terug

Verslag lezersreis – Groeten uit Wallis: deel 1

Kun je je een indrukwekkender landschap voorstellen dan de bergen van Wallis, Zwitserland? Besneeuwde toppen, uitgestrekte dalen, reflecterende bergmeertjes, oude hutten in idyllische alpenweiden, vol culinaire tradities… Wallis was de perfecte bestemming voor de ontdekkingsreis van Joëlle Geerts en Richard Bruggeman, de winnaars van onze Wandelmagazine fotowedstrijd. Lees hier het verslag van hun reis, dat eerder in Wandelmagazine nummer 4 van 2023 verscheen.

Met een slakkengangetje is het landschap in beweging. Heerlijke stoeltjes. 3D uitzicht. Vanuit de kabelbaan naar Mont-Fort trekt het leven als een film voorbij. Je bekijkt het van een afstand en toch zit je midden in het verhaal. “Kijk daar, een marmot”, zegt wandelgids Anita Stadelmann, die straalt van oor tot oor als ze vertelt over de bergwereld. De groene weiden, waarlangs enkele wandelaars zich een weg omhoog banen, veranderen langzaam in rotsachtige hellingen. Bij het einde van de film gaat het verhaal verder in een panoramisch stilleven vanaf de Mont-Fort. Alhoewel, ook hier lijkt het landschap te bewegen, maar dat komt door de ijle lucht. Op 3.329 meter hoogte trekt zo’n laatste trappetje naar de top zwaar aan je zwabberende benen, terwijl je hoofd in het luchtledige zweeft, maar eenmaal bij het topkruis kijk je na een paar flinke ademteugen 360 graden in de rondte. Wat een uitzicht! In de verte de witte toppen van de Grand Combin en de Mont Blanc. In de verste verte de Matterhorn. 

“Ik kan niet ophouden met kijken”, zegt Joëlle met een brede glimlach. Richard beseft eens te meer dat de natuur een gift is. “Een schepping, die we hebben gekregen en een gunst dat we daarin mogen leven.” 

Wandelen langs water 

Terug in het dal volgen we de bergbeek Printse van Siviez naar Planchouet. Een mooie wandeling langs almen en door bos. Het water uit de bergen wordt vanaf Planchouet via verschillende oeroude irrigatiekanalen, bisses, door het dal geleid. De hoogstgelegen Bisse Vieux wordt al in archieven van 1658 genoemd. Andere kanalen zijn volgens Anita al meer dan zeshonderd jaar oud en laten de geschiedenis zien van een voortdurende strijd tegen droogte in dit deel van Wallis. Het water wordt gebruikt voor de irrigatie van wijngaarden, boomgaarden, frambozenvelden en andere gewassen. 

Langs de Bisse Vieux, die zeven kilometer door de bergen slingert, loopt een heerlijk wandelpad en kun je zien hoe ingenieus de kanalen vroeger zijn aangelegd met gebruik van watervallen en tunnels. De bisse komt uit in het stadje Nendaz, waar we afscheid nemen van gids Anita, die nog een klein verzoek heeft. 

Mont Rouge

“Ha Cameron, je hebt de groeten van Anita!” Cameron kijkt verbaasd. Anita? Mmm, bij het afscheid had ze gevraagd de groeten te doen aan een van onze volgende gidsen. Hadden we beloofd, maar we zijn helaas vergeten aan wie het ook alweer was. Maakt niet uit. Cameron is er toch blij mee. Vanuit skiresort Thyon neemt hij ons mee voor een stevige klim naar de Mont Rouge. Joëlle heeft er zin in en knalt tegen de berg op als was het een afdaling langs een irrigatiekanaaltje. Ook Richard gaat als een speer. Het terrein wordt echter steeds steiler. “Nog een klein stukje tot de eerste top”, klinkt het bemoedigend boven ons als Cameron merkt dat we een versnelling lager hebben geschakeld. “Daarna vlakt het iets af”, voegt hij er nog hoopgevend aan toe. 

