Slow life: wandelen in de Portugese Alentejo
Romantische vestingen, golvende velden en een gevoel van ruimte: de Portugese Alentejo heeft het allemaal! Met wandelnetwerk Transalentejo verken je de regio in je eigen tempo. Om je alvast op weg te helpen, lichten we de meest bijzondere routes van het netwerk voor je uit.
Tekst: Tineke Zwijgers
Foto’s: Dorien Koppenberg
Wandelen in midden- en zuid-Alentejo
Wandel je graag in dunbevolkt gebied, maar wil je wel toegang houden tot logeeradressen, cafés, winkels en restaurants? Dan kun je goed uit de voeten met wandelnetwerk Transalentejo. De 11 bewegwijzerde routes starten en eindigen allemaal in een voor toeristen interessante plaats. Zoals de hooggelegen vesting Monsaraz of museumdorp Mértola. Ze variëren van makkelijk tot pittig en van 8 tot 22 kilometer. Voor elke wandelaar is er dus wel een geschikte route te vinden. We lichten enkele plaatsen en hun routes uit, zodat je heerlijk kan gaan wandelen in Alentejo.
Monsaraz
Op kilometers afstand zie je hoe de vesting Monsaraz zich verheft boven oneindig laagland. Slechts één toegangsweg slingert zich omhoog langs de kale rots naar de enige toegangspoort tot de vesting. Het is goed voorstelbaar dat in het verleden iedereen met slechte plannen tijdig werd gezien en teruggefloten. Toch heeft Monsaraz heftige tijden gekend en wist het meerdere Spaanse aanvallen te weerstaan.
Meer weten over Wandelmagazine? Ja graag!
Je komt Monsaraz binnen via de Porta da Vila en treft in de langwerpig gevormde vesting slechts drie straten in de lengte aan, met nog enkele dwarsstraatjes erbij. De Rua Direite leidt over de kasseien en langs witte huisjes met oranje daken naar het kasteel. Van dit 13de-eeuwse kasteel rest weinig meer dan de toren en de muren. Het plein wordt soms omgetoverd tot arena voor stierengevechten. En het gebeurt ook wel dat koren er, al dan niet spontaan, beginnen te zingen.
Wandelroute Monsaraz
Je wandelt de vesting uit en daalt langs een kapel en een herberg af naar het dorpje Ferragudo met zijn oude klooster. Tijdens een rondje door het laagland passeer je enkele megalieten en kom je door het dorpje Barrada, waar je iets kunt eten in O Bizaca. Vanuit Tenheira, met zijn opvallende dorpsfontein, klim je terug naar Monsaraz.
Mértola: museumdorp
Mértola is de laatste vestingsplaats in Alentejo voordat je de Algarve bereikt. De witte huizen van dit stadje dalen van het robuust ogende kasteel af naar de oever van de rivier Guadiana, die hier niet, zoals in de Algarve, de grens met Spanje vormt. Al ver voor onze jaartelling kwamen er vreemdelingen in de regio. De Feniciërs legden een binnenhaven aan in de Guadiana en noemden het plaatsje, dat ontstond door de toenemende bedrijvigheid, Mértola. De Romeinen, Visigoten en Moren die na hen kwamen, maakten gebruik van de haven en lieten ook hun sporen na in de stad. Dankzij al dit historische erfgoed is Mértola in zijn geheel bestempeld tot vila museu (museumterrein).
Wandelroute Mértola
Vanuit Mértola wandel je een rondje door het waterrijke Natuurpark Vale do Guadiana, de vallei van de grensrivier waarlangs Mértola gebouwd werd. Tussen 1858 en 1965 was hier een kopermijn gevestigd, die destijds zorgde voor veel bedrijvigheid. Tegenwoordig is de ader echter uitgeput, de mijnwerkers zijn weg en het is hier nu stil en natuurlijk. Er leven zeldzame vogels, zoals de zwarte ooievaar, steenarend en rode wouw. Je passeert kurk- en johannesbroodbomen en kijkt uit op majestueuze pieken en zacht gekleurde heuvels. Een echte natuurwandeling, dus neem een lunchpakket mee.
Wandelen in Noord-Alentejo
De gave middeleeuwse vesting Marvão lijkt op een hoogte van 862 meter boven zeeniveau als een arendsnest over de rotsen te golven. De 13de-eeuwse muren en 17de-eeuwse steunberen gaan naadloos over in het graniet van de bergen, waardoor de vesting nooit kon worden ingenomen. Daar liepen tijdens de Reconquista ook de kruisridders en hun christelijke legers tegenaan. De Moren, die zich na de Romeinen in het gebied vestigden en Marvão stichtten, hadden zich uitstekend verschanst in de vesting en werden pas na een langdurig beleg in 1166 verdreven.
Marvão
Je bereikt de poort van Marvão via een naar boven kronkelende weg. Neem onderweg nog even de tijd om de vesting van een afstandje te bewonderen, het is een indrukwekkend plaatje. Binnen de muren slingeren kasseienstraatjes zich langs witte huizen langzaam naar het hoogste punt van de vesting: het kasteel. Dat is rond 1299 gebouwd. Direct na de kassa kun je afdalen in een van de twee cisternes, onderaardse waterbekkens die de inwoners vroeger van water voorzagen. Via een volgende doorgang in een muur kom je op open terrein en wandel je naar de betegelde binnenplaats. Hier kun je via de trap naar de muur klimmen die rondom het kasteel (en heel Marvão) loopt. Vanaf hier is het eindeloos genieten van het spectaculaire uitzicht op Serra de São Mamede en de Spaanse vlaktes.