsen van Dresden, Anett Orzyszek (elblandtours@freenet.de)
Speciale tentoonstellingen
- Widerentdeckt: Malerinnen der Dresdner Romantik, Kügelgenhaus, Dresden: t/m maart ’25.
- Caspar David Friedrich. Wo alles begann, Dresden Kupferstichkabinett t/m 17-11-2024; Albertinum t/m 05-01-2025.
Meer weten?
- saksen.info – Officiële vraagbaak over Saksen en Dresden.
- cdfriedrich.de – Alles over het jubileumjaar, het leven en de werken van Friedrich samengebracht in een prachtig vormgegeven website.