Voorpret! Droogvallen op Moker
Een dag nadat Texel door reisbijbel Lonely Planet is uitgeroepen tot topbestemming, gaan we oesters rapen op Moker, een zandplaat tussen Ameland en Schiermonnikoog. Bij hoogwater zie je er niks meer van.
Tekst Bert Stok
Foto: Wikipedia
Op de smalle polderwegen van Noord-Groningen, dwars door slaperdijken, ruikt en voelt het al naar zee. En ja, ik zie het goed: onder de enorme hemel groeien Limburgse asperges. Achter de hoge zeedijk het vertrouwde rasterwerk van paaltjes en rijshout. In de wijde ruimte, voorbij slib en water, de vuurtoren van Schiermonnikoog. Bij Lauwersoog gaan we aan boord van de Willem Jacob, een zeilklipper van meer dan honderd jaar oud. Ergens rond vijf uur in de middag zal onze schipper de boot droog laten vallen op Moker voor een ontmoeting met oesterraper Jaap Vegter. Zijn UQ4, een bescheiden bootje, ligt op de afgesproken tijd al te dobberen boven de zandplaat. In lieslaarzen stapt Vegter overboord en waadt met een rood-witte jalon als peilstok naar de Willem Jacob. Eenmaal aan boord krijgen we te horen dat de UQ4 ooit een Oostduitse patrouilleboot was. Bijna trots meldt onze gids dat er nooit een kanon of mitrailleur op het schip heeft gestaan. Lieslaarzen worden uitgedeeld. Dan dalen we af naar de wereld van slik, zand en water. De bodem voelt lekker hard, maar kan plotseling ook weer boterzacht zijn. De zuigkracht van de modder is sterk. Laarzen blijven steken in de blubber. Die rubberen dingen zitten me te ruim, een kleinere maat had beter geweest. Even overweeg ik om uit het pak te stappen en verder te gaan op blote voeten. Uiteindelijk ga ik toch gehuld in rubber het gevecht aan met de modder. Later, wanneer de plaat helemaal is drooggevallen, zijn de sporen van het loswrikken nog goed te zien. “Daar ligt de oesterbank”, wijst Vegter in de verte.
Dichter bij de zee
Toch lekker dat we laarzen dragen. Op blote voeten zouden de scherpe randen van de Japanse oester diep in het vlees snijden. De platte Europese oester is al sinds het begin van de vorige eeuw verdwenen uit de Waddenzee. Vegter legt een blauwe zak op de oesterbank en knielt neer als op een gebedskleed. Hij raapt een oester, keurt en schudt van nee. Alleen oesters die plat zijn aan de ene en bol aan de andere kant worden goed bevonden. Te groot is ook niet oké, die joekels zijn voor de warme gerechten. Vegter wil ter plekke consumeren en daar heb je oesters met een kleine kom voor nodig. De pokken op de schaal, en dat zijn er best veel, schraapt hij er met een harkje af. Vervolgens wordt de oester met een mes op het scharnier geopend. “Wie wil proeven? ” “Lekker ziltig, dichter bij de zee kun je niet komen.”
Het hele verhaal lezen? Je leest het in het komende nummer van Wandelmagazine.
Nog geen abonnee? Neem dan vóór maandag 28 augustus 16:00 u. een abonnement. Profiteer van de speciale aanbieding:
1 jaar Wandelmagazine van €28,50 voor slechts €21,50 + 3 cadeaus