Pauzeren tijdens een wandeling doe je zo – 5 tips
Heerlijk, tijdens je wandeling even neerploffen en met een broodje genieten van het uitzicht. Een pauze tijdens je wandeling is vaak (brood)nodig. Een paar tips om het beste uit je pauze te halen, want pauze houden is meer dan zomaar neerploffen.
Plan je pauze
Als je je tochten goed plant, neem je ook je pauze mee in de plannen. Tijdens je tochtplanning kijk je immers naar de tijd die je onderweg bent. Dat betekent ook dat je de tijd waarin je niet loopt mee moet rekenen in je plannen. Hoe je je rustpauze precies plant, is natuurlijk helemaal aan jezelf. Sommigen hebben baat bij een rustpauze op regelmatige intervallen, bijvoorbeeld elke twee uur, als je op een plek bent, waar je rustig kunt gaan zitten, tenminste. Je kan natuurlijk ook het aangename en het nuttige verenigen en je route zo plannen dat je langs mooie uitzichtpunten komt, waar je even lekker kan gaan zitten.
Pauzeer echter nooit te lang, want daardoor word je alleen maar stijf en weer in een lekker wandelritme komen, wordt alleen maar lastiger naarmate je je pauze langer laat duren.
Ga niet op de koude grond zitten
Ga tijdens je pauze niet zomaar op de grond of op de stenen zitten. Dan krijg je het namelijk veel sneller koud. Ook kunnen er op en in de grond allerlei beestjes zitten, die achteraf voor een hoop narigheid kunnen zorgen. Teken kruipen makkelijk vanuit het gras naar een warm plekje op je lichaam en je zal de eerste niet zijn die onverhoopt op een mierennest gaat zitten (auw!). Een picknickkleedje kan handig zijn, maar op veel plekken staan bankjes, en die staan er natuurlijk niet voor niets.
Schoenen aan of schoenen uit?
Onder wandelaars is dit een eeuwige discussie. Schoenen aan of schoenen uit tijdens je pauze? Volgens de een is het een absolute no-go om tijdens je pauze je schoenen uit te doen. Je voeten, stevig ingesnoerd in je wandelschoenen, kunnen dan ineens opzwellen. Resultaat: de rest van je wandeling zitten je schoenen niet meer fijn, of erger: blaren!
Anderzijds, het kan soms ook geen kwaad om je zweterige wandelsokken even te verversen voor een droog en schoon paar. Kilometers doorlopen op natte wandelsokken kan de kans op blaren weer vergroten.
Voeten omhoog
Tijdens hele lange wandeltochten kan het fijn zijn om even met de voeten omhoog te gaan zitten of liggen. Dan kan al het vocht dat in je benen is gezakt, weer een beetje terug naar de plek waar het vandaan kwam. Dan voelen je benen wat lekkerder aan, maar het kan ook een trucje tegen wandelbenen zijn. Ga op je rug liggen, en zet even je voeten tegen een boom of rots. Heb je een grote backpack bij je? Dan kun je ook met je onderbenen op je backpack gaan liggen, maar kijk dan uit voor modder en steentjes onder je schoenen.
Natte voeten?
Tijdens een warme dag is het heerlijk om de verhitte voeten even te laten afkoelen in een frisse beek. Maar kijk uit! Want door al dat water wordt de huid van je voeten ook week, waardoor het risico op blaren groter wordt. Sowieso moet je er voor zorgen dat je voeten weer goed droog zijn als je verder gaat. Daarom raden we aan om dat frisse voetenbadje te bewaren voor het einde van je tocht.