terug

Minett Trail: Zigzaggen door nieuwe natuur

Het uiterste zuidwesten van Luxemburg, een streek die de Minett genoemd wordt, kennen maar weinigen. Wandelaars zijn er de pioniers: sinds twee jaar leidt de Minett Trail hen door prachtige natuurgebieden en langs het verhaal van de ooit zo lucratieve ijzerertswinning.

Tekst & foto’s: Jonathan Vandevoorde

Dit artikel verscheen ook in Wandelmagazine 1 van 2023

Je zou het, zo dichtbij, niet meteen verwachten: donkerrode, oranje en okerkleurige rotswanden, gelaagd als spekkoek, torenen uit boven een canyonachtig dal. Ik loop over een zanderig pad omringd door droge grasveldjes en bosjes jonge berken en eiken die zich vastgezet hebben in een dieporanje bodem bezaaid met zandstenen; daartussen spot ik mossen en vetplantjes die ik eerder in een woestijnachtige omgeving zou verwachten. De streek ten zuidwesten van de Luxemburgse hoofdstad, de Minett oftwel ‘kleine mijn’, is er een die mij om het kwartier weet te verrassen. Doorkruis ik eerst een oranje ‘canyon’, tien minuten later sta ik tegenover een donkere tunnelingang met het beeldje van Sinte Barbara boven het portaal, die de mijnwerkers moest behoeden voor onheil.

De Minett is de streek waar sinds de negentiende eeuw ijzererts werd ontgonnen, ooit meer waard dan goud. Het voordeel van het erts dat hier in zandsteenlagen opgesloten zat, is dat men er niet diep naar hoefde te graven. Onder een jongere kalksteenlaag van enkele meters dik werd al aan het begin van de negentiende eeuw erts gevonden met een van dertig procent. Genoeg om winning commercieel rendabel te maken. Die bonanza duurde tot diep in de zestiger jaren van de vorige eeuw, waarna industriële locaties – mijnen en smelterijen – werden gesloten en de natuur de plekken weer overnam. Na pakweg zestig jaar is het resultaat verbluffend: Natura 2000-gebieden en reservaten met een steeds groter wordend areaal wilde, aan opzettelijke verwaarlozing te danken nieuwe natuur waar de biodiversiteit groter is dan ooit tevoren. De hele streek is uitgeroepen tot UNESCO Biosphere Reserve.

Treintjes

De Minett Trail is een negentig kilometer lange, grillig slingerende wandelroute die de bezienswaardigheden en natuurgebieden in de regio aan elkaar rijgt. Mijn wandelmaat en ik hebben helaas de tijd niet om de hele route te lopen, maar gaan in twee dagen twee aparte stukken te lijf. Geen probleem, in Luxemburg is het openbaar vervoer helemaal gratis dus komen we overal makkelijk terug naar ons startpunt. De streek heeft een dicht netwerk van bus- en spoorlijnen; dat laatste als een gevolg van de rappe industrialisatie die vanaf in de tweede helft van de negentiende eeuw de mijn- en staalindustrie de motor van de Luxemburgse economie maakte.

In het dorp La Sauvage, in het uiterste zuidwesten van de Minett, pikken we een stukje van de route op naar Fond-de-Gras. Lengte: ongeveer zeven kilometer. De fabriek, eigendom van graaf Fernand de Saintignon, zorgde voor de huisvesting van haar arbeiders; La Sauvage is een verzameling netjes gerestaureerde, kleurig geschilderde voormalige mijnwerkershuisjes die eerst door vooral Italiaanse, later Portugese gastarbeiders werden bewoond. Alleen enkele rechthoekige vijvers in een parkje getuigen van een industrieel verleden. Panelen onderweg brengen dat tot leven.

Het interessantst vinden wij evenwel het eindpunt van de etappe, het fabrieksemplacement van de treinen. Vanuit de mijnkarretjes die uit de galerijen gerold werden, sloeg men het erts over op goederentreinen waarmee het naar de smelterijen net over de grens in België werd gebracht. Oude wagons, sommige prachtig gerestaureerd, zijn op het terrein en de remise te vinden, alsook een prachtige stoomlocomotief die op bepaalde zondagen nog rijdt. Eyecatcher is het bijzonder schattige stationnetje dat liefdevol is gerestaureerd. Zelfs het kantoor van de stationsschef ziet er nog uit als begin jaren zestig…

