‘Dé wandeling’ bestaat niet, besefte ik mij laatst. Elk type wandeling heeft immers zijn eigen doel, verloop en dynamiek. Het maakt immers nogal wat uit of je een blokje om gaat lopen met je hond, of dat je voor dag en dauw opstaat om met je vaste wandelclub te trainen voor jullie volgende gezamenlijke wandeltocht. Toen ik me eenmaal bedacht hoeveel soorten wandelingen je wel niet kan maken, besloot ik mijn favorieten op een rij te zetten. Welke wandelingen loop jij hiervan?
Tekst & beeld: Jeltsje de Vries
De ‘boodschapwandeling’
Laatst liep ik met mijn rugzak op naar de winkel. Ik had niet zo’n zin in een wandeling, maar moest toch nog wat halen en dus ging ik te voet op weg naar de supermarkt. Eenmaal daar kocht ik de dingetjes die ik vergeten was en keerde weer naar huis terug. Het koste me alles bij elkaar zo’n 20 minuten en gaf me een voldaan gevoel. Ik was er toch even uit, na een werkdag die ik vooral zittend had doorgebracht. Bovendien pakte ik zo gelijk de laatste zonnestralen van die dag mee.
De avond- of gewoonte wandeling
Eerder die week maakte ik een avondwandeling. Precies tussen de buien door kon ik mooi een uurtje lopen dacht ik en gelukkig klopte dat ook nog. Ik nam niks mee, trok mijn wandelschoenen aan en ging op pad. Voor mijn avondwandelingen heb ik een aantal vaste rondjes, waarvan ik weet hoe lang ze zijn. Hierdoor kan ik ze altijd zonder al te veel nadenken lopen. Een rondje van een half uur, drie kwartier of een uur dat ik makkelijk even op een avond of tussendoor kan doen als ik minder tijd heb. Na een dag werken is het heerlijk niet na te hoeven denken over de route, zodat ik lekker de dag kan laten passeren in mijn hoofd. Ter inspiratie kijk ik af en toe even door de ramen hoe het er bij anderen uitziet in huis of hoe ze hun voortuin hebben ingericht. Het is een soort ‘gewoonte wandeling’ en wanneer ik dan thuiskom is mijn hoofd leeg en kan er weer wat nieuws bij. ‘Blij dat ik even gegaan ben’, denk ik dan ook geregeld.
De groepswandeling
Een tijdje terug heb ik in het weekend een keer meegelopen met een trainingsgroep van de plaatselijke atletiekvereniging. Je kon hier een paar keer vrijblijvend meelopen om kennis te maken en te ervaren of deze club iets voor je is. Ik wilde weleens met anderen wandelen en daarom besloot ik me op te geven. En inderdaad, tijdens deze tocht maakte ik kennis met mensen die ik niet kende, maar die toch vlakbij bleken te wonen.
Tevens ontdekte ik diverse nieuwe wandelpaadjes. Soms keek ik verwonderd om me heen en vroeg ik me af waar ik nu eigenlijk was. Vervolgens viel mijn oog dan op een herkenningspunt en was het ‘oh ja, hier zijn we’. Het valt me op dat ik minder op de route let als ik met anderen loop en ik me daardoor minder bewust van de omgeving ben. Dit komt omdat ik in een groep vooral met anderen aan het kletsen ben en hier mijn aandacht bij heb. Het voordeel van een club vind ik dat we wat oefeningen aan het begin en het eind van de tocht doen, wat ik zelf nooit structureel doe. Ik doe het pas als ik last heb en dan is het dus eigenlijk al te laat. Tevens deel je verhalen met elkaar, wat een gevoel van verbinding geeft. Daarbovenop werkt een groep ook stimulerend op je training, omdat er bewust paadjes gekozen worden die bijvoorbeeld wat heuvelachtiger zijn, zodat je weer voelt dat je kuiten hebt.
Voor de coronacrisis aanbrak, liep ik ook regelmatig georganiseerde wandeltochten, waarbij ik meestal alleen wandelde. Tijdens de route of de rusten ontmoet ik dan altijd weer andere mensen en ik kom op de meest leuke plekken terecht, omdat het vaak niet in de buurt is van mijn eigen woonplek. Soms moet ik het tempo wat aanpassen omdat ik op een smal paadje niet kan inhalen. Hierbij kan ik mij het beste hier maar bij neerleggen en rustig wachten tot ik eromheen kan. Ik probeer dan maar te denken aan het feit dat ik geen trein hoef te halen. Ook als ik met vrienden loop, is het soms even aanpassen en het helpt als ik dat van tevoren al incalculeer. Daarnaast helpt het als ik het doel van mijn wandeling goed voor ogen houd. Als dat namelijk genieten van elkaar is, kan dat ook best in een wat rustiger tempo.
De trainingsrondjes
Tot slot heb ik dan nog de trainingsrondjes, die meestal langer zijn aangezien ik in training ben voor de Elfstedenwandeltocht. Het kostte mij aardig wat tijd om dit op te bouwen zonder blessures op te lopen. Mijn scheenbeen is mijn zwakke plek en af en toe voelde ik hem al. Op de trap deed ik oefeningen om deze spieren sterker te maken, wat wel hielp. Uiteindelijk moest ik toch naar 40 km per dag toe en dat kan niet zomaar ineens. Eerst een paar keer 10 km en vervolgens naar 20 en 30 zodat ik uiteindelijk de 40 km kan lopen.
Deze rondjes kosten wel veel tijd en ik moet goed voorbereid weg gaan. Ik moet de route van tevoren helder hebben en ik neem mijn telefoon met oortjes mee zodat ik onderweg een leuke podcast kan luisteren. Ook moet ik voldoende eten en drinken mee en rust nemen om dit te nuttigen. Op deze manieer kunnen mijn spieren onderweg namelijk ook even rusten. In maart had ik mijn tweede rondje van 42 km gelopen. Erg pittig, omdat ik toen zo’n beetje elk type weer over me heen heb gekregen. Hier zal ik de volgende keer meer over vertellen.
Over de auteur
Jeltsje de Vries (45) wandelt al meer dan 20 jaar voor zichzelf en doet mee aan verschillende wandeltochten in het land. Sinds 2020 is ze aan het trainen voor de Elfstedenwandeltocht, die helaas dit jaar niet doorgaat. Verder deelt ze graag haar belevenissen en gedachten die zij tijdens het wandelen op doet. Binnenkort zullen er via social media of deze website meerdere blogs van haar te volgen zijn.