terug

Nekpijn tijdens het wandelen: 4 mogelijke oorzaken

Nekpijn tijdens het wandelen kan knap vervelend zijn. Immers: als er iedere keer dat jij je hoofd draait er een pijnscheut door je nek heen gaat, wordt het toch een stuk lastiger om van de mooie omgeving te genieten. Vaak gaan dit soort klachten ook gepaard met pijn in de schouders en de rug, waardoor zelfs de lichtste rugzak een regelrechte kwelling kan worden. Reden genoeg dus om nekpijn tijdens het wandelen te voorkomen. Om je hierbij te helpen, zetten wij hier de 4 belangrijkste oorzaken op een rij.

1: Opgetrokken schouders

Veruit de meeste gevallen van nekpijn worden veroorzaakt door je houding, waarbij de klachten vooral ontstaan als je langere tijd je nek en/of schouders in dezelfde (verkeerde) positie houdt. Het vaakst voorkomend voorbeeld hiervan zijn opgetrokken schouders. Schouder- en nekklachten zijn tegenwoordig sowieso een groot probleem, niet alleen bij wandelaars. Ongemerkt trekken veel mensen hun schouders namelijk een beetje op. Bijvoorbeeld als ze achter een computer zitten, met de telefoon schoot op de bank, of achter het stuur. Als je tijdens een wandeling opeens langere tijd een hele andere lichaamshouding hebt, kun je die spanning opeens opmerken. Je nek en schouders voelen dan opeens stijf of zelfs pijnlijk aan. Dit kan je vervolgens weer verhelpen met bijvoorbeeld yoga-oefeningen, maar voorkomen is natuurlijk beter dan genezen.

Tijdens het wandelen kan het daarom geen kwaad om regelmatig op je houding te letten. Bij een goede loophouding loop je rechtop (of ‘maak jij jezelf lang), zodat je niet naar voren of achteren leunt. Je kan dit iets makkelijker maken door je buik en achterwerk wat in te trekken. Verder is het belangrijk om je schouders ontspannen en iets naar achteren te houden, en je armen losjes met je lichaam mee te laten bewegen.  Mocht je het lastig vinden om in te schatten of je loophouding verkeerd is, dan kan je ook eens bij een specialist langsgaan.

Foto: Unsplash

2: Te veel naar de grond kijken

Met naar het pad kijken tijdens je wandeling is op zich niets mis. Sterker nog: bij een wandeling door bossen, bergen of ander ruig terrein moet dat zelfs. Alleen zo zie je immers of er obstakels op de paden liggen en voorkom je dat je over een steen of boomwortel struikelt. Maar je kan hierin ook te ver doorslaan. Als je constant je nek in deze positie houdt, leg je namelijk extra druk op je nekspieren, waardoor deze overbelast kunnen raken. Probeer daarom om je nekhouding tijdens het wandelen wat meer te variëren en ook regelmatig recht vooruit te kijken. Neem onderweg af en toe een pauze, en gebruik dit moment om wat meer om je heen te kijken. Los van al het medische is dit sowieso een aanrader, want zo kan je extra van je omgeving genieten.

3: Te zware/verkeerd afgestelde rugzak

Zoals gezegd gaan nekklachten vaak gepaard met schouder– of rugpijn. In dit soort gevallen speelt de rugzak vaak een rol. Als je rugzak te zwaar is of niet goed afgesteld is, komt er extra belasting op je rug en/of schouders te staan, wat ook kan uitstralen naar je nek. Ga daarom niet te zwaar bepakt op pad. Een vaak aangehaalde vuistregel is dat je nooit meer dan 20% van je lichaamsgewicht op je rug mag dragen, maar in de praktijk hangt dit ook van je conditie en lichamelijke gesteldheid af. Heb je nog niet zo veel ervaring met een volle bepakking, begin dan met een niet al te zware rugzak. Zo kan je het gewicht geleidelijk aan opbouwen, en kijken wat voor jou het beste werkt.


Meer weten over Wandelmagazine? Ja graag!


Ook is het belangrijk dat jij je rugzak goed afstelt, zodat bepaalde lichaamsdelen niet onevenredig worden belast. Hierbij dient de heupband van je rugzak ongeveer voor twee-derde over je heupen te liggen en voor een derde erboven. Zorg er ook voor dat de schouderbanden gelijk zijn afgesteld en je schouders wel raken, maar niet schuren of knellen. Merk je tijdens het lopen dat je toch last van je rug of schouders begint te krijgen? Dan is dat wellicht het moment om even een pauze in te lassen en je rugzak af te doen.

Foto: Pexels

4: Wandelen met gebalde vuisten

Raar maar waar: als je met gebalde vuisten wandelt kan dit na een tijdje pijn in je nek veroorzaken. Bij het ballen van je vuist span je namelijk niet alleen de spieren in je (onder)arm aan, maar ook de zogenaamde trapezius spier (ook wel monnikskapspier genoemd). Dit is een grote, ruitvormige spier die van je onderrug naar je schouders en nek loopt.  Hoewel lopen met gebalde vuisten in de praktijk eerder een probleem voor hardlopers is, komt het soms ook bij wandelaars voor. Ook hier geldt weer dat het probleem niet zozeer is dát jij je vuisten balt of ergens in knijpt (dat heeft zelfs een aantal voordelen); het zit hem er meer dat dit te lang aan een stuk door doet. Merk je dat te tijdens het lopen je vuisten balt, probeer dan je handen even te ontspannen. Misschien dat je ze later alsnog weer onbewust gaat ballen, maar dit soort kleine pauzes tussendoor kunnen net het verschil maken.


Bekijk ook deze items