Natuurwandeling

De echte natuurbeleving reserveren we voor het tracé tussen Dudelange en Eschsur- Alzette, vorig jaar nog Europese Culturele Hoofdstad. De Minett Trail begint bij Dudelange Gare Usines waar we over het terrein van de voormalige staalfabriek uitkijken. Delen ervan zijn gerestaureerd en worden nu gebruikt voor evenementen. Gare Usines is het vertrekpunt van de ‘koninginnenetappe’ van de route. We doorkruisen eerst het Quartier italien, twee straatjes waar tot in de jaren zestig niet minder dan veertig cafés te vinden waren, plus enkele winkeltjes en bordelen. Dan klimmen we steil omhoog het bos van de Laangebierg in en slingert het paadje tot bij een uitzichtpunt, Humpen genaamd. Dat is meteen het hoogste punt van onze route, ongeveer 400 meter. Daar roest een enorme déversoir, een wagon met een stalen ketel van waaruit vroeger de slakken in een diepe vallei werden gedumpt. Die vallei was zestig jaar geleden echter nog een open ertsgroeve; de vlakke weideterrassen verraden dat de mens dit landschap vorm heeft gegeven. Op de hellingen groeit nu weelderige bos. Alleen grote, diepe inzinkingen her en der in het bos verraden vroeger menselijke ingrijpen: het zijn de overblijfselen van ingestorte mijngangen.

De rest van het traject, tot bij Rumelange, is een opeenvolging van stille bossen en open weides onder de prachtige, soms bijna-verticale wanden van rode zandsteenrotsen. Het is dat enkele infoborden ons vertellen wat deze terrasvormige afgravingen precies zijn, anders hadden we ons in een kloof in Zuid-Spanje of Utah gewaand. De oranje zandsteenkeien die we overal tegenkomen blijken ‘afval’ te zijn, brokken erts die men de moeite niet waard vond om te transporteren naar de ovens; de zwartgrijze keitjes op de grond zijn slakken, hier gedumpt omdat dat elders blijkbaar niet kon. Pioniervegetatie, vooral sparren en berken, neemt er allemaal enthousiast weer bezit van. Soms grijpen hun wortels zelfs de grote zandstenen rotsen vast. Vlinders fladderen overal, vooral de kleine ijsvogelvlinder komen we vaak tegen. De Minett is een geslaagd experiment met nieuwe, wilde natuur.

Ertsgroeve

Vanaf de heuvel hebben we doorlopend een zicht op het dorp Kayl dat naadloos overgaat in het dorp Tétange en dan Rumelange, pal aan de Franse grens. De parasols van het terras bij het Maison National Minière (mijnbouwmuseum) brengen aangename verkoeling. Dan duiken we opnieuw een voormalige ertsgroeve in. Tegen de tijd dat we het monument voor de mijnwerkers bereiken, een puntige toren die op een hoge heuvel boven de boomtoppen uitsteekt, heeft de hitte ons in de ban en kunnen we nog maar aan één ding denken. Waar de Minett Trail de N33 kruist, is een bushalte. We hebben negentien kilometer op onze teller staan, we vinden het prima zo. Terwijl we wachten op de gratis bus naar Esch plukken we wilde kersen die boven het bankje hangen. In Esch aangekomen zoeken we in de autovrije winkelstraat een terras in de schaduw op. Wat volgt behoeft geen uitleg.

Natuurgebied Ellergronn

Een niet te missen paradijsje is het natuurgebied Ellergronn net buiten Esch, een Natura 2000-gebied. Het herbergt meer dan tachtig vogelsoorten en er is een natuurlijke bron waar heerlijk, drinkbaar water uit de kalksteenbodem sijpelt. De gebouwen van de voormalige Cockerillmijn bij de ingang van het gebied zijn ook een bezoekje waard. Het museum vertelt over de werkomstandigheden van de toenmalige mijnwerkers, totdat het complex in 1967 sloot. Als je de hele etappe van de Minett Trail van Dudelange naar Esch uitloopt, komt je er vanzelf langs. Het reservaat heeft ook enkele korte wandelroutes.

Wandelwijzer:

De Minett Trail is 90 km lang en kan flexibel opgedeeld worden in etappes. Sinds 2022 zijn onderweg 11 Kabaisercher, een soort vakantiehuisjes te boeken. Het is evenwel geen probleem om, met gebruik van het openbaar vervoer, vanuit één standplaats, bijvoorbeeld een hotelletje of camping, elke dag een nieuwe etappe van de route te lopen. Kijk op www.mobiliteit.lu of download de app Mobiliteit.lu.

Meer weten?

Tags: Luxemburg

Bekijk ook deze items