Stilstaan bij… Het Krijtlandpad
Les 5 uit Lessen voor Pieterpadwandelaars, op basis van citaten uit het dagboek van kunstenaar Pieter Kikkert (1791): “Je hoeft geen kenner van de natuur te wezen. Als je je maar openstelt voor de overweldigende pracht en kracht ervan. Zulke ervaringen zijn voor altoos diep in mijn gevoel geprent”, schreef Pieter. In de zomer van 2019 liep ik het Krijtlandpad. Ik liep weer in een verzengende hitte, maar oh, wat was het een prachtige route!
Tekst & beeld: Simone Venderbosch
Na een paar dagen had ik me verzoend met de hitte en was ik helemaal verliefd. Op de omgeving, de schattige paadjes en de glooiingen. Helemaal euforisch en druipend van het zweet huppel ik het landschap door. Het is eigenlijk een landschap en ervaring om te delen. Maar ja, ik heb niemand om tegen te praten, dus zing ik maar mee met de muziek en doe ik gewoon blij tegen iedereen die ik zie.
Aardige mensen
Het werkt blijkbaar aanstekelijk, want in Slenaken lukt het mij om 2 broodjes te krijgen bij een café, terwijl de keuken eigenlijk dicht is. De eigenaresse toverde wat broodjes van het ontbijtbuffet tevoorschijn. De mevrouw lacht me vriendelijk toe als ik enthousiast de broodjes in ontvangst neem. Een broodjes kaas met een beetje liefde, net als gisteren. We blijven elkaar maar aanlachen en krijg die glimlach niet van m’n gezicht.
Op de hoogte blijven van het laatste wandelnieuws?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en volg ons op Facebook, dan mis je niks!
Ik heb onderweg echt zoveel aardige mensen ontmoet! Gisteren kreeg ik nog een wasrek aangeboden van een buurman op de camping, terwijl mijn buurvrouw mij thee aanbood. Daarbovenop raakte ik aan de praat met een vrouw, die wel een goed woordje zou doen tegen de eigenaar over m’n illegale koelkastwaar. Het schattigste moment was nog wel gisterenavond. Ik stond tanden te poetsen, toen een man mij vroeg of ik wel genoeg gegeten had. “Ik heb nog wel noedelsoep,” bood hij aan. Noedelsoep? Nu?! “Gee, gankjewew,” antwoord ik met een mond vol tandpasta. Ik mag dan een romanticus zijn, maar ik geloof dat ieder mens in wezen goed is.
Genieten van het bos
Na Slenaken, ga ik met een goed gevoel en koel water van de bar weer op pad. Er volgt een 45 minuten durende klim. Gelukkig wacht er bovenaan een koel bos op mij. Hierboven in het bos is het stil, écht heel stil. Tijdens het lopen hoor ik alleen het rinkelen van het belletje dat aan mijn rugzak zit. Ik geniet van de stilte op een bankje. Wat een rust! Met tegenzin kom ik weer in beweging, om even later weer in het open, glooiende landschap terecht te komen. Nog diep in m’n wandeltrance wandel ik richting mijn camping mét zwembad! Eerst loop ik nog even verkeerd. Bij aankomst blijkt namelijk dat ik bij de verkeerde camping ben beland. Het kost me een kilometer terug naar beneden en dan weer een kilometer naar boven om bij de goede camping te komen. Als bonus krijg ik echter wel een riviertje en práchtig uitzicht.
Race tegen de klok
Het rommelt al een tijdje aan de lucht en ik hoop dat ik droog aankom. Aangekomen bij de camping, blijkt dit vakantieoord niet helemaal mijn ding te zijn. Veel tijd om hierover te piekeren heb ik niet, want ik moet de tent nog opzetten voordat het onweer losbarst. Mijn buurman aldaar heeft gelukkig wel een hamer. Snel beginnen, want het onweer komt angstwekkend snel dichterbij. Ah nee… niet waar, mijn voorste tentstok is kapot! Snel haal ik de leukoplast tevoorschijn, want het wordt steeds donkerder.
