terug

Drinken tijdens een wandeling: 6 tips

Van alles wat je in je rugzak meeneemt tijdens het wandelen, is je voorraad drinken misschien wel het meest belangrijk. Zeker bij warm weer of als je een langere wandeling maakt, verliest je lichaam onderweg een hoop vocht via zweet en verdamping. Om te voorkomen dat je uitdroogt, moet je dit vochtverlies weer aanvullen door voldoende te drinken. Maar hoeveel moet je daarvoor eigenlijk drinken, en hoe kan je daar het beste voor zorgen? Voor ieder is dat natuurlijk weer anders, maar met deze tips ben je al een heel eind op weg!

1: Bepaal voor jezelf hoeveel vocht je nodig hebt

Iedereen is het erover eens dat je water moet drinken tijden het wandelen. Maar hoeveel liter is dat ‘genoeg’ dan eigenlijk. Deze vraag is minder makkelijk te beantwoorden dan je op het eerste gezicht zou denken. Normaal gesproken is het advies voor volwassenen om 1,5 tot 2 liter per dag te drinken, maar bij het wandelen kan dit nog flink oplopen afhankelijk van het type wandeling dat je maakt. Op een tocht door ruig terrein met 30 graden verliest je lichaam immers veel meer vocht dan bij een ommetje door het park in het najaar. Bovendien verschilt de hoeveelheid vocht die je nodig hebt ook sterk van mens tot mens, afhankelijk van je geslacht, leeftijd en lichaamsbouw.


Meer weten over Wandelmagazine? Ja graag!


Het advies van experts is daarom om goed naar je lichaam te luisteren. Dit kan bijvoorbeeld door naar de kleur van je urine te kijken. Is je urine donker van kleur (of kun je helemaal niet plassen tijdens de pauze) dan is je vochtgehalte te laag en moet je meer drinken. Ook kan jij je eigen ervaringen als leidraad gebruiken. Werkte het afgelopen zomer bijvoorbeeld goed voor je om 1,5 liter in je rugzak mee te nemen? Dan kan je dit (bij vergelijkbare wandelingen) ook dit jaar gewoon aanhouden.

2: Wacht niet tot je dorst hebt

Hoewel luisteren naar je lichaam dus altijd verstandig is, betekent dit niet dat je moet wachten met drinken tot je dorst begint te krijgen. Dan ben je eigenlijk al te laat. Het dorstgevoel ontstaat namelijk wanneer je lichaam al aan het uitdrogen is, waardoor je kans loopt op klachten als hoofdpijn en kramp. Zorg er daarom voor dat je tijdens het wandelen goed blijft drinken. Hierbij kan je het beste regelmatig kleine hoeveelheden drinken, bijvoorbeeld elke 15-20 minuten een paar slokken. Sowieso kan je beter niet je hele waterfles in één teug leegdrinken, want dan loop je kans op maagklachten.

3: Plan je route vooraf goed

Vind je het toch wat zwaar om al die liters kilometerslang mee te zeulen? Kijk dan of er langs de route horecagelegenheden of winkels zijn waar jij je vochtvoorraad kan aanvullen. Bij een stadswandeling kan je in Nederland ook nog kijken of er een watertappunt in de buurt van je route ligt. Op die manier hoef je minder water te tillen, en heb je meteen een mooie plek voor een pauze. Zorg er wel voor dat je altijd nog een eigen voorraad op zak hebt voor noodgevallen.

Foto: Unsplash

4: Vermijd alcohol voor en tijdens het wandelen

Bergwandelaars herkennen dit misschien wel: als je na een stevige klim in de zomer dan eindelijk bij die berghut aankomt, wordt het wel heel verleidelijk om dat te vieren met een witbiertje. Hetzelfde geldt voor als je in eigen land tijdens je zomerwandeling een café passeert. Begrijpelijk, maar toch niet verstandig. Alcohol onttrekt namelijk vocht aan je lichaam, waardoor het de kans op uitdroging juist kan vergroten. Bovendien komt alcohol ook je tredzekerheid niet ten goede, wat op bergpaden tot gevaarlijke situaties kan leiden. Beter is het daarom om met het biertje te wachten tot na je wandeling, dan heb je meteen een extra beloning in het vooruitzicht.

5: Blijf ook na je wandeling drinken

Ook als je wandeltocht er eenmaal op zit is het belangrijk om te blijven drinken, zeker op warme dagen. Ook op het laatste stuk van je wandeling heb je immers nog getranspireerd, en waarschijnlijk meer dan je erbij hebt gedronken. Hierbij geldt overigens hetzelfde als tijdens het lopen: bij voorkeur niet te veel tegelijk en wacht niet tot je dorst krijgt.

6: Ook bij lage temperaturen voldoende drinken

Dat je in de zomer voldoende water moet drinken is waarschijnlijk een open deur. Maar wist je dat het ook bij een winterwandeling belangrijk is om je vochtgehalte in de gaten te houden? Bij een wandeling met winterse temperaturen voel jij je weliswaar minder snel dorstig, maar je zweet wel nog steeds, zeker als je dik ingepakt zit. Laat daarom bij een wandeling in de herfst of winter je drinkflessen vooral niet thuis. Overigens kan je in deze tijd van het jaar ook prima een warme drank of soep in een thermosfles meenemen. Daarmee vul je niet alleen je vocht aan, maar warm jij je lichaam ook gelijk weer wat op.


Bekijk ook deze items