Wat moet je nu tellen: aantal stappen of aantal wandelminuten?
Dat regelmatig wandelen goed is voor je lichaam en geest, is bijna iedereen het wel over eens. Maar welke richtlijn moet je daarbij eigenlijk aanhouden? Sommige experts adviseren om dagelijks 10.000 stappen te zetten, terwijl in andere adviezen juist 2,5 uur wandelen per week genoemd wordt. Wat kun je dan het beste als richtlijn nemen: een stappendoel of een tijdsdoel? Britse onderzoekers zochten het uit. Hun conclusie: misschien een beetje een anticlimax, maar het werkt allebei even goed.
Momenteel adviseert de Gezondheidsraad om minimaal 2,5 uur per week matig intensief te bewegen, of 75 minuten intensief te sporten. Ook in landen als Groot-Brittannië en de Verenigde Staten gelden vergelijkbare richtlijnen. Op zich niets mis mee, maar vandaag de dag zijn er ook veel mensen die hun activiteiten niet meten aan de hand van tijd, maar aan de hand van het aantal stappen. Steeds meer mensen dragen immers een smartwatch, waardoor het extra eenvoudig is om een stappendoel te stellen. Daarom vroegen de Britse onderzoekers zich af of zo’n stappendoel nu even effectief zou zijn als een tijdsdoel.
Het onderzoek
Voor deze studie (onlangs gepubliceerd in JAMA Internal Medicine) verzamelden de onderzoekers data van 14.000 Amerikaanse proefpersonen. Allen waren vrouw, 62 jaar of ouder en hadden een goede gezondheid toen de meting begon. Deze proefpersonen moesten allemaal een week lang een stappenteller om houden, waarmee hun fysieke activiteiten werden gemeten. Vervolgens vulden de deelnemers in de 9 jaar daarop jaarlijks een vragenlijst in over hun gezondheid.
Uit deze data bleek dat de proefpersonen gemiddeld 62 minuten per week aan matig tot intensive beweging deden. Ook zetten ze gemiddeld zo’n 5.200 stappen per dag. Mensen die meer aan beweging deden zetten ook meer stappen, maar de twee getallen liepen niet perfect synchroon. Dat komt omdat bij het aantal stappen ook langzamere vormen van wandelen zaten (bijvoorbeeld door het huis), die niet per se als matig-intensief werden geregistreerd.
Stappen- en tijdsdoel werken even goed
Na de eerdergenoemde follow-up periode van 9 jaar, bleek 9% van de proefpersonen te zijn overleden en 4% te kampen met hart- of vaatziektes. Maar daarbij maakte de hoeveelheid beweging wel een enorm verschil. Het meest actieve kwart van de vrouwen liep namelijk 30 tot 40% minder kans op gezondheidsproblemen dan het minst actieve kwart. Hierbij maakte het niet uit of de onderzoekers keken naar het aantal stappen of de duur van de beweging. Dit lijkt er dus op te wijzen dat beide richtlijnen helpen nom de kans om gezondheidsproblemen te verkleinen.
Meer weten over Wandelmagazine? Ja graag!
Enige kanttekening hierbij is dat deze studie op een vrij specifieke demografie gericht was: vrouwen van een wat hogere leeftijd. Het is dus niet zeker of deze conclusie ook voor andere mensen opgaat. Met name jongvolwassenen zouden juist baat kunnen hebben bij meer intensieve activiteiten, maar daar is nog weinig onderzoek naar gedaan.
Wat kunnen we hiermee?
Maar wat betekent deze conclusie nu voor wandelaars? Als een stappen- en tijdsdoel voor je gezondheid even goed werken, moet je dan maar kiezen wat je het beste bevalt? Daar komt het in grote lijnen inderdaad op neer, zo vertelt dr. Rikuta Hamaya (hoofdauteur van de studie) aan Time Magazine. Beide manieren van meten hebben namelijk hun voors en tegens. Zo houdt een stappendoel bijvoorbeeld geen rekening met de verschillen in fitheid. Als iemand van 20 en 80 jaar bijvoorbeeld allebei een half uur in een voor hen matig-intensief tempo lopen, levert dat wel een verschillend aantal stappen op. Daar staat wel tegenover dat stappen eenvoudiger te meten zijn en ook minder afhankelijk zijn van de interpretatie van de trainingsintensiteit. Bovendien kan je zo de hele dag door je beweging meten, niet alleen als je in het bos of de sportschool bent.
Hamaya: “Voor vooral jongere mensen kan lichaamsbeweging bestaan uit activiteiten als tennis, voetbal, wandelen of joggen, die je allemaal gemakkelijk met een stappenteller kunt volgen. Maar voor mensen, die vaker fietsen of zwemmen, is het weer handiger om de duur te monitoren. Daarom is het belangrijk dat de richtlijnen voor fysieke activiteit meerdere doelen vaststellen. Beweging ziet er voor iedereen anders uit, en bijna alle vormen zijn goed voor onze gezondheid.” Kortom: kies vooral wat voor jou het beste werkt.