Op de top van de Mont Carré (2.469 m) kijken we eens rustig om ons heen. “Zo’n kabelbaan is leuk, maar als je zelf al het werk verzet om naar boven te komen beleef je het landschap nog meer”, zegt Richard. Na de top volgt een lichte afdaling en daarna weer een mooi klimmetje naar het topkruis op de Mont Rouge (2.491 m). “Best pittig,” vindt Joëlle, “maar wauw, zo vet die uitzichten!” Voor ons allemaal vierduizenders, aan de andere kant het Rhônedal. 

In de afdaling passeren we de Gouilles d’Essertze, een paar bergmeertjes die er wonderschoon bijliggen. In het haast rimpelloze wateroppervlak weerspiegelen Joëlle en Cameron. “Magisch” om te midden van die vierduizenders en hun reflecties te wandelen. Richard voelt hoe lekker fris het water is. “Je gaat helemaal op in de omgeving en vergeet even waar je bent. Zoveel variatie. Prachtig hier.” 

Over kronkelende bergpaden dalen we af richting Les Collons, waar we bij het toeristenbureau nog even de groeten overbrengen van Anita. Helaas tevergeefs, maar we maken iedereen er toch blij mee. 

Kaas en koeien 

Iets hoger ligt Alpage de Thyon, een boerderij waar George Hritcan traditionele raclettekaas produceert. Een specialiteit uit de streek gemaakt van de melk van de zwarte hérensarde, het lokale koeienras, aangevuld met melk van bonte koeien, want die hérenskoeien geven nauwelijks melk. Het zijn stevige dames, die ook nog eens flink met elkaar op de hoorns kunnen gaan. Een beetje mannelijke koeien dus, maar met weinig melk in de uiers. Toch zijn ze heel belangrijk. 

Hérenskoeien behoren tot de Walliser cultuur. “Een beetje inwoner heeft een zwarte koe”, vertelt gids Ines. “Dit ras komt oorspronkelijk hier vandaan en het vechten, wat de koeien van nature doen, is bedoeld om de koningin van de kudde te bepalen. Inmiddels is het gecultiveerd tot een evenement en de eigenaar van de koningin is daar maar wat trots op. Dat is prestige, eer! Die koninginnen zijn ook het meeste waard.” 

Hérenskoeien leven op de hogere bergweiden, waar ze grassen en kruiden eten, die de smaak van de melk en dus de kaas karakteristiek maken. Het zijn intelligente dieren. Vasil, zoon van George, werkt graag met de koeien en haalt ze samen met andere boeren van de berg naar de stallen, zodat ze gemolken kunnen worden. Terwijl George de kazen nog eens omdraait, gaat achter de bergen de zon onder en genieten we met Inès van raclettekaas die hier is gemaakt. “Zeg Inès, ken jij Anita?” 

Wildlife 

Achter ons, langs de bosrand beweegt iets. “Xavier,” fluister ik, “kijk, daar.” Het is nog schemerig, maar we zien duidelijk een beest lopen. “Een steenbok”, zegt hij terwijl het dier het bos inschiet. “Wauw, zo dichtbij.” “Steenbokken zijn minder schuw dan andere wilde dieren”, vervolgt Xavier, onze wildlifegids – heel blij ook met de groeten van Anita – die met ons al vanaf vijf uur vanochtend op zoek is naar gemzen, herten, steenbokken en ander wild in het bos van Les Collons. Iets verderop zien we nog meer steenbokken. Je hoort ze met hun hoorns tegen elkaar klappen en met een bewonderenswaardige souplesse langs de afgronden rennen, terwijl ze stenen lostrappen zonder zelf in de diepte te verdwijnen. Alleen de echo van vallende stenen sterft in schoonheid.

“Die ene op de bergrug stak zo mooi af tegen de lucht en dat geluid van die hoorns hoor je zó goed”, zegt Joëlle tijdens het ontbijt in een idyllische berghut aan het einde van de wandeling. “Ik moest wel even wennen in het donker”, vult Richard aan. “Zo’n lampje op m’n kop vind ik niks; daardoor raak ik gedesoriënteerd, maar toen het lichter werd en de zon opkwam was het genieten.” 

Meer informatie: www.valais.ch