terug

Wandelen in Sardinië: kleurrijk genieten

Met haar verblindend witte stranden en turkooizen zee trekt het Italiaanse eiland Sardinië vele zonaanbidders. Maar ook rustzoekers vinden hier genoeg te doen. Avontuurlijk wandelen bijvoorbeeld. Reisgids-auteurs Tineke en Dorien liepen twee wel heel mooie routes: Capo Testa en de Gorropu-kloof. Niet missen dus!

Tekst: Tineke Zwijgers
Foto’s: Dorien Koppenberg

Vanuit ons appartement in Santa Teresa di Gallura, de meest noordelijk gelegen stad van Sardinië, kijken we mooi uit op zee en zien we in de verte het Franse eiland Corsica liggen. Santa Teresa is een goede uitvalsbasis voor een wandelvakantie, maar ook om te relaxen op het strand en historische stadjes te bezoeken. Uit de Rother wandelgids Sardinië kiezen we de 7 kilometer lange route over Capo Testa, het noordelijkste puntje van Sardinië.

Roze granietrotsen

Na de lunch op een strandterras rijden we naar schiereiland Capo Testa. We starten in het groen, maar na een kwartiertje breekt het bos open en lopen we Valle della Luna in. Dit dal is omzoomd door hoge, vaag roze granietrotsen, die glad zijn uitgesleten door wind en zeelucht. Ze prikkelen de fantasie, net als in druipsteengrotten. In de jaren 1970 was deze ‘vallei van de maan’ populair bij hippies en nog altijd verblijven er mensen in grotten en tenten, op zoek naar rust en eenvoud. Vlak voor twee kleine baaien met, alweer, opvallend helder blauw water markeert een totempaal het graf (of een herinneringsplek) van een van hen, met een wat opmerkelijke naam. ‘Qui riposa Makl Bo’ meldt het opschrift, oftewel ‘hier rust Makl Bo’.

Wandelen Sardinië

Klimmen en klauteren

Vanaf hier is het pad enige tijd wat lastig te volgen. Dat wil zeggen: als je zoekt naar een herkenbaar pad. De route voert ons over soms uiterst smalle doorgangen tussen de hoge rotsen. Het principe is: houd de zee aan je linkerhand en klim voorzichtig over en tussen de rotsen verder. De uitzichten, op steeds weer nieuwe baaitjes en sprookjesachtige rotsformaties, zijn adembenemend mooi. Na ongeveer een kilometer zien we de eerste bebouwing: een klein stenen huisje. Daarachter is de oude vuurtoren van Capo Testa het volgende ijkpunt. Vanaf het platform rond de toren hebben we schitterend uitzicht op het bijzondere granietlandschap, de kleine baaien en in de verte Corsica.

Cala Spinosa

Langs de nieuwe vuurtoren volgen we een breed geplaveid pad en komen uit bij het keerpunt van de enige asfaltweg van het schiereiland. Beneden ons zien we de aanlokkelijk ogende baai van Cala Spinosa. Een fijne plek om even uit te rusten (er is een restaurant). We volgen de weg een stukje, tot we bij een paar informatieborden uitkomen in de bocht naar links. Langs die borden gaan we terug het bos is en volgen het zandpad, dat zich omhoog en omlaag slingert. Bij de volgende infoborden gaan we linksaf en komen al snel uit bij het pad aan het begin van de Valle della Luna, dat we ook de eerste kilometers van de route volgden. We gaan hier linksaf en komen terug bij de parkeerplaats.

De Gorropu-kloof

Een ander wandelhoogtepunt is de tocht door de Gorropu-kloof in Centraal Sardinië. Hoewel je er ook met een jeep naar toe kan rijden, is de mooiste route wat ons betreft de 14 kilometer lange wandeling heen en terug langs de rivier Flumineddu. Die perst zich langzaam maar zeker door de steeds smaller wordende vallei, tot de plek waar wandelen overgaat in ‘klimmen en klauteren’.


Meer weten over Wandelmagazine? Ja graag!


Met haar ruim 300 meter hoge rotswanden is de Gorropu-kloof een niet te missen attractie. We lopen erheen over een aangenaam bergpad en kijken uit op de lager gelegen rivier. De bergwand aan de overkant komt steeds dichterbij en je moet je geregeld aan een koord vasthouden omdat het pad zo steil is. Maar alle moeite wordt beloond als we bij het ‘toegangsloket’ arriveren. Niet dat je toegang moet betalen, de beheerder knikt ons vriendelijk toe en wijst de bron aan waar we water kunnen tappen. Ook vraagt hij ons om zacht te praten en zo het wild (voornamelijk de moeflons) niet te verstoren.

Klauteren en klimmen

In de smalle kloof kun je niet langer spreken van wandelen, in plaats daarvan ga je klimmen en klauteren. Drie gekleurde routes wijzen de weg en geven het klimniveau aan: van groen (gewoon klauteren) via geel naar rood (klimgereedschap aanbevolen). Na afloop rusten we een tijdje uit met onze voeten in het water en lopen via dezelfde weg terug naar de parkeerplaats.


Bekijk ook deze items