Buiten wandelen goed voor je concentratie, onthult Canadese studie
Wil jij tijdens de lunchpauze even de benen strekken? Dan kan je dat het beste in een groene omgeving doen. Uit nieuw Canadees onderzoek blijkt namelijk dat een natuurwandeling niet alleen goed is voor je humeur, maar ook helpt om je geest scherp te houden.
Vrijwel alle wetenschappers zijn het er inmiddels over eens dat regelmatig wandelen een positief effect heeft op zowel je lijf als je geest. Zo zou je door wandelen langer leven en minder medicijnen nodig hebben, zelf als je maar 11 minuten per dag aan de wandel gaat. Hierbij hebben onderzoekers tot nu toe echter vooral gekeken naar de hoeveelheid stappen die mensen zetten. Over de vraag of ook de plek waar jij je wandelingen maakt hierbij iets uitmaakt, is nog veel minder bekend. Neurologe Katherine Boere, hoofdauteur van de studie, wilde hier met haar onderzoek verandering in brengen. Naar eigen zeggen werd ze hiervoor geïnspireerd door de lunchwandelingen die ze met haar collega’s dagelijks in het bos maakte, wat haar elke dag een kleine energieboost gaf.
Binnen en buiten wandelen
Voor deze studie keken Boere en haar collega’s naar de effecten van zowel binnen– als buitenwandelen op ons brein. Hiervoor verzamelden de onderzoekers een groep van 30 proefpersonen (allen student aan de Universiteit van Toronto). Deze proefpersonen namen op twee verschillende dagen deel aan een experiment. Op beide dagen moesten eerst ze een aantal opdrachten doen, die bedoeld waren om hun geheugen en concentratievermogen te testen. Vervolgens kregen de deelnemers de opdracht een korte wandeling van 15 minuten te maken. Hierbij wandelden ze ene dag een rondje door het bos, terwijl ze op de andere dag binnen in de universiteitsgebouwen moesten lopen. Direct na beide wandelingen maakten de proefpersonen opnieuw dezelfde soort tests als aan voor het wandelingetje, om te zien wat voor effect het wandelen op hun concentratie en geheugen had gehad.
Onderzoeksresultaten
En wat bleek? Bij zowel de binnen- als de buitenwandelaars namen de onderzoekers een verbetering in de testresultaten na de wandeling waar. Bij de boswandelaar was dit effect echter veel sterker aanwezig: ze concentreerden zich beter dan na een binnenwandeling en hadden ook een hogere reactiesnelheid. Ook op de geheugentesten presteerden ze beter.
Wat dit verschil precies veroorzaakt, kunnen de onderzoekers niet met zekerheid zeggen. Wel heeft Boere hier een theorie over. Aan The Washington Post verklaart ze namelijk dat de natuur volgens veel wetenschappers een “soft fascination” voor onze hersenen biedt. Simpel gezegd betekent dit dat ons brein zich op de natuur kan focussen, zonder dat je constant met een intensief denkproces hoeft bezig te zijn. Een soort ‘resetmoment’ voor je brein dus. Als je dan eenmaal na de wandeling weer aan de slag moet, zijn je hersenen weer wat opgefrist, waardoor jij je beter kan concentreren.
In lijn met eerdere studies
Nu is het verleidelijk om meteen te concluderen dat natuurwandelingen altijd goed zijn voor je brein. Zo simpel ligt het echter niet. Om te beginnen zijn 30 proefpersonen wat weinig om zo’n verregaande conclusies te trekken, zoals de onderzoekers ook zelf toegeven. Zij pleiten er daarom voor om dit experiment op grotere schaal te herhalen, om hun conclusies te bevestigen. Daarnaast hebben Boere en haar collega’s alleen na de effecten van een korte buitenwandeling gekeken. Bij een langere wandeling zou het best mogelijk kunnen zijn dat de extra inspanning juist te veel vermoeiend is, wat de boost van het buiten zijn weer teniet doet.
Op de hoogte blijven van het laatste wandelnieuws?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en volg ons op Facebook, dan mis je niks!
Niettemin lijkt het experiment van Boere aan te sluiten op een aantal eerdere studies op dit vlak. Zo onthulde een Britse studie vorig jaar bijvoorbeeld dat wandelen door bossen en waterwegen je een extra mentale oppepper geeft. Ook bleek uit een ander onderzoek uit 2022 dat de gezondheidsvoordelen van sporten sterker naar voren komen in bossen of parken dan in een bebouwde omgeving. Dit alles lijkt er dus op te wijzen dat wandelen in een groene omgeving inderdaad extra goed voor je kan zijn. Reden genoeg dus om het traject van je lunchwandeling wat aan te passen. Doe dit uiteraard alleen als dit ‘groene gebied’ vanuit je werkplek makkelijk te bereiken is, want anders weegt het gedoe waarschijnlijk niet op tegen het resultaat.