Als de tentstok provisorisch geplakt is, probeer ik mijn tent op de camperplek op te zetten. Er lijkt wel een grindbak onder het gras te zitten. De haringen willen nergens de grond in. De buren kijken verveeld mijn kant op en zien hoe de regendruppels ondertussen op m’n rug vallen. ‘’Nee, het lukt wel hoor,” denk ik lichtelijk geïrriteerd, “geeft niks dat m’n bagage nat wordt.”
Positieve instelling
Als de tent dan eindelijk overeind staat, gooi mijn spullen erin en snel ik naar het restaurant, langs het zwembad dat me de hele dag heeft lopen lonken. Dat wordt niet meer wat vandaag ben ik bang. Het gaat nu echt onweren. Wat een geluk heb ik zeg, nét op tijd zit ik binnen.
Naarmate ik vaker ga wandelen, merk ik dat ik steeds minder problemen ervaar onderweg. In plaats daarvan onthoud ik vooral hoeveel mazzel ik vaak heb. Doordat ik verkeerd liep, heb ik immers het mooie riviertje gezien, ik had gelukkig leukoplast om m’n tentstok te repareren n ik was op tijd voor de bui binnen. Bovendien zit het mij ook in het restaurant mee: ik mocht nog van de goedkopere lunchkaart gebruik maken, de hamburger in het restaurant was niet te eten en daarom kreeg ik als compensatie een gratis cappuccino. En als klap op de vuurpijl hadden ze op de camping geen trekkersveld, waardoor ik nu op een camperplek met mooi uitzicht sta.
Vermoeid en voldaan
Nu zit ik binnen in het restaurant van de camping. Buiten zie ik het tekeergaan, de druppels glijden langzaam over de ruiten naar beneden, de Tour de France staat op TV en alles is vredig. Hierna alleen nog even mijn blaren doorprikken en hopen dat alles in de tent nog droog is gebleven. Maar nu luister ik alleen maar naar de huiselijke geluidjes van de Tour de France en trek een parallel met mijn eigen prestatie van de afgelopen dagen. Ik voel me vies, warm en moe. Maar ook voldaan. Ik heb gestreden tegen de warmte en mijn vermoeidheid, en uiteindelijk heb ik mijn doel gehaald. Onderweg heb ik bovendien gelachen om mezelf, heb ik een heleboel mooie ontmoetingen en heb ik ontzettend genoten van het mooie landschap hier.
Bolletjestrui
Mag ik dan ook een bolletjestrui? Die vind ik zo leuk. Roze met wit of wit met roze, wat is het ook alweer? En mag ik dan morgen ook ijsblokjes in m’n nek? En ook zo’n ‘tiedoe tiedoe tiedoe’ toeter als ik voorbijkom? En een spons die ik dan achteloos in de berm mag gooien? Lijkt me zo leuk! Ik juich nu nog even voor mezelf. Ik heb de kopgroep verlaten, zit ik niemands’ slipstream en ik ben toch over de eindstreep gekomen. Applaus!
De volgende wandeltocht brengt mij ook weer door het Limburgse landschap. Het Jacobspad loopt van Millingen aan de Rijn naar Maastricht en Aken. Een echte pelgrimsroute, een aanlooproute naar Santiago. Stilstaan bij… Het Jacobspad
Even voorstellen:
Ik ben Simone Venderbosch
Ik houd van wandelen, in m’n eentje. Ik wandel enkel gemarkeerde routes en het liefst die met een boekje. Uren, dagen, weekendjes of weken. Mét of zonder tent. Overgave, vertrouwen, vrijheid, rust, verstilling, de natuur en de elementen staan voor mij centraal tijdens het wandelen. Mijn verhalen beschrijven de ervaringen die ik opdoe, mijn gestuntel, de moeilijke, gênante en de euforische momenten. Het ene moment beschouwend, dan weer met een korreltje zout. Gewoon zoals ik